‘En er zullen grote aardbevingen zijn en pestziekten en hongersnoden op verschillende plaatsen en verschrikkelijke dingen en grote tekenen aan de hemel.’
We hoorden zojuist de aankondiging van enorme natuurrampen. De schrijver Lukas verwacht duidelijk dat dit binnenkort gaat gebeuren. En dat gebeurt wel vaker in de bijbel.
In het eerste verhaal van vandaag hoorden we ‘want zie, de dag komt, brandend als een oven!’
Eeuwenlang hebben mensen gedacht dat het binnenkort wel afgelopen zal zijn met de aarde en de mensen die erop wonen.
Maar op het moment dat Lukas zijn toekomstvisioen opschreef was het al lang geleden dat de profeet Maleachi beschreef hoe de goddelozen vernietigd zouden worden.
En we weten inmiddels ook wel dat Lukas geen gelijk heeft gekregen.
Wat moeten we dan geloven van die beschrijvingen in de bijbel van het einde van alles wat leeft? Komt er wel een grote vernietiging en een laatste oordeel over de mensen?
Ik denk in de eerste plaats dat het heel menselijk is om er rekening mee te houden dat de aarde vernietigd kan worden.
In de bijbel gebeurt dat vaak in een natuurramp. In onze tijd worden ook rampscenario’s geschetst waarin de aarde onleefbaar is geworden door grote overstromingen, pandemieën, of droogte. Het grote verschil tussen de bijbel en de krantenberichten van nu is wel dat in de bijbel wordt gedacht dat de rampen komen door goddeloosheid en onrechtvaardigheid, terwijl in onze krantenberichten de klimaatverandering wordt toegeschreven aan economische belangen en hebzucht van de mensen.
Er is misschien niet zoveel verschil tussen de bijbelse tijden en onze tijd, tussen de mensen vroeger en nu. Wat vroeger goddeloosheid werd genoemd heet nu gebrek aan respect voor wat leeft. Dieren worden steeds meer gezien als dingen die vlees opleveren en die zo goedkoop mogelijk moeten leven tot ze hun vlees af kunnen staan aan de mensen. En de aarde zelf wordt gezien als een soort grondstof waarvan we zoveel mogelijk moeten zien te genieten.
Waar blijft de verwondering voor het leven?
Ik bestudeer nu al een tijdje de Franse filosoof Michel Henry. En hij vindt dat wat we tegenwoordig kunnen bedenken over het leven ongeveer hetzelfde is als wat men vroeger in de bijbel opschreef over God. En daar zit wel iets in, vind ik.
Wat in de bijbel ‘goddeloosheid’ heette, kun je tegenwoordig wel ‘gebrek aan respect voor het leven’ noemen.
Ook in de bijbel zijn aanwijzingen te vinden om te voorkomen dat de aarde uitgeput zou worden door te intensieve landbouw, maar ook regels om het vee goed te behandelen en vooral om andere mensen menswaardig te behandelen.
Kennelijk waren dat soort regels ook in die oude tijden nodig vanwege gebrek aan respect voor het leven.
Kennelijk veranderen de mensen in de loop van de eeuwen niet zoveel. Ook nu hebben we regels nodig en een klimaattop om die regels af te spreken, alleen maar om het leven te respecteren en de aarde leefbaar te houden.
Misschien lijkt onze tijd inderdaad wel op de tijd waarin Lukas leefde, of de profeet Michael.
Ook nu maken veel mensen zich zorgen over de toekomt van de wereld.
Er is een klimaattop aan de gang om te voorkomen dat de temperatuur van de aarde toch nog meer gaat stijgen dan anderhalve graad.
Ook nu hebben de mensen die in de kranten schrijven haarfijn in de gaten waar de oorzaak van toekomstige rampen ligt: in de economie, dus in de hebzucht van mensen, dus in gebrek aan respect voor het onbegrijpelijke wonder van het leven.
Het lijkt wel alsof veel mensen nauwelijks stil staan bij het wonder van het leven. Dat