20191215 Derde Advent Dankbaar zijn gaat niet vanzelf.

Johannes in de gevangenis

Johannes zit in de gevangenis, omdat Herodes bang voor hem is. We weten dat Johannes niet lang daarna onthoofd zal worden. Misschien voelt hij zijn einde inderdaad wel naderen.

In elk geval hoort hij van ene Jezus die allerlei wonderen doet en hij vraagt zich af of dit de persoon is die hij in zijn preken bij de Jordaan aangekondigd heeft. Hij heeft de mensen voorgehouden dat ze zich moeten bekeren, omdat de lang verwachte Messias binnenkort zal komen. De Messias die vrede zal brengen en die alle kwaad uit de wereld zal helpen. De boodschap van Johannes was dus: Zorg dat je tot inkeer komt en breng jezelf op het rechte pad, want anders kom je binnenkort aan de verkeerde kant van de lijn te staan.

Zij leerlingen komen bij Jezus met hun vraag of hij inderdaad de Messias is.

Jezus wijst op wat er gebeurt: zieken worden genezen en armen worden bemoedigd. 

Er gebeurt als het ware in het klein wat door de grote profeten al werd aangekondigd: vrede en geluk voor iedereen, geen honger meer, geen angsten, geen ziektes, geen armoede. 

Let op wat Jezus NIET zegt.

Hij zegt niet dat dit een beginnetje is van een beweging die in enkele jaren tijd de hele bewoonde wereld zal veranderen. Ook Mattheus, die dit verhaal heeft opgetekend zegt niet wat we van deze wonderen moeten denken. 

Zijn ze het begin van een beweging die steeds meer aanhangers krijgt, of zijn ze een teken van hoe het ooit zal zijn?

De grootheid van Johannes

Jezus vertelt wel hoe hij zelf denkt over Johannes.

Dat is een standvastig man, geen rietje dat met alle winden meewaait. Geen man die kiest voor macht en voor een bestaan in weelde. 

Johannes is een profeet en wel de grootste profeet die Jezus kent.

Dat is dus nogal wat. 

Jezus zegt dat Johannes het koninkrijk heeft aangekondigd en dat dit inderdaad zal komen, omdat Johannes een ware profeet is en geen charlatan, die de toekomst verkeerd voorspelt.

Maar in de laatste zin over Johannes zegt Jezus iets raadselachtigs.

Hij zegt dat geen mens groter kan zijn dan Johannes, maar dat de kleinste in het koninkrijk groter is dan Johannes.

Geen ontberingen  

Johannes wordt beschreven als een man die in een kameelharen mantel gekleed ging. Dat was niet comfortabel. Denk maar aan een overall van jute zakken en dan geen T shirt eronder. 

Hij at sprinkhanen en wilde honing.

Johannes was dus een asceet, die als het ware zijn lichaam ontkende. Alles wat het lichamelijk bestaan aangenaam maakt, had hij weggedaan. En ook waardevolle sociale activiteiten, zoals samen lekker eten was aan Johannes niet besteed.

Jezus was anders. Van hem wordt gezegd dat hij een duur onderkleed had dat uit een stuk geweven was. Jezus verbood zichzelf niet om comfortabele kleding te dragen. En er zijn nogal wat verhalen waarin hij samen met anderen lekker aan het eten is.

Toch kun je niet zeggen dat het het hoogste doel was van Jezus om lekker van het leven te genieten.

Jezus was ervan doordrongen dat hij de liefde van God gestalte wilde geven in zijn leven op aarde.

 

Liefde gestalte geven 

Als wij mensen van nu Jezus willen volgen en net als hij de liefde van God gestalte willen geven, dan hoeven we dat niet te doen door maar zo sober mogelijk te leven en elk feest uit ons bestaan weg te doen. We hoeven niet vijandig te zijn tegen ons eigen lichaam door oncomfortabele kleren te dragen.

We hoeven onszelf niet onnodig te laten lijden.

We geven de liefde van God gestalte door allereerst dankbaar te zijn dat we bestaan, dat we leven. En als we ons mee kunnen laten nemen door de dankbaarheid voor die mysterieuze macht die ons in het leven heeft geroepen en die altijd bij ons is, dan worden we bijna automatisch andere mensen.

Als je die dankbaarheid toe kunt laten is het helemaal niet een grote prestatie om de liefde van God gestalte te geven. Dat zou Jezus wel eens kunnen bedoelen met dat raadselachtige zinnetje: de kleinste in het koninkrijk is groter dat de grote profeet Johannes.

Makkelijker gezegd dan gedaan

Maar dat toelaten van dankbaarheid dat je bestaat is makkelijker gezegd dan gedaan. Als je leven van een leien dakje gaat, krijg je al gauw het idee dat je helemaal geen God nodig hebt. Ik ken veel mensen die zo in het leven staan en dat zijn helemaal geen onaardige mensen.

En als je leven een grote worsteling is, dan kun je al gauw denken dat God je vergeten is, of dat God je onterecht aan het straffen is en dat je beter af bent als er helemaal geen God is.

Daarom hebben we elkaar nodig om steun te vinden. We hebben gebed nodig om de juiste houding in het leven vast te houden. En we hebben de Heilige Geest nodig om ons steeds weer te troosten of aan te moedigen om de houding van dankbaarheid elke keer opnieuw op te zoeken.

En gelukkig hebben we dat hier op deze plek elke week weer als we de eucharistie vieren. Amen.