20190818 Hoe kun je niet zien wat er aan de hand is?

Buienradar

Als je op buienradar ziet dat er rode vlekken onderweg zijn naar het dorp waar je woont, dan weet je wel dat er regen komt. En dan neem je maatregelen.

Jezus spreekt de menigte met harde woorden toe: Waarom zien jullie wel regen en hitte aankomen en doe je net alsof je niet ziet wat er aan de hand is?

Maar wat zou dat dan zijn?

Wat zijn die tekenen van de tijd, die voor Jezus kennelijk zo duidelijk zijn en waarvoor andere mensen hun ogen sluiten?

Dat vertelt het verhaal van vandaag niet. Dus we moeten gissen.

Wat ertoe doet

In het hele hoofdstuk dat aan dit verhaal voorafgaat geeft Jezus steeds voorbeelden van mensen die uit een soort laksheid niet kiezen voor wat ertoe doet.

Ze weten best wat belangrijk is, maar ze gaan er niet voor.

Ze zijn bezig met dingen waarvan ze zelf ook wel weten dat die niet echt heel belangrijk zijn.

Laatste oordeel?

Toen ik het verhaal van vandaag de eerste keer las, dacht ik: Jezus heeft het over een soort laatste oordeel, een natuurramp die hij in gang gaat zetten om de mensen die lui en laks zijn flink te straffen.

Maar na nog een paar keer gelezen te hebben ben ik daarvan teruggekomen.

Ik ben gekomen om een vuur te ontsteken, zegt Jezus. Ik denk dat hij daarmee bedoelt dat hij graag wil dat mensen zich open stellen voor wat ertoe doet, dat inzicht toelaten in hun leven. Dan zullen ze aangestoken zijn met het vuur van de Heilige Geest, zoals iemand die ineens weet waarvoor hij of zij leeft onstuitbaar is en energie heeft voor tien.

Maar de tijd waarin Jezus met enthousiaste verhalen de mensen wakker wilde maken om hen over te halen om zich voor de Geest van God open te stellen is voorbij. Jezus heeft al begrepen dat hij het een en ander duidelijk gaat maken door te lijden en te sterven en dan uit de dood op te staan.

Individu

Hoe kan lijden, sterven en opstaan uit de dood nou een blijde boodschap zijn en mensen enthousiast maken en energie geven voor tien?

Dat heeft te maken met hoe je tegen het leven aankijkt.

Je kunt bijvoorbeeld geloven dat je het toevallige resultaat bent van een lange ontwikkeling, een evolutie. Ik heb het al in eerdere preken genoemd. Als je dat geloof, die gedachte echt serieus neemt, dan kom je vroeg of laat in de problemen: wat voor zin heeft je leven dan als je bestaan zelf al puur toeval is en uitloopt op het Grote Niets van de dood? Veel mensen die leven vanuit dat geloof zoeken de oplossing voor die zinloosheid in leuke dingen doen, je inzetten voor het milieu, anderen helpen, een goed mens zijn, iets bijzonders doen.

Het aantrekkelijke van deze geloofshouding is dat je zelf het idee hebt dat je aan het stuur van je leven zit. Jij bepaalt zelf wat leuke dingen zijn, wie je gaat helpen en welke bijzondere dingen je gaat doen om herinnerd te worden.

Maar het is de vraag of je daarmee de zinloosheid van het bestaan echt oplost. Waarom zou je je inzetten voor het milieu als je over een aantal jaren zelf toch in het Grote Niets van de dood belandt? Je hoort mensen dan wel zeggen: We moeten de aarde goed doorgeven aan onze kinderen. Maar is hun bestaan dan wel zinvol? Een ook zij niet na een aantal jaren in het Grote Niets van de dood? 

Persoon

Het bijbelse geloof over het leven is dat wij door een geheimzinnige kracht, die ook aan het begin staat van het heelal, persoonlijk in het leven zijn geroepen. Die kracht noemen we God en meer weten we eigenlijk niet. Die God zegt over zichzelf: Mijn naam is Ik ben die ik ben. En die God of kracht roept ons mensen op om die naam ook vaak aan te roepen. Wij mensen krijgen dus een stimulans aangeboden om naar onszelf te kijken en te zeggen: Ik ben nog iets anders dan de leuke dingen en bijzondere dingen die ik doe, de verzameling goede daden voor milieu en medemens. Ik ben namelijk IK. En dat komt omdat ik niet toevallig in dit leven ben geland, maar in leven ben geroepen door een kracht die me ook in de dood niet los zal laten. 

