20170421 Waarom zou je een goed mens willen zijn?

Sfeer: even door de zure appel heen bijten

De sfeer in de verhalen die we gehoord hebben is: nu is het nog even moeilijk, maar straks komt het allemaal weer goed. In het eerste stuk wordt aan de armen gezegd: jullie zoeken wel naar water, maar denk maar niet dat je iets vindt. Maar IK, God, zal jullie water geven. Want ik vergeet jullie niet.

In het evangelie horen we hoe Jezus vlak voor zijn dood aan zijn leerlingen aankondigt dat hij er binnenkort niet meer zal zijn; dat zal moeilijk en verdrietig worden. Maar daarna zal hij terug komen. En dan is alle pijn vergeten, zoals een vrouw die tijdens het baren vergaat van de pijn, maar opgelucht kan lachen als het kindje gezond en wel ter wereld is gekomen. Even door de zure appel heenrijden, maar eind goed, al goed.

Alles klopt bij een snelle terugkomst van Jezus

Ik heb het al eens eerder gezegd: in de tijd waarin veel boeken van het Nieuwe Testament werden geschreven geloofde men over het algemeen dat Jezus zeer spoedig zou terugkomen bij het laatste oordeel. Dat verklaart ook de grote ijver en urgentie. Mensen, bekeer je nou, want morgen of volgende maand kan de klap al komen! Zorg dat je dan gered wordt.

Maar toen men merkte dat het leven eigenlijk gewoon doorging, begon men zich natuurlijk af te vragen of het allemaal wel klopte? Of het nog wel zin had om je te bekeren om gered te worden als de wereld toch niet zou vergaan.

Petrus lijkt rekening te houden met uitstel van het laatste oordeel

In de brief van Petrus kom ik aanwijzingen tegen dat hij er rekening mee hield dat het misschien nog wel even kon duren voordat Jezus terug zou komen om te oordelen.

Hij spreekt de gemeenteleden niet dringend en dwingend toe, zoals we dat vaak bij Paulus zien: Bekeer je, voor het te laat is! Ga deugdzaam leven als je gered wilt worden.

Hij geeft adviezen om het lange tijd uit te houden. Hij maakt duidelijk dat het zin heeft om goed te leven, ook al zal de wereld niet heel snel vergaan.

Aan wie schreef Petrus?

Aan het begin van de brief van Petrus staat het adres: de gelovigen die in de verstrooiing wonen. In de diaspora. Vermoedelijk zijn het joden geweest die woonden in wat nu Turkije is. Immigranten dus. En dan waren ze ook nog eens in Christus gaan geloven. 

De kerk was erg klein. Als christen hoorde je bij de uitzonderingen. Men vond christenen vreemd op het belachelijke af. Er waren geen mooie heiligdommen, er was geen oude traditie zoals de Joden die hadden, er was alleen dat verhaal over die Jezus, die aan het kruis gestorven was. Een loser dus. En dan ook dat onwaarschijnlijke verhaal dat die loser was opgewekt uit de dood.

Petrus realiseerde zich waarschijnlijk dan ook wel dat het veel moeilijker is om mensen op te roepen Jezus te volgen  als de wereld toch niet vergaat en je toch niet voor je goede gedrag beloond wordt.

Wees barmhartig en vol naastenliefde

Petrus spoort de gemeenteleden aan om het goede te doen omdat God dan met je is. (Ook al zul je daar soms niet meteen iets van merken.) Niet om in het komende laatste oordeel gered te worden.

Hij zegt: wie zal je kwaad doen als jij alleen het goede nastreeft? Dus je leeft vrijer en zorgelozer als je probeert een goed mens te zijn.

En mocht je meemaken dat mensen misbruik maken van je goedheid, dan moet je bedenken dat het beter is te lijden omdat je goed was, dan om te lijden omdat je met slechte dingen bezig was.

Want ook Christus heeft ondervonden dat mensen misbruik maakten van zijn goedheid. Ook hij is bespot en belachelijk gemaakt. Maar met hem is het uiteindelijk toch ook goedgekomen.

Bereidheid tot verantwoording

Petrus roept de eerste christenen op om altijd bereid te zijn zich te verantwoorden. Dus om antwoord te geven op de vraag: Zeg, leg eens uit, waarom ben jij in vredesnaam christen?

En om dat zachtmoedig te doen.

Dan kan je dus als christen niet zeggen: Wij christenen zijn betere mensen dan jullie, kijk maar uit dat jullie niet in de hel komen.

Je kunt ook niet zeggen: Och, dat geloof van mij stelt niet zoveel voor, hoor. De een gaat op volleybal en de ander gaat naar de kerk. 

Je kunt volgens mij het beste iets zeggen in de trant van: Ik heb iets met die Jezus. Ik voel me geraakt door die verhalen en alles eromheen, de kerk. En het maakt het leven een stuk vrijer en gemakkelijker. Ik kan dat misschien niet zo goed onder woorden brengen, maar ga eens een keer mee naar de kerk, dan kun je het ook van andere mensen horen.

Het gemak van het geloof

Heel veel mensen, christenen of niet-christenen, willen eigenlijk gewoon een goed mens zijn, zo’n beetje zoals Petrus dat beschrijft. Geen kwaad met kwaad vergelden, niet schelden, maar tot zegen zijn, niet liegen, maar rechtvaardig zijn. Veel mensen voelen wel aan dat dat de bedoeling is van het leven: zo zou je in het leven moeten staan.

Maar vaak worden de goede bedoelingen doorkruist. Angst en krampachtigheid maken dat mensen zich over het algemeen wapenen, niet zomaar uitgaan van de goede bedoelingen van anderen, etc. En, laten we eerlijk zijn: lang niet alle mensen hebben goede bedoelingen, dus onze angst en voorzichtigheid is terecht.

Petrus schrijft dan dat je gerust je hart kunt volgen en kunt leven zoals dat de bedoeling is. 

Zelfs al zou je uitgelachen worden. Zelfs al zou je moeten lijden.

Het komt namelijk uiteindelijk goed met ons mensen. Kijk maar naar Jezus.

Dat zou ook een mooi antwoord zijn op spottende vragen van mensen om ons heen.

Ja, lieve mensen, misschien sta ik wel wat naïef in het leven, misschien dek ik me te weinig in, misschien ben ik gek dat ik altijd weer opnieuw probeer iets moois van mijn leven te maken. Maar ik heb het dan ook gemakkelijk, want diep van binnen geloof ik dat het met mij en met de wereld heus wel goed komt. En dat geloof wordt elke week weer gevoed als we bij elkaar komen en God ons ontmoet.

Amen.