Preek 20230305 Jezus komt tot zichzelf

De verheerlijking op de berg kunnen we zien als een keerpunt in het leven van Jezus.
Althans, zoals de evangelist Mattheus het leven van Jezus beschrijft.
Dat leven begon met die wonderlijke aankondiging van een even wonderlijke geboorte. Dan volgde de vlucht naar Egypte, de doop in de Jordaan waarbij Jezus te horen kreeg dat hij de geliefde zoon van God is, de periode in de woestijn waarin Jezus erachter wilde komen wat dat betekent, geliefde zoon van God te zijn.
En dan begint het heilzame werk van Jezus. Hij genas zieken, dreef boze geesten uit en verkondigde het koninkrijk. Maar het elfde hoofdstuk beschrijft Mattheus hoe Jezus zijn teleurstelling uit over de steden waar hij het meest actief was geweest en die zich niet bekeerd hadden.

Jezus had zijn genezingen bedoeld als een teken van de macht van God. Als een stimulans om die God serieus te nemen.
Maar de mensen hadden de vele genezingen kennelijk vooral opgevat als het oplossen van een probleem door een wonderlijke man die over bijzondere talenten beschikte,
Het kwam wel voor dat mensen die genezen waren niet eens bij Jezus terugkwamen om hem te bedanken.
Laten we die mensen van toen niet te snel veroordelen.
Ik las in een artikel over de agressie tegen medische hulpverleners dat iemand die veel te veel gedronken had moest worden opgenomen in een ziekenhuis. Hij had een agressieve dronk over zich, was tegen dingen aangelopen, was gevallen en bloedde flink. Nadat zijn wonden waren verbonden en hij iets tegen infecties had gekregen belde hij een taxi om hem naar Albert Heijn te brengen. Hij was wel weer toe aan een biertje.

En laten we ook deze persoon niet te snel veroordelen. Degeen die dit vertelde in het artikel gaf aan dat niemand voor zijn plezier een dergelijk leven lijdt. Deze man had in zijn jeugd nooit enige warmte gekend, had alles zelf uit moeten zoeken. En hij behoorde niet tot degenen die sterk genoeg zijn om zichzelf aan te pakken, de discipline op te brengen om geen verkeerde dingen te doen.
Soms is het lastiger dan je op het eerste gezicht denkt om je gedrag te veranderen.
Dat zal voor de mensen in de tijd van Jezus ook gegolden hebben.

Na de vele genezingen aan het begin van het evangelie schrijft Mattheus vanaf hoofdstuk elf over de pogingen van Jezus om het koninkrijk te vertellen, om uit te leggen wat er werkelijk toe doet in het leven. De wonderen blijven wat op de achtergrond.
Op een gegeven moment vraagt Jezus aan zijn leerlingen: wat zeggen de mensen over mij? En daarna vraagt hij door: wie ben ik volgens jullie?
Dan zegt Petrus: U bent de messias die aan ons joden werd beloofd, u bent de zoon van God.
Jezus antwoordt Petrus dat hij dit niet uit zichzelf gezegd kan hebben, maar dat hij kennelijk ontvankelijk was voor de heilige Geest.
En hij begint te vertellen over het lijden.

De messias moet gaan lijden om zijn boodschap duidelijk te maken.
Genezingen brengen mensen niet op de juiste gedachten. Ze maken wel duidelijk wat de macht van God is, maar mensen zien ze niet als een teken van de macht van God. Ze zien ze als een makkelijke oplossing voor een probleem.
Gelijkenissen, preken en heftige redevoeringen bleken ook onvoldoende om de boodschap over te brengen.
Op een of andere manier verwacht Jezus zijn boodschap wel over het voetlicht te kunnen brengen door te lijden, te sterven en op te staan uit de dood.

Hij neemt de drie leerlingen die hem het best begrepen mee de berg op.
Daar zien ze wie Jezus eigenlijk is.
Daar horen ze wat Jezus zelf ook al hoorde bij zijn doop: dit is mijn geliefde zoon in wie ik mijn welbehagen heb.
Daar leren ze de goddelijke afkomst van Jezus kennen. Zijn gezicht straalde en zijn kleren werden wit.
Jezus gaat in gesprek met Elia en Mozes. Dat zijn de enige twee personen in de joodse bijbel die niet zijn overleden en van wie dus geen graf is. Zij zijn direct opgenomen in de hemel. Zij zijn ook personen die een directe ontmoeting gehad hebben met God en van Mozes wordt gezegd dat na elke ontmoeting zijn gezicht straalde.
Jezus heeft dus een ontmoeting met de kern van de joodse traditie: de wet en de profeten.
Alsof Jezus uit zijn eigen traditie de bevestiging kreeg wat er moest gaan gebeuren: lijden sterven en opstaan uit de dood.

De boodschap van Jezus was niet: er is een macht die al je problemen oplost.
Ik denk dat zijn boodschap meer was: er is een macht die ons mensen het leven gegeven heeft. De essentie van het leven. Dat wat er overblijft als je alles weghaalt wat een mens tot mens maakt. In zijn lijden werd Jezus beroofd van zijn kleren, van zijn menselijke waardigheid, van de vrijheid om zich te bewegen doordat zijn armen en benen vastgespijkerd waren, zelfs zijn ademhaling werd door de kruisiging belemmerd.
Ik denk, of liever, ik geloof dat hij juist in die manier van sterven heeft laten zien dat er toch iets overblijft, de essentie van ons leven, onze persoonlijkheid. Soms, op een dag als vandaag waag ik het zelfs om te geloven dat de mensen die hem zagen sterven iets stralends konden zien, wit licht om hem heen. En dat ze dat niet konden geloven, omdat iemand in een dergelijke ellende eigenlijk niet kan stralen. Pas na zijn opstanding konden ze die glorieuze beelden serieus nemen en erover vertellen. En toen konden ze ook de gebeurtenis op de berg beter plaatsen.

Dit soort verhalen en beelden zijn in onze tijd niet vanzelfsprekend. Zoals het ook niet vanzelfsprekend is om rondom die verhalen wekelijks bij elkaar te komen.
Ik ben dan ook blij dat Gill niet alleen vaak bij ons is gekomen, maar nu ook zegt: ik wil ook officieel bij de club horen. Daarmee zegt ze tegen ons: jullie doen misschien wel dingen die tegenwoordig niet vanzelfsprekend zijn, maar jullie zijn zeker niet gek.
Ik zeg het nu misschien een beetje recht toe recht aan, maar ik merk wel dat het gewoon fijn is voor ons als heel kleine gemeente als iemand zegt: ik wil bij jullie horen.
Daarom danken we niet alleen Gill voor deze steun in de rug, maar ook de Geest die hier niet buiten staat.