Het aantrekkelijke van deze geloofshouding is dat die aansluit bij wat veel mensen diep in zichzelf wel voelen: Ik ben meer dan de kleur van mijn ogen en mijn haar en de dingen die ik doe. Ook aantrekkelijk is dat je al de moeite van het bestaan waard bent zonder dat je iets bijzonders hoeft te doen. Iemand vond het de moeite waard om jou in het leven te roepen en die persoon, God, bewaart je zelfs ook in de dood. Dat is het geloof waarover de tweede lezing van vandaag gaat. 

Het lastige van deze geloofshouding is natuurlijk dat je er maar op moet vertrouwen dat het allemaal waar is. Je geeft als het ware het stuur van je leven uit handen. 

Relatie met Christus

Ik heb in de vakantie een paar boeken gelezen waardoor ik zelf ook weer op de vraag kwam: Is het allemaal wel waar wat ik zo het hele jaar sta te verkondigen in mijn preken?

We gingen op zondag naar de mooie kleine dorpskerk en aan het begin kwam er een soort gebed bij me op: Laat me toch zien dat het waar is en ergens op slaat. 

Tijdens de preek in het Frans, die ik natuurlijk maar met moeite kon volgen, dacht ik ineens: Die Jezus geloofde er zelf in elk geval wel heel erg in.

En bij de eucharistie kwam daar een gedachte bij. Of liever gezegd, een gevoel. Ik wil bij die Jezus horen.

Meer was het niet, maar voor mij genoeg. 

Je kunt dus dikke en moeilijke boeken lezen en dat doe ik graag, ook in de vakantie.

Maar je zult daar nooit het bewijs in lezen dat het allemaal waar is.

We zijn als kerk geen filosofisch instituut. We zijn een groep mensen die JA probeert te zeggen tegen de vraag van Jezus of je bij hem wilt horen. Amen.

Buienradar

Als je op buienradar ziet dat er rode vlekken onderweg zijn naar het dorp waar je woont, dan weet je wel dat er regen komt. En dan neem je maatregelen.

Jezus spreekt de menigte met harde woorden toe: Waarom zien jullie wel regen en hitte aankomen en doe je net alsof je niet ziet wat er aan de hand is?

Maar wat zou dat dan zijn?

Wat zijn die tekenen van de tijd, die voor Jezus kennelijk zo duidelijk zijn en waarvoor andere mensen hun ogen sluiten?

Dat vertelt het verhaal van vandaag niet. Dus we moeten gissen.

Wat ertoe doet

In het hele hoofdstuk dat aan dit verhaal voorafgaat geeft Jezus steeds voorbeelden van mensen die uit een soort laksheid niet kiezen voor wat ertoe doet.

Ze weten best wat belangrijk is, maar ze gaan er niet voor.

Ze zijn bezig met dingen waarvan ze zelf ook wel weten dat die niet echt heel belangrijk zijn.

Laatste oordeel?

Toen ik het verhaal van vandaag de eerste keer las, dacht ik: Jezus heeft het over een soort laatste oordeel, een natuurramp die hij in gang gaat zetten om de mensen die lui en laks zijn flink te straffen.

Maar na nog een paar keer gelezen te hebben ben ik daarvan teruggekomen.

Ik ben gekomen om een vuur te ontsteken, zegt Jezus. Ik denk dat hij daarmee bedoelt dat hij graag wil dat mensen zich open stellen voor wat ertoe doet, dat inzicht toelaten in hun leven. Dan zullen ze aangestoken zijn met het vuur van de Heilige Geest, zoals iemand die ineens weet waarvoor hij of zij leeft onstuitbaar is en energie heeft voor tien.

Maar de tijd waarin Jezus met enthousiaste verhalen de mensen wakker wilde maken om hen over te halen om zich voor de Geest van God open te stellen is voorbij. Jezus heeft al begrepen dat hij het een en ander duidelijk gaat maken door te lijden en te sterven en dan uit de dood op te staan.

Individu

Hoe kan lijden, sterven en opstaan uit de dood nou een blijde boodschap zijn en mensen enthousiast maken en energie geven voor tien?

Dat heeft te maken met hoe je tegen het leven aankijkt.

Je kunt bijvoorbeeld geloven dat je het toevallige resultaat bent van een lange ontwikkeling, een evolutie. Ik heb het al in eerdere preken genoemd. Als je dat geloof, die gedachte echt serieus neemt, dan kom je vroeg of laat in de problemen: wat voor zin heeft je leven dan als je bestaan zelf al puur toeval is en uitloopt op het Grote Niets van de dood? Veel mensen die leven vanuit dat geloof zoeken de oplossing voor die zinloosheid in leuke dingen doen, je inzetten voor het milieu, anderen helpen, een goed mens zijn, iets bijzonders doen.

Het aantrekkelijke van deze geloofshouding is dat je zelf het idee hebt dat je aan het stuur van je leven zit. Jij bepaalt zelf wat leuke dingen zijn, wie je gaat helpen en welke bijzondere dingen je gaat doen om herinnerd te worden.

Maar het is de vraag of je daarmee de zinloosheid van het bestaan echt oplost. Waarom zou je je inzetten voor het milieu als je over een aantal jaren zelf toch in het Grote Niets van de dood belandt? Je hoort mensen dan wel zeggen: We moeten de aarde goed doorgeven aan onze kinderen. Maar is hun bestaan dan wel zinvol? Een ook zij niet na een aantal jaren in het Grote Niets van de dood? 

Persoon

Het bijbelse geloof over het leven is dat wij door een geheimzinnige kracht, die ook aan het begin staat van het heelal, persoonlijk in het leven zijn geroepen. Die kracht noemen we God en meer weten we eigenlijk niet. Die God zegt over zichzelf: Mijn naam is Ik ben die ik ben. En die God of kracht roept ons mensen op om die naam ook vaak aan te roepen. Wij mensen krijgen dus een stimulans aangeboden om naar onszelf te kijken en te zeggen: Ik ben nog iets anders dan de leuke dingen en bijzondere dingen die ik doe, de verzameling goede daden voor milieu en medemens. Ik ben namelijk IK. En dat komt omdat ik niet toevallig in dit leven ben geland, maar in leven ben geroepen door een kracht die me ook in de dood niet los zal laten. 

Het aantrekkelijke van deze geloofshouding is dat die aansluit bij wat veel mensen diep in zichzelf wel voelen: Ik ben meer dan de kleur van mijn ogen en mijn haar en de dingen die ik doe. Ook aantrekkelijk is dat je al de moeite van het bestaan waard bent zonder dat je iets bijzonders hoeft te doen. Iemand vond het de moeite waard om jou in het leven te roepen en die persoon, God, bewaart je zelfs ook in de dood. Dat is het geloof waarover de tweede lezing van vandaag gaat. 

Het lastige van deze geloofshouding is natuurlijk dat je er maar op moet vertrouwen dat het allemaal waar is. Je geeft als het ware het stuur van je leven uit handen. 

Relatie met Christus

Ik heb in de vakantie een paar boeken gelezen waardoor ik zelf ook weer op de vraag kwam: Is het allemaal wel waar wat ik zo het hele jaar sta te verkondigen in mijn preken?

We gingen op zondag naar de mooie kleine dorpskerk en aan het begin kwam er een soort gebed bij me op: Laat me toch zien dat het waar is en ergens op slaat. 

Tijdens de preek in het Frans, die ik natuurlijk maar met moeite kon volgen, dacht ik ineens: Die Jezus geloofde er zelf in elk geval wel heel erg in.

En bij de eucharistie kwam daar een gedachte bij. Of liever gezegd, een gevoel. Ik wil bij die Jezus horen.

Meer was het niet, maar voor mij genoeg. 

Je kunt dus dikke en moeilijke boeken lezen en dat doe ik graag, ook in de vakantie.

Maar je zult daar nooit het bewijs in lezen dat het allemaal waar is.

We zijn als kerk geen filosofisch instituut. We zijn een groep mensen die JA probeert te zeggen tegen de vraag van Jezus of je bij hem wilt horen. Amen.