20180617 Het mosterdzaadje dat een grote boom werd

Het zaadje in de bodem als vergelijking voor het Koninkrijk

Het verhaal dat we zojuist gehoord hebben gaat over het groeien van een zaadje in de aarde.

Je kunt wel zien hoe de zaadjes in de aarde gestrooid worden, maar je kunt niet volgen hoe daar dan uiteindelijk een plant uit groeit.

Dat weten we tegenwoordig natuurlijk wel door de wetenschap, maar dat moeten we even vergeten.

Anders voelen we het verhaal niet goed aan. 

Jezus vergelijkt het groeien van het zaadje in de bodem met het groeien van het koninkrijk der hemelen. 

We kunnen het een en ander zien. Bijvoorbeeld hoe er gepreekt wordt, hoe mensen opgeroepen worden zich wat beter te gedragen. 

Maar we kunnen niet volgen of dat ook tot een betere wereld leidt. 

En zoals een boer na het zaaien even een tijdje niets kan doen totdat het plantje boven de grond uitkomt, zo kunnen wij mensen na alle oproepen voor een betere wereld niet veel anders doen dan wachten.

We zullen het ineens wel merken als het zover is met die betere wereld. 

Precies zoals je ineens ziet dat het zaadje kennelijk onder de grond een plant of een boom is geworden en nu boven de grond komt.

Jezus en zijn boodschap

Ik denk dat Jezus aan het begin van zijn leven gedacht heeft dat hij de mensen vrij gemakkelijk mee zou kunnen krijgen op weg naar een betere wereld.

Hij ging ervan uit dat de meeste mensen diep in hun hart best anders zouden willen leven. Vriendelijker, met meer begrip voor elkaar, met meer liefde. 

Maar dat ze door de zorgen om het bestaan tegen gehouden werden.

Bang om morgen niet meer te eten te hebben, bang voor dieven die je eten stelen, bang om ziek te worden, bang om te sterven.

Begrijpelijke angsten en zorgen. Ook nu nog.

Je gaat bijvoorbeeld niet elke dag al je geld weggeven aan arme bootvluchtelingen, ook al zou je die mensen diep in je hart best willen helpen. Maar je moet zelf ook leven en eten.

Ik denk dat Jezus dat allemaal ook wel begreep. 

En dat zijn plan dit was: vertellen dat die zorgen misschien wel begrijpelijk zijn, maar eigenlijk niet nodig. 

Hij laat zien wat er kan gebeuren als je de kracht van de Heilige Geest kunt toelaten in je leven: heel wat problemen worden dan opgelost. 

Dan gaat het om ziekte, boze geesten, voedselproblemen. 

Maar hij preekt ook over een betere wereld en noemt die wereld Het Koninkrijk der Hemelen. Dat is de manier van leven als we alle onnodige zorgen van ons afgeschud hebben en met zijn allen gaan leven zoals we diep in ons hart willen leven. 

Die genezingen die hij doet zijn aan de ene kant een teken van de kracht van de Geest van God en aan de andere kant een manier om te laten zien hoe de betere wereld eruit zal zien: mensen hebben nergens meer last van, hoeven zich nergens meer zorgen om te maken.

Jezus zegt er dan bij: Mensen, ga nou eens anders leven en stel je ook eens open voor die kracht van de Geest. Bekeer je.

Mensen kiezen anders

Als je dat zo leest, dan zit je eigenlijk te wachten op massa’s mensen die tegen Jezus zeggen: Dank u wel dat we dit nu weten. 

Ga maar lekker naar andere mensen en andere volken, want we kunnen het nu zelf. 

We gooien het roer van ons leven om en gaan totaal anders leven. 

We blijven natuurlijk gewoon ons werk doen, maar we zijn niet meer bang voor de toekomst, we delen wat we hebben met mensen die pech tegenkwamen in hun leven, we bidden voor de zieken zodat ze genezen en we vertrouwen erop dat God verder voor ons zorgt.

Maar dat gebeurde niet.

De mensen bleven maar komen met hun zieken. Als je een paar hoofdstukken achter elkaar leest zie je steeds maar massa’s blinden, melaatsen, strompelende verlamden, doven en bezetenen zich om Jezus verdringen. Alsof hij een superdokter is. 

Maar je komt geen verhalen tegen waarin mensen die genezen zijn helemaal anders zijn gaan leven.

Er is dus heel wat meer nodig voor mensen om te leven vanuit hun hart dan een wonderlijke genezing. 

Jezus kiest ook anders

Jezus heeft dat zelf ook in de gaten dat het op een of andere manier niet werkt. 

De zorgen en angsten om het bestaan zitten te diep bij de mensen en ze verdringen het oorspronkelijke verlangen om te leven vanuit je hart.

Jezus ziet wel dat mensen heus wel het goede willen kiezen als iedereen dat maar zou doen.

Je zou best je eten willen delen met iemand die honger heeft, maar dan moet je er wel zeker van zijn dat je morgen van iemand anders eten krijgt als je zelf honger hebt. Dat is een heel menselijke reactie, die Jezus vast begrepen zal hebben.

Jezus ziet ook dat mensen nooit gedwongen kunnen worden om voor het goede te kiezen. Bij dwang zal er altijd iemand zijn die er onder uit probeert te komen.

Daarom kiest Jezus voor een heel andere manier om mensen ervan te overtuigen het goede te kiezen en zo die betere wereld dichterbij te helpen. 

Kort en heel simpel, veel te simpel gezegd, komt het hierop neer.

Hij kiest voor het lijden. Daarmee zegt hij: Oke, jullie mensen zijn bang en reageren jullie angst op elkaar af. Hou daar mee op en reageer het maar op mij af. Misschien stopt het dan en gaan jullie zien dat het eigenlijk onzinnig is om je angst op elkaar af te reageren.

Hij kiest voor de dood en de opstanding.

Daarmee zegt hij: Natuurlijk wil geen mens dood en natuurlijk is de dood iets om bang voor te zijn. Daar ben je mens voor. Maar het is eigenlijk niet nodig om bang te zijn voor de dood, want God zorgt ook voor je als je fysieke lichaam het niet meer doet. 

Je kunt het je vast niet voorstellen en daarom moet je het maar geloven. Maar zoals ik na drie dagen weer opgestaan ben uit de dood, zo zullen alle mensen ooit opstaan uit de dood, als de tijd opgehouden is te bestaan.

In het verborgene

Wij leven nu in de tijd van het zaadje dat in de grond gevallen is. We weten dat er ooit gezaaid is. Dat is Jezus met zijn preken en zijn wonderen. We kunnen geloven dat het ergens op slaat waar hij het over heeft gehad. We kunnen zijn boodschap ook afwijzen.

Hier in de kerk maken we het onszelf lastig: aan de ene kant geloven we dat die betere wereld ooit komt en proberen we de boodschap van Jezus steeds opnieuw te vertellen. In woorden die aangepast zijn aan de tijd; aan de andere kant weten we ook dat we moeten wachten tot we iets zien. Tot het zaadje een boom aan het worden is.

Maar dan weten we ook dat het een grote boom zal worden.

Amen