Het laatste oordeel
Vorige week waren we in Rome en een van de dingen die ik heb gezien was Het Laatste Oordeel van Michelangelo.
Ik vond het een ontroerend schilderij. Enorm groot en helemaal vol met mensen die allemaal zo te zien hun verhaal hadden. Ergens rechts in het midden zit een man op een rotsblok met zijn hoofd in zijn handen. Hij zit duidelijk aan de verkeerde kant, want onder hem slaat de veerman van de dood allerlei mensen ruw met een roeispaan zijn boot uit. Die man op het rotsblok lijkt zich af te vragen waarom hij niet anders heeft geleefd. Hij is vertwijfeld: hij wist zo goed wat hij wel en niet moest doen en toch heeft hij dingen gedaan die hem nu in de hel brengen. Aan de linkerkant worden juist mensen omhooggetrokken, uit de dood vandaan de hemel in.
Het middelpunt van het schilderij is Christus. Hij maakt grote bewegingen als een dirigent die een groot orkest aanvoert. Aan zijn gezicht te zien leeft hij niet erg met de ongelukkigen aan de rechterkant mee: hij voert gewoon uit wat ze aan hun eigen gedrag te danken hebben.
Ongetwijfeld is dit schilderij bedoeld om mensen op het rechte pad te houden, zoals een babysit tegen de kinderen kan zeggen: als jullie stout zijn, dan krijg je straf van je ouders!
Waarschijnlijk is het ook bedoeld als troost: zo vaak zien we op de wereld dat kwaadaardige mensen zonder straf weg lijken te kunnen komen. Dat onrecht zal dan na hun dood in de hemel rechtgetrokken worden.
Voortleven
Na een tijdje kijken schoot het me te binnen dat de mensen uit de tijd van Michelangelo – ze leefden in de Zestiende Eeuw- zich helemaal niet af leken te vragen of je nog voortbestaat na je fysieke dood.
Het was eigenlijk vooral de vraag HOE je eeuwige leven bij God eruit zou zien: als een hemel of als een hel. Dat is tegenwoordig anders. Veel mensen komen niet toe aan de vraag hoe hun voortbestaan eruit zou kunnen zien, omdat ze er wel van overtuigd zijn dat alles ophoudt als hun fysieke bestaan ophoudt. Misschien dat je nog een paar jaar voortleeft in de herinnering van je vrienden en kennissen, maar dat is het dan ook wel.
Uitgedaagd
Ik was niet alleen in Rome, maar met mijn vrouw en dochters en hun vrienden. Die jongeren gaan eigenlijk niet of niet meer naar de kerk, maar ze wilden natuurlijk nu wel weten wat ik dan geloof. En het was een hele uitdaging om dat eenvoudig en begrijpelijk te vertellen.
Ik ben begonnen met vertellen dat ik veel moeite heb met de gedachte dat alles ophoudt als mijn fysieke bestaan ophoudt. Ik zou het plezier in mijn leven verliezen als ik er niet op kan vertrouwen dat het ooit goed komt op de wereld en dat ik daar op een of andere manier bij zal mogen zijn. Ik zou -zonder dat vertrouwen- het leven ook niet meer als een kostbaar geschenk kunnen ervaren, maar als een gegeven, zonder verdere betekenis; zoiets van: ach, je bent nu een keer op de wereld terecht gekomen, maar dat heeft geen doel en geen betekenis, het is zomaar, toevallig en willekeurig. En even willekeurig verdwijn je ook weer in het grote Niets.
En als ik dan doorpraat blijkt dat ook mijn dochters en hun vrienden het diepe gevoel hebben dat hun leven niet toevallig en willekeurig is, dat het zin heeft om een goed mens te willen zijn. Maar ze hebben ook het gevoel dat ze daar geen hogere macht bij nodig hebben. En dat klopt natuurlijk aan een kant ook wel: we weten als mensen ook zonder de bijbel wel dat je niet moet moorden en stelen en liegen. Het is algemeen bekend WAT je moet doen om een goed mens te zijn.
Maar aan de andere kant blijft er een vraag liggen: WAAROM zou je een goed mens willen zijn? En om die vraag te beantwoorden heb je geloof nodig.
Afkomst en toekomst
Je hebt het geloof nodig dat Iemand je in dit leven heeft geroepen met een bedoeling, namelijk om in alle vrijheid je naaste lief te hebben als jezelf. Dus om vriendelijk en aardig tegen mensen te zijn zonder je af te hoeven vragen of daar geen misbruik van gemaakt wordt.
Je hebt ook geloof nodig dat we ooit op aarde een situatie zullen hebben waarin die naastenliefde totaal logisch is geworden. Omdat de angst voor tegenslagen, ziekte en dood is overwonnen.
Ik heb in Rome ook verteld over het bruiloftsmaal dat zo vaak voorkomt in de verhalen over Jezus.
Het beeld van een bruiloftsmaal helpt me om me voor te stellen wat eigenlijk onvoorstelbaar is, namelijk de situatie na mijn fysieke dood.
Het meest onvoorstelbare is wel dat ik op een of andere manier zal kunnen voelen, zien en horen, zoals nu met mijn fysieke lichaam. Maar dan wel buiten de tijd. Ik zal dan om kunnen gaan met mensen die duizenden jaren voor mij leefden en ook met mensen die duizenden jaren na mij zullen leven. De tijd telt eenvoudig niet meer.
Ik zie geen Laatste Oordeel voor me zoals Michelangelo dat schetst.
Ik zie een bruiloftsmaal voor me waar het hele dorp aan meedoet en ook de mensen die toevallig langskomen. Het is een feest waar iedereen dankbaar is. De gasten zijn dankbaar dat ze erbij zijn om met het bruidspaar te vieren dat mensen van elkaar kunnen houden. De mensen die het allemaal georganiseerd hebben zijn dankbaar dat iedereen geniet, want dat was de bedoeling. Het bruidspaar is dankbaar dat iedereen gekomen is en mee wil vieren. En er is genoeg voor iedereen en niemand dringt voor uit angst iets te moeten missen. Iedereen is welkom zoals zij of hij de drempel is overgestapt. Er wordt niemand buitengesloten. Maar mensen kunnen zichzelf wel buitensluiten en er hardnekkig van uit blijven gaan dat liefde en geluk niet belangrijk is met die houding: Ach een paar mensen willen trouwen, nou en? Moeten ze toch zelf weten? Ik heb er geen zin in om dat mee te maken en ik heb wel wat beters te doen. Mensen sluiten zichzelf buiten als ze hardnekkig willen geloven dat het leven totaal zinloos is.
Eucharistie
Ik heb aan de jongeren ten slotte ook verteld dat de eucharistie het feest van die dankbaarheid is. Dat het voor mij een beeld is van hoe het in de toekomst allemaal goed zal komen. Niet alleen met ons als aparte personen, maar met de hele wereld.
Het is natuurlijk allemaal heel symbolisch: we eten een stukje brood en nuttige een druppeltje wijn, maar we staan naast elkaar en zijn helemaal onszelf, we accepteren elkaar en zijn niet bang dat een ander ons brood afpakt en wij tekort komen.
Zo zijn we een soort levend schilderij van de situatie dat het goed komt met de wereld.
Zo zijn we een soort antwoord op de vraag WAAROM je een goed mens zou zijn: niet uit angst voor de hel, maar uit dankbaarheid dat we het leven gekregen hebben van iemand die ons ook in de dood niet los zal laten: God de Vader. Amen.