Ik lees soms over ontmoetingen met heel spirituele mensen.
Soms zijn dat mensen die ook heel bijzondere gewoontes hebben en er bijzonder uitzien; soms zijn het mensen die je gewoon op straat voorbij zou kunnen lopen zonder dat je iets opvalt.
Het evangelieverhaal van vandaag is eigenlijk de manier waarop Mattheus wil laten zien op wat voor manier Jezus een heel bijzonder mens was. Maar de eerste indruk die geschetst wordt is niet die van een heel spiritueel mens.
Hoe werkt Mattheus toe naar de presentatie van Jezus als de verlosser?
Als je het evangelie naar Mattheus voor het eerst zou lezen zonder de persoon van Jezus te kennen, zou je weten dat hij – net als alle andere joden – van Abraham afstamde, dat er iets bijzonders met zijn verwekking aan de hand was, die was namelijk uit de heilige Geest, dat in elk geval één mens geloofde dat hij de verlosser was. Die ene persoon was koning Herodes, die vervolgens alle jongetjes uit Bethlehem en omgeving liet vermoorden.
Dan verschijnt de profeet Johannes op het toneel. Deze figuur wordt neergezet als een krachtfiguur, die dwars door de mensen heenkijkt en niet bang is om autoriteiten tegen de schenen te schoppen. Hij verwijt de religieuze leiders dat ze schijnheilig zijn en dat ze beter goed kunnen handelen om te laten zien dat ook zij zich bekeerd hadden. Want de bijl ligt aan de wortel en de boosheid van God is groot.
Johannes kondigt dan iemand aan die groter is dan hijzelf en die niet met water doopt, maar met vuur.
Als je tussen de toehoorders stond, zou je denken: dat is dus iemand met een vlammenwerper en een donderpreek waar niet zonder doodsangst naar te luisteren valt.
Maar dan komt de scene tussen Jezus en Johannes.
En al lezende vroeg ik me af hoe ik me dat voor zou kunnen stellen.
Alsof het een filmfragment was.
Hoe zou de film eruit zien als ik het bij de montage voor het zeggen zou hebben?
Ik denk dat Jezus keurig tussen een paar anderen zou staan, wachtend op zijn beurt. Geen muziek die een bijzondere sfeer aanduidt, geen close ups van zijn keurige gezicht met het klassieke baardje. Gewoon iemand die wat voor zich uitstaart.
Dan komt Jezus bij Johannes. Die heeft al een paar keer opgekeken, alsof hij iets bijzonders in deze Jezus zag. En dat blijkt: Johannes neemt Jezus even apart en zegt zonder dat de omstanders dit noodzakelijk moeten horen: Nee, nee, dat gaan we niet doen. Als er iemand gedoopt moet worden, dan ben ik het zelf en wel door u.
We horen een totaal andere toon van de Doper, die nietsontziend elke autoriteit neerwaaide en nu zelf probeert weg te kruipen in zijn sandalen. En dan Jezus: Laat dat nu even los, we gaan gewoon doen wat de regels zijn.
Hiermee moet duidelijk worden dat Jezus het optreden van Johannes fundamenteel waardeert. Alsof hij hiermee zegt: Jij, Johannes hebt het idee gekregen dat je mensen gaat bekeren en dopen als teken dat ze een nieuwe toekomst wilden leven.
Dat idee is uit de heilige geest en niet jouw eigen bedenkseltje.
Het onderwater houden van Jezus zou er in mijn montage ook zo hebben uitgezien als bij alle anderen voor hem. Geen speciale behandeling. Gewoon goed lang onder water houden totdat iemand bijna niet meer kan en in alle vezels voelt: adem, leven, wat heb ik dat nodig!
Als Jezus opstaat uit het water kijken we met hem mee en zien we een duif fladderen, even rond het hoofd van Jezus cirkelen en weer wegvliegen. Als Jezus de duif nakijkt horen we een stem zeggen: Deze is mijn geliefde zoon in wie ik een welbehagen heb.
Dan loopt Jezus zonder omkijken weg, richting woestijn.
Ik zou de scene afsluiten met Johannes de Doper die Jezus nakijkt en tegen de mensen om hem heen zegt: Dat is dus die mens die veel groter is dan ik ben. Ik ben niet waard om zijn schoenen los te maken. Hij gaat iets doen wat we ons bijna niet voor kunnen stellen. Ik doop met water, maar hij zal dopen met vuur.
De gezichten van de omstanders laten onbegrip zien: hoe kun je van zo’n gewone man iets bijzonders verwachten?
Als we zo naar dit verhaal kijken dan blijven ook wij met een paar vragen zitten: was die duif een symbool, een teken van bijzondere spiritualiteit? En als de duif dan symbool is van de Heilige Geest, wat moeten we ons dan daarbij voorstellen? Is dat het vermogen om heel positief te kunnen denken? Is dat mentaal heel sterk zijn? Of is dat juist het vermogen om je te voegen naar de regels, de wet, de wil van God. Maar wat is die wil van God dan? Die God met die stem die zegt: dit is mijn Zoon?
Wat zegt dat over die persoon Jezus dat er een stem zegt dat hij ‘mijn Zoon’ is? Was dat een innerlijke stem, dus een idee dat in Jezus opkwam? Was dat iets dat de mensen om hem heen ook gehoord hebben?
Dit zijn vragen die opkomen als je op de denklijn zit van: Ja, het is een mooie film, een mooi verhaal, maar wat is er nu in het echt gebeurd?
Die vragen waren niet de bedoeling van de schrijver Mattheus en ook niet van de film die ik eventueel zou willen maken. De film zou geen reportage zijn van iemand die toevallig tussen de mensen in stond en zijn telefoon bij zich had.
De vragen van mijn film zouden eerder zijn: Kun je je voorstellen dat deze persoon verlossing gaat brengen en waarvan zou je dan verlost worden? Wat zijn de belemmeringen waarmee je in jouw leven te maken hebt en wat zou je verwachten van iemand die jou daarvan zou willen verlossen?
Waar ben je zelf onderdeel van je eigen probleem en waar kom je jezelf zo tegen dat je iets ‘van buiten’ nodig hebt.
We weten dat Jezus uiteindelijke aan het kruis duidelijk wilde maken wat hij te vertellen had en ook dit jaar gaan we proberen contact te krijgen met die levenswaarheid.
Hierbij worden de lezers van het evangelie naar Mattheus meteen al op een spoor gezet in het verhaal dat op de doop volgt: de verzoeking in de woestijn. Daar biedt de duivel oplossingen aan voor de grote problemen in de wereld en die oplossingen worden door Jezus afgewezen omdat ze gebaseerd zijn op wereldse macht en dat is juist een deel van de problemen.
Wij gewone mensen met onze gewone, of bijzondere problemen en uitdagingen moeten verlossing verwachten van een mens die in eerste instantie heel gewoon is, zich aan de gangbare regels houdt, die geen macht uitstraalt en die toch verlossing belooft. Het vraagt moed om in verlossing te blijven geloven als je al zo vaak iets hebt geprobeerd. Maar toch brengt het kerkelijk jaar, als wij die regels volgen, ons elk jaar weer op dit spoor: probeer te zien hoe Jezus verlossing kan brengen voor jou en voor de wereld.
We zullen elkaar nodig hebben om dit geloof vol te houden als Pasen nadert.