20181230 Eerste zondag na Kerst

Wat bevalt me?

Het verhaal van vandaag heeft iets ontroerends.

Twee stokoude mensen komen in de tempel om het jonge gezin te zegenen en te vertellen over de verlossing die het kleine jongetje Jezus zal komen brengen.

Het evangelieverhaal van vandaag begint eigenlijk halverwege het ontmoeting met de oude Simeon. Vlak voordat hij de familie zegent heeft hij de bekende woorden gesproken: Nu laat u, Heer, uw dienstknecht in vrede heengaan, want met eigen ogen heb ik de redding gezien die u bewerkt hebt ten overstaan van alle volkeren: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israel, uw volk.

Hij ziet dus het kleine jongetje en hij ziet tegelijk de redding voor het volk en ook voor de volkeren die God niet kennen zoals Israel God kent.

Datzelfde gebeurt met Anna. Zoals van de oude Simeon verteld wordt dat de Geest van God op hem rustte, zo wordt van haar verteld dat ze al tientallen jaren in de tempel verbleef om God te danken en te loven.

Deze mensen zien iets bijzonders in de kleine Jezus en dat kwam door hun contact met de Geest van God. In het verhaal zijn ze niet zomaar helderziend waardoor ze in de toekomst kunnen kijken, nee, ze worden gebruikt door de Heilige Geest om iets te vertellen over Jezus die pas geboren is.

Boodschap

Het is op zichzelf helemaal niet interessant om in de toekomst te kunnen kijken.

Het wordt pas belangrijk als je een zinvolle toekomst kunt vertellen.

In dit geval is dat een toekomst waarin de wereld gered zal worden. De beide oude mensen vertellen ons dat we nooit hoeven te wanhopen aan de toestand op de wereld: het komt uiteindelijke goed, want Jezus werd geboren. Dat is hun boodschap: niets meer en niets minder. En dat hebben ze niet zelf bedacht, dat is hun ingegeven door de Geest van God.

Lastig

Maar Simeon zegt er nog iets bij dat niet vanzelf zo fijn klinkt.

Jezus zal weerstand oproepen, verzet tegen zijn boodschap en er zullen dingen gebeuren die als een zwaard door de ziel van moeder Maria zullen snijden.

Dat is wel een koude douche als je net gezegend bent. Diezelfde vriendelijke zegenende man gebruikt barse en harde woorden om duidelijk te maken dat de toekomst niet een zaak is van bloemetjes plukken en met zijn allen blij zijn. 

Hoe kan een blijde boodschap nou gezet oproepen?

De blijde boodschap van Jezus hield in dat mensen vrij zijn om lief te hebben en van het leven te genieten. Dat klinkt toch mooi en je vraagt je misschien af waarom mensen daar niet meteen mee kunnen beginnen.

Maar als je doordenkt zie je al gauw dat dit een ingrijpende verandering van de samenleving vraagt.

Laten we het eens concreet maken in het lastige probleem van de vluchtelingen.

Op dit moment verblijft er in het Bethelcentrum in Den Haag een Armeense familie die een paar dagen geleden te horen heeft gekregen dat ze toch echt Nederland moet verlaten.

De mensen van dat centrum en van de gemeente die daar kerkdiensten houdt vinden dat dit gezin eigenlijk wel zou moeten kunnen blijven. Ze zijn inmiddels van de familie gaan houden en ze vinden dat hun geloof in de blijde boodschap van hen vraagt om gastvrijheid te verlenen.

Maar als iedereen in Nederland ervoor zou pleiten om ruimhartig te zijn en gastvrij te zijn voor alle gezinnen en enkelingen die graag in Nederland willen wonen, wordt onze samenleving ontwricht. 

Je kunt wel zeggen dat we allemaal best iets willen inleveren om mensen in nood te helpen, maar iedereen weet dat deze bereidheid zijn grenzen heeft. De gemiddelde samenleving kan het dus gewoon niet aan als mensen massaal de naaste gaan liefhebben als zichzelf, hoe mooi het ook op papier klinkt. Daardoor roept een radicale boodschap van vrijheid en liefde altijd verzet op.

Trouw 

En toch vind ik ook dat wij mensen het steeds maar weer moeten blijven proberen. Steeds maar weer, zonder te oordelen en zonder te beschuldigen de vraag stellen: wat brengt ons er nu eigenlijk toe om onze grenzen dicht te houden? Waar zijn we met zijn allen eigenlijk bang voor? 

En af en toe zal het lukken om te doen wat je diep in je hart graag wilt doen: gastvrij zijn, de naaste liefhebben als jezelf.

Soms zal er strijd nodig zijn voor een menswaardig bestaan, zoals een eeuw geleden in Nederland toen het minimumloon werd afgedwongen, de kinderarbeid werd verboden en ook vrouwen rechten kregen. Soms gaan de dingen langs de weg van overleg en geleidelijkheid.

Elke situatie vraagt om een eigen aanpak.

Maar het lijkt mij de boodschap van het evangelie dat we moeten blijven zoeken wat we kunnen doen binnen de mogelijkheden die we hebben om gevolg en gehoor te geven aan de boodschap van Jezus: Wees vrij om lief te hebben.

Persoonlijk

Ik heb zelf anderhalve week geleden ook  dienst gedaan in het Bethelcentrum. Gewoon omdat de mogelijkheid zich voordeed. IK herinner me het gevoel nog heel goed dat ik had. Ik was blij dat ik niet de verantwoordelijkheid hoefde te nemen voor de familie. Die lag bij degenen van het centrum die het verblijf van het gezin in hun midden mogelijk maakten. Ik hoefde ook niet de vraag te beantwoorden: Waarom deze familie wel en zoveel andere families niet?

Ik vond het wel mooi om te doen, om gewoon mijn zeer bescheiden steentje bij te dragen. 

Voor mij was dat meedoen bijna zoals we eucharistie vieren: we weten heel goed dat Christus wel bij ons komt in brood en wijn, maar ook dat we vervolgens weer terug gaan naar ons eigen dagelijks leven.

Alleen was alles erg concreet en daardoor pijnlijk geworden: voor het gezin is de toekomst zwart aan het worden en dat gaat in zekere zin als een zwaard ook door mijn ziel. Ik zie geen goede oplossing, geen simpele uitweg en dat doet pijn en geeft een machteloos gevoel: bij de familie zelf in de eerste plaats, bij de mensen van het centrum natuurlijk, maar zelfs ook bij mij als terloops betrokkene.

Ik besef weer heel goed dat ik de wekelijkse eucharistie waarin we durven uitspreken dat alles uiteindelijk goedkomt, omdat Christus werd geboren, dat ik die heel erg nodig heb om te kunnen blijven geloven in de blijde boodschap.

Om te kunnen geloven dat ik niet zomaar zelf verzin dat alles goedkomt, maar dat dit ons wordt ingegeven door de Geest van God, net zoals bij Anna en Simeon.

Amen