We hebben zojuist een prachtig beeldend verslag gehoord van hoe Lazarus opgewekt werd uit de dood. Misschien te mooi om waar te zijn. Misschien heeft u wel gedacht: is dit nu een feitelijk verslag, zoals een journalist zou maken, of is dit een mooi verzonnen verhaal met een diepere boodschap?
Ik zelf lees dit verhaal niet als een feitelijk verslag en ook niet als een verzinsel.
Ik heb gemerkt dat ik de meeste verhalen uit de bijbel lees als een filmscript voor een docudrama.
Het verhaal is gebaseerd op waargebeurde feiten, maar soms heeft de scenarist de vrijheid genomen om iets te veranderen, of passages in te voeren om de essentie van het verhaal duidelijk te maken.
Een filmscript is nooit een eindpunt, maar een vertrekpunt van een serie gesprekken.
Stel dat een regisseuse een scenarioschrijfster heeft ontmoet die een mooi script heeft gemaakt over het leven van Mandela. Ze zullen dan gaan proberen om hun fascinatie voor dat verhaal te benoemen tot een essentie en om die essentie te vangen in een motto om meer duidelijkheid te geven aan verdere betrokkenen. Want om die essentie vlees en bloed te geven heb je ieders inbreng nodig.
Dat motto blijkt te zijn: ‘Heb je vijanden lief, loont’.
De subsidiegevers en investeerders, de producer, de cameravrouw, de mensen van geluidsdesign, de acteurs en actrices gaan vervolgens naar aanleiding van dit motto het script lezen en voegen hun eigen inzichten en levenservaring toe. De een zal zeggen dat Mandela door aardig te zijn tegen zijn bewakers zijn leven op Robbeneiland aangenamer maakte, de ander zal zeggen dat hij een soort christen was, of in elk geval spiritueel. Een derde zal zeggen dat een dergelijk motto niet alleen voor hem persoonlijk van belang was, maar dat hij ook zag dat het een goed uitgangspunt is voor het tot het bot verdeelde Zuid Afrika. Wellicht zal de regisseuse ook aangeven dat ze graag wil dat de film iets doet, iets teweeg brengt. Bijvoorbeeld in de Nederlandse politiek waar vooral oog is voor eigenbelang en de mensen met de kortste lontjes het meest te vertellen lijken te hebben. En de scenarioschrijfster zal misschien aangeven dat ze door het onderzoek en het schrijven zelf ook veranderd is en geïnfecteerd is door de waarheid van dit motto.
Kortom, een filmscript is een dood ding, totdat eraan gewerkt gaat worden en het zelf ook gaat werken in mensen. Uiteindelijk zullen makers ook graag willen dat hun film iets doet met de bezoekers van de bioscoop.
Voor mij is het motto van het verhaal van vandaag ‘Het leven is van een andere orde dan het fysieke bestaan’. Wie de moeite neemt om het verhaal met dit motto in het achterhoofd nog een keer goed door te lezen zal merken dat de scenarist Johannes er alles aan gedaan heeft om duidelijk te maken dat de hoofdpersoon, Jezus, duidelijk wil maken dat het leven van een andere orde is dan het fysieke bestaan en dat dat alleen kan als iedereen ervan overtuigd is dat Lazarus echt dood is. Hij stinkt al. De overtuiging van de vrienden en familieleden is: ‘Zolang er leven is, is er hoop’. Maar Jezus wil hun een andere overtuiging geven, eentje die ruimte laat voor hoop, ook als het fysieke bestaan tot een einde is gekomen.
Jezus ontneemt zijn vrienden hun hoop op genezing. Ze zijn er boos over.
Als de acteur die Jezus speelt aan de regisseuse vraagt of hij niet heel erg bot is tegen de mensen die hem dierbaar zijn, zegt ze: Nee, het gaat hier niet om iets eenmaligs. Als je je doodzieke vriend had beter gemaakt zou iedereen blij zijn, maar niets gezien hebben van het leven. En een paar jaar later loopt Lazarus onder de tram is en is ie ook dood. Nee, je wilt iets essentieels laten zien over het leven, iets dat je later nog uitdiept als je sterft aan het kruis.
Je zegt ook niet: Ik KAN zelf een dode weer levend maken; maar: IK BEN de opstanding en het leven.
Dat is de essentie van je leven, dat je diepste identiteit, het fundament onder je persoonlijkheid niet je fysieke lichaam is, maar het gegeven dat je het leven in je draagt. Dat wil je duidelijk maken met alles wat je doet in je leven, in je lijden straks en in je sterven. En steeds als je zegt: Wie in mij gelooft….. hoop je dat mensen begrijpen dat de essentie van jouw leven in feite de essentie van elk mensen leven is. Daarom noem je jezelf ook steeds Zoon des Mensen, mensen zoals mensen bedoeld zijn.
Maar die ontroering dan, die heftige emotie vlak voordat ik Lazarus roep, wat is dat dan? Vraagt de acteur.
De regisseuse glimlacht: Je mag best je menselijke kant laten zien; je hebt een goede vriend verloren, dat is niet niks. En de dramaturg vult aan: Maar er zit ook iets van wanhoop in, dat ook nu de mensen je niet zullen kunnen en willen begrijpen. Dat je ook bij deze opwekking uit de dood niet duidelijk zult kunnen maken wat het leven is, dat het leven de essentie van jouw leven is, dat het leven de essentie van elk mensenleven is. De mensen zullen zich vergapen aan het wonder, zullen met elkaar in discussie gaan of Lazarus niet schijndood was. Maar ze zullen ook nu de gedachte niet omarmen dat het leven van een andere orde is dan het fysieke bestaan.
De regisseuse gaf een praktische aanwijzing: Ga maar in je gevoel van gemis, dat is je basis; we willen straks inn de montage ook iets met special effects doen, dat er iets van blauw-wit licht rond je hart te zien is en dat als het ware een soort tweede IK van licht zich van je losmaakt, de grot in wandelt en het hart van Lazarus beroert, wakker maakt. Zoiets.
We leven in een cultuur die sterk is beïnvloed door de successen van de wetenschap. We leven in het wetenschappelijke geloof dat alleen dat wat empirisch waargenomen kan worden ook kan bestaan. Het is voor ons buitengewoon moeilijk om de gedachte te omarmen dat het leven iets anders is dan alle waarneembare uitingen van leven, zoals het kloppen van ons hart, onze adem, onze hersenactiviteit. Het leven is van een andere orde dan het fysieke bestaan.
Althans dat is mijn persoonlijke opvatting, mijn geloof. Daarom is het verhaal van vandaag voor mij niet een feitelijk verslag en ook geen mooi verzinsel, maar lees ik het als een script voor een docudrama. Een startpunt voor gesprekken waarbij iedereen een inbreng heeft, zodat het script na een tijdje van vlees en bloed wordt.
Daarom is het mooi dat er twee mensen besloten hebben bij ons te willen horen en mee te doen in onze gesprekken.
We kunnen de inbreng van iedereen gebruiken om het verhaal vlees en bloed te geven. Zodat het verhaal gaat leven en iets doet met jouw eigen leven.