Mijn naam is Sandra van der Helm en sinds 1 september pastor van onze parochie Den Helder. Ik woon in het mooie Assendelft en woon samen met mijn knuffelige kat Maggie. Ik heb diverse zeer belangrijke personen in mijn leven waar ik graag mijn tijd mee door breng. Ik kom uit een rooms-katholiek nest en mijn wieg stond in Zuid-Holland. Als kind had ik niet zo veel met de kerk. Ik moest er verplicht heen maar de preek kon ik niet volgen en er waren liederen over muren van huid en ramen als ogen. Ik snapte er niets van en begreep ook eigenlijk niet wat het met geloven te maken had. God, daar geloofde ik wel in, daar leefde ik mee en praatte ik mee. Ik weet nog dat ik op een keer een afspraak met God maakte: “als het de komende winter zo gaat vriezen dat we kunnen schaatsen, zal ik een rozenkrans gaan bidden”. Ik heb mijn woord gehouden en heb de rozenkrans dat jaar gebeden. Maar de kerk, dat was niet mijn ding. Tot ik wat ouder werd en rond mijn 18e Jos Brink op televisie hoorde vertellen over zijn werk als pastor in Amsterdam. Ik voelde heel sterk (zo sterk dat het voelde als de stem van God in mij): ‘dat moet jij ook worden’. Ik ging met wat meer interesse naar de kerk en begon te zien wat kerk met geloven van doen had. Ik sprak met mijn moeder over mijn sterke gevoel, mijn sterke drang zelfs en zo begon de zoektocht naar een hbo-theologie opleiding. Ik was op weg naar pastor-zijn in de rooms-katholieke kerk. Tijdens mijn studie kwam ik erachter dat ik op vrouwen val. Dat is niet heel handig in de rooms-katholieke kerk. Kon ik het stiekem zijn, paste dat bij mij? Ik moest mezelf nog leren kennen maar vond uit dat ik dat niet kon. Ik heb mijn hbo-diploma gehaald en ben daarna de administratie in gerold. De roeping die ik voelde voor werk in de kerk liet ik achter me. Ik had dat vast verkeerd begrepen. Bij de Hogeschool van Amsterdam (HvA) vond ik leuk werk. In de HvA vond ik ook een zeer goede werkgever. Ik had geen betere kunnen wensen. Het is er wel altijd druk, maar meestal ook erg leuk. Naar de kerk ging ik nog wel, maar ik vond er steeds minder gemeenschapsgevoel. Ik voelde me er steeds minder thuis. Toch zocht ik geen andere kerk toen ik de eerste keer de Oud Katholieke Kerk in Alkmaar binnenstapte. Ik ging erheen om de pastor daar weer eens te ontmoeten, een oud-studiegenoot: Erna Peijnenburg. Dat de dienst, dat de Oud Katholieke Kerk mij zou grijpen, dat had ik niet kunnen vermoeden maar dat gebeurde wel. Die zondag, nu ruim 10 jaar terug werd ik geraakt door de dienst, door het gevoel dat wat daar op het altaar door de priester werd gedaan alles met mij te maken had. Ik werd gegrepen door het gevoel van ‘dit doen we samen’. Niet de priester doet daar iets, maar wij vieren samen de eucharistie. Dat gevoel had ik enorm gemist in de rooms-katholieke kerk. Dat gevoel, gecombineerd met de verademing dat er een priester was die het over zijn kleinkinderen had en dat er een vrouwelijke diaken was die priester zou worden, maakte het compleet. Ik ben niet meer weggegaan. Het was juni toen ik de kerk binnenstapte en diezelfde september heb ik mijn studie theologie opgepakt omdat mijn roeping weer actueel was geworden. Een heilig moeten dreef mij door 10 jaar studie, met vallen en opstaan naast mijn werk bij de HvA. Afgelopen februari kwam aan die studietijd een einde: ik studeerde af! In al die jaren was ik meer en meer met onze Oud Katholieke Kerk vergroeid geraakt. Ik leerde haar geschiedenis, haar denken, en steeds meer van haar mensen kennen. Of ik al dan niet ooit ambtsdrager zou worden: dit is mijn kerk!
De bisschop beslist niet zonder ‘de kerk gehoord te hebben’ of iemand geschikt is voor het ambt. Iedere student van het Oud Katholiek Seminarie voert gesprekken met een psycholoog, verschijnt voor een docentencommissie die kritische vragen stelt en ook nog voor een ambtscommissie. Tot slot vraagt de bisschop advies aan alle geestelijken en pas daarna beslist de bisschop en komt een mogelijke parochie ter sprake en wordt een wijdingsdatum voor het diakenambt vastgesteld. Over de wijding tot priester wordt formeel pas na de diakenwijding beslist. Zolang iemand geen priester is, kan deze ook geen eindverantwoordelijkheid dragen voor een parochie. Daarom wordt een deservitor aangesteld. Dat is voor onze parochie pastoor Erna Peijnenburg. Zij is formeel verantwoordelijk zolang ik niet tot priester ben gewijd.
Den Helder, ik ken het helaas nog niet goed. Ik hoop dat daar snel verandering in zal komen. Maar voor ik de stad leer kennen, wil ik jullie leren kennen. Ik kom graag op huisbezoek, hoor graag wie jullie zijn en wat jullie bezighoudt. Ik wil graag de parochie leren kennen en begrijpen waarom dingen zijn zoals ze zijn, waar behoeftes liggen, wat heerlijk loopt, waar mensen blij van worden en wat energie kost. Het liefst stort ik me daar helemaal in: in jullie leren kennen en alles wat bij de parochie komt kijken. Helaas gaat dat niet. Ik werk nog altijd voor de Hogeschool van Amsterdam en heb maar 12 uur per week voor onze parochie. Ik heb gemerkt dat die tijd voorbijvliegt in een week. Ik geniet ervan dit bijzondere werk onder de knie te gaan krijgen, van het leerproces Ik geniet ervan jullie te leren kennen en samen met jullie op weg te gaan. Hopelijk tot snel en alle goeds tot die tijd.
Sandra van der Helm