20170917 De Verheffing van het Kruis

Vieren?

Hoe kun je nu iemands dood aan een kruis gaan vieren?

Het is een verschrikkelijk pijnlijke dood die in de tijd van Jezus heel regelmatig werd toegepast door de Romeinen.

In de loop van de kerkgeschiedenis zijn er nogal wat beelden en gedachten opgekomen bij dit lijden van Jezus.

Ik noem er nu twee.

 

Stop het afreageren

Jezus had gezien dat veel kwaad in de wereld komt doordat mensen hun eigen ongenoegen afreageren op betrekkelijk onschuldigen mensen, die op hun beurt weer anderen uitkiezen. 

De baas scheldt de ondergeschikte uit, die slaat zijn vrouw, zij schopt het zoontje, die slaat de hond en de hond bijt de kat. Zoiets.

Jezus zegt dan: Oke, als jullie je dan zo nodig op iemand moeten afreageren, kies mij dan. Dan houdt het op.

We kunnen daar iets van leren. We kunnen ons afvragen wat er aan de hand is als we boos op iemand zijn: zijn wij ons aan het afreageren, is al die agressie van ons wel nodig, kiezen we wel de juiste persoon uit, of zijn we eigenlijk boos op iemand anders of op onszelf?

 

Solidair

Maar ook zonder het systeem van het afreageren zijn er ontelbare mensen die lijden en onderdrukt worden. Vaak zonder reden. Of gewoon uit angst of machtswellust, wat eigenlijk op hetzelfde neerkomt.

Jezus zegt met zijn lijden en dood aan het kruis: je bent niet alleen. Ik weet wat je doormaakt, want ik heb het aan den lijve ondervonden.

Wij zouden uit deze houding inspiratie kunnen vinden door ook solidair te zijn met mensen die te lijden hebben in plaats van weg te kijken. 

En eeuwenlang is er ook veel solidariteit te vinden geweest in de kerk met mensen die lijden.

 

Dood verslaan

Dat zijn op zich al twee goede redenen om -ondanks de verschrikking- het lijden en sterven van Jezus als iets positiefs te zien en dat dus ook te vieren.

Maar er is meer.

Jezus koos de weg van lijden en sterven om de dood te verslaan.

De opstanding uit de dood is belangrijker dan het lijden.

Door die opstanding uit de dood is Jezus meer dan een voorbeeld dat ons kan inspireren.

Wij zullen namelijk ook ooit opstaan uit de dood, omdat Christus niet alleen voorbeeld, maar ook voorganger is.

 

Grote woorden

Dat zijn grote woorden, die rustig uitgelegd en toegelicht moeten worden.

Gelukkig hebben we elke week een kerkdienst. 

Vandaag beperk ik me tot twee beelden uit het dagelijks leven.

Hoe het leven is als de dood nog niet verslagen is en hoe het leven is als de dood -misschien voor even- zijn schaduw niet op ons bestaan lijkt te werpen.

 

De soldaat

In 1974 kwam een avontuurlijke toerist op de Filippijnen de Japanse soldaat Hiroo Onoda tegen. Deze soldaat dacht dat de Tweede Wereldoorlog nog niet afgelopen was en vocht nog altijd een guerrilla oorlog uit. Hij had het bevel gekregen zich nooit over te geven.

Pas toen zijn oude commandant overgevlogen was en het bevel introk, wilde hij terug naar de bewoonde wereld.

Ik kreeg dit verhaal van collega pastoor Louis Runhaar, ten we het hadden over de opstanding en wat je daarvan merkt in het dagelijks leven.

Louis zei dat wij mensen eigenlijk niet goed kunnen geloven dat de dood verslagen is. We leven nog in de guerrilla stand. We zijn op onze hoede, angst en zorg zijn vaak onze raadgever en andere mensen vertrouwen we pas als die zich meer dan eens bewezen hebben.

En dat is natuurlijk heel begrijpelijk. Want als andere mensen op hun hoede zijn, en vanuit angst leven en die afreageren op onschuldige mensen in hun omgeving, dan kun je genadeloos slachtoffer worden van je goede bedoelingen en je vertrouwen. De meeste mensen hebben hun leergeld wel betaald.

 

Aaibaar

Ongeveer een maand geleden vertelde een vrouw me een verhaal dat ze had meegemaakt in een Doe-het-zelf-winkel. Ik vond het een prachtig voorbeeld van hoe het leven kan zijn als je even kunt ontsnappen aan het op je hoede zijn voor andere mensen en aan het leven vanuit angst en afreageren.

Daarom vroeg ik haar om het voor me op te schrijven. Ik dacht dat ik er vast nog wel iets mee zou kunnen doen en vandaag kan ik het dus gebruiken. Omdat dit het verhaal van een vrouw is, heb ik Wilma, die vandaag de lezingen doet, gevraagd om het voor te lezen.

Tijdens het verven van een deur merkte ik dat ik het niet zou gaan redden met het blikje, dus moest ik naar de Doe-het-zelf winkel. Ik arriveerde daar iets over enen.

  • Goedemiddag!
  • Goedemiddag, zei de medewerker, zittend achter de balie met een hap brood in zijn mond. Wat wenst U?
  • Ik wilde graag verf laten mengen.
  • Nou zie je, dat gebeurt er nu altijd als we even pauze hebben, ik zit nu te eten, mijn collega moet straks nog, als we koffie drinken heb je dit ook altijd, m’n collega is nu aan het zagen, deze meneer wil 8 sleutels, die mevrouw wil verf mengen, je zal het altijd zien. Nee, u kunt er niets aan doen hoor, maar het is echt opvallend, steeds als we gaan zitten voor een pauze, dan……

Inmiddels was de man naar de verfmenghoek gelopen, de laatste broodkruimels wegwerkend.

  • Nou, vertelt u het maar.
  • Ik heb een foto gemaakt van het labeltje op het blik, zodat ik alle gegevens heb.
  • O kijk, dat is slim, even de bril op. S 0520-Y80R, oja, hier heb ik hem.
  • Ja, en de kleur heet Aaibaar.
  • Aaibaar? Tjee. Bent u aaibaar?
  • Ja, ik heb factor 10.
  • Zo! Nou ik denk dat ik dat ook wel heb, of in de buurt kom.
  • Ja, dat denk ik ook, want u bent altijd erg aardig.
  • O dank u. Nou, over aaibaar gesproken, ik loop wel eens met mijn vriendin in Amsterdam hand in hand maar dat zie je bijna nergens meer, dat mensen hand in hand lopen, of ze lopen ver uit elkaar of achter elkaar met zo’n stuk ertussen!
  • En wat denk je dan dat er gebeurt als ze in een restaurant zitten?
  • Dan praten ze niet met elkaar! Of ze zitten constant op hun mobiel te turen.
  • Nou, dat is bij de jongere generatie zelfs gebruikelijk.
  • Ja, maar ook bij onze generatie, onze leeftijd, trouwens, dat mag ik natuurlijk niet zeggen over u, leeftijd is ……
  • Nou, wat denkt u dan?
  • Ja, bij vrouwen moet je altijd voorzichtig zijn, maar ik denk dat u toch wel 50 bent…
  • Dat klopt en hoe oud bent u dan?
  • Nou, ik ben al 60 hoor.
  • Dat zie je niet.
  • O, nou dank u.

Ik reken af en stop het bonnetje in de portemonnee. Naast me legt een man gepast geld neer bij een paar schroeven.

  • Kijk, zeg ik, er zijn ook makkelijke klanten. Over aaibaar gesproken!
  • Ja, nou, je zegt het, aaibaar. En de man neemt nog de laatste hap van zijn broodje.
  • Geniet van de lunch en een fijne dag!
  • Ja, ook zo!

Met een enorme glimlach om mijn mond fiets ik naar huis en na tien minuten staat die glimlach er nog. Wat een prachtig moment heb ik beleefd! Ik voelde me opgetild. 

 

Gewoon

Wat gebeurt hier nu, zo midden in het dagelijks leven?

Twee mensen vergeten even te leven vanuit het op je hoede zijn, vanuit angst dat iemand iets verkeerds met je wil uithalen. De man die duidelijke geërgerd is dat hij maar niet aan zijn lunch toekomt, besluit om zich niet af te reageren op een klant die er helemaal niets mee te maken heeft.

Het gaat om een ONT-moeting. We hoeven niet meer op onze hoede te zijn. Het “moeten” verdwijnt juist naar de achtergrond.

Stel je eens voor hoe de wereld zou zijn als alle mensen het altijd op kunnen brengen om zo te ONT- moeten. Geen oorlog, hulpvaardigheid bij rampen in plaats van plunderende bendes, geen honger en geen armoede meer.

Maar aan die vrede zijn wij mensen nog niet aan gewend. WE leven nog in de guerrilla stand. We proberen het te geloven, elke week weer. 

En we proberen het te oefenen, in de eucharistie. Ook daar kunnen we lange verhalen over houden.

Maar voor nu zeg ik: de eucharistie is een oefening in dankbaarheid, omdat Christus de dood heeft verslagen, zodat wij niet meer op onze hoede hoeven te zijn voor elkaar, maar elkaar kunnen ontmoeten en zodat God ons kan ontmoeten.

Amen.