20191124 Zondag van de voleinding

Laatste oordeel

Vandaag hoorden we een aantal verhalen over het spoedige einde van de wereld. 

Het zijn beelden van een soort natuurramp. Vuur. Bliksem.

En er komt een oordeel: de booswichten zullen worden gestraft. En degenen die hun geloof volgehouden hebben, worden gespaard.

Ik vind dat lastige teksten.

Vooral omdat die dag helemaal niet gekomen is, terwijl de verhalen uitschreeuwen dat het heel snel gaat gebeuren. Er is nog maar heel weinig tijd om je te bekeren. 

Maar de wereld is niet vergaan en de booswichten gaan nog steeds hun gang.

Ik kan me wel voorstellen dat het geloof voor de eerste christenen heel anders was dan voor ons mensen van nu. Als je echt gelooft dat het allemaal over een jaar of drie over is, dan ga je vanzelf anders leven. Dan is het misschien gemakkelijker om je geloof serieus te nemen.

Maar wij weten wel beter en dat maakt het misschien ook lastig om ons geloof serieus te nemen.

De soep wordt niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend. Het valt misschien wel mee.

De wereld is niet eeuwig

Misschien moeten we proberen te leren van mensen die leven vanuit het besef dat het allemaal snel is afgelopen.

Ik ben altijd onder de indruk als ik interviews lees met mensen die weten dat ze niet lang meer te leven hebben. Vaak vertellen ze dat ze beter weten wat er toe doet in het leven. En ook dat ze vroeger wat slordiger waren met hun tijd. Ze waren toen vaak bezig met dingen die ze bij nader inzien niet zo belangrijk vonden.

In de verhalen van vandaag komt vooral naar voren dat je je niet moet laten verlammen door tegenslag, onderdrukking en zelfs niet door de dreiging van de dood.

Je moet gewoon volhouden. Vasthouden aan je overtuiging. Vasthouden aan wat ertoe doet.

Andere moeilijkheden

Op veel plekken worden nu christenen vervolgd vanwege hun geloof. Zij riskeren hun leven door hun geloof vol te houden. Wij leven in een veilige omgeving en ons geloof zal ons nooit het leven kosten. 

Angst voor vervolging zal ons niet verlammen.

Maar misschien worden mensen tegenwoordig wel verlamd door een machteloos gevoel: komt het ooit wel goed met de wereld? Heeft het wel zin om aandacht te besteden aan het milieu, om keurig je afval te scheiden, om te gaan fietsen in plaats van de auto te nemen. Heeft dat wel zin als je ziet hoe de regering en de betrokken partijen zoveel moeite hebben om op een andere manier met stikstof uitstoot om te gaan? Heeft het wel zin om aardig en vriendelijk te zijn, om ervan uit te gaan dat mensen over het algemeen deugen en om er altijd van uit te gaan dat mensen het goed bedoelen?

Hoeveel geweld is er niet op de wereld? Mensensmokkelaars brengen voor een paar duizend euro het leven van tientallen anderen in gevaar, er zijn miljoenen kinderen die geld verdienen op vuilnisbelten en daar natuurlijk onherstelbaar ziek worden, in Hong Kong worden studenten die protesteren voor vrijheid vastgezet zonder dat hun familie weet waar ze zijn. En ga zo maar door.

Je zou gemakkelijk kunnen denken dat het weinig zin heeft om je in te zetten voor het goede.

Er is dus geloof nodig 

Er is dus geloof nodig om een goed mens te willen zijn en om dat vol te houden.

En het eenvoudigste geloof lijkt mij wel dat je ervan overtuigd bent dat het hoe dan ook ooit goed komt met de wereld en met jezelf.

Dat is ons geloof en in heel oude en vaak onbegrijpelijke woorden zeggen we dat straks weer.

Ik geloof in God die de wereld heeft geschapen. Dat betekent dat we geloven in een macht die het heelal op gang heeft gebracht en die dat niet voor niets heeft gedaan. En die dat heelal dus ook niet onverschillig los laat. En ons dus ook niet.

Ik geloof in Jezus, de zoon van God. Dat betekent dat wij mensen belangrijk zijn. Wij kunnen als enige dieren begrijpen wat vrijheid is en wat liefde is. We geloven in de kerk dat Jezus een mens was zoals mensen eigenlijk zijn bedoeld. En dat betekent dat we ook geloven dat geweld uiteindelijk nooit de oplossing voor problemen kan zijn en dat de toekomst voor de mensheid in de naastenliefde ligt.

Ik geloof dat Jezus is opgestaan uit de dood. Dat betekent dat ook ikzelf ooit zal verrijzen uit de dood. Hoe onvoorstelbaar dat ook is. Het gaat om een situatie waarin de tijd niet meer bestaat en waarin dus alles anders is. 

Ik geloof één heilige, algemene kerk. Dat betekent niet dat iedereen op aarde ooit Oud-Katholiek zal worden. Maar dat we ooit als mensheid leven zoals leven bedoeld is. Zonder angst, zonder frustratie, zonder de behoefte te hebben om dat allemaal op elkaar af te reageren. Dus dat we als mensheid ooit leven in vrijheid en liefde. Alsof het leven een groot feest zonder zorgen is geworden met genoeg te eten en te drinken voor iedereen en waarin iedereen meedoet en geaccepteerd wordt, zoals hij of zij de drempel over is gestapt.

Even uit het dagelijks leven stappen

Het dagelijks leven en het dagelijkse nieuws maken me niet optimistisch over de toekomst van de mensheid en de aarde. Het helpt me ook niet echt om dan maar veel leuke dingen te doen. De gordijnen dicht doen en de tv uit. Ik weet in mijn achterhoofd toch wel welke ellende ik buitengesloten heb. Wat me helpt om de moed erin te houden en naar het goede te blijven streven is bijvoorbeeld naar de kerk gaan. Straks vormen we samen weer dat mooie symbool. Dat beeld van de toekomst van de mensheid: we staan allemaal naast elkaar en hebben een buitengewoon symbolische maaltijd. Ja, je moet wel een beetje fantasie en geloof hebben om in die stukjes brood en die druppeltjes wijn een feestmaal te zien. Maar het is wel de bedoeling.

Ik heb dat beeld, dat symbool zelf nodig. Soms denk ik wel eens: Ik kan het allemaal misschien wel mooi vertellen, maar slaat het wel ergens op. Samen eucharistie vieren is een beeld dat als het ware achter de woorden langs binnenkomt en dat raakt me. Ik denk vaak in een flits: het is allemaal nog waar ook. Amen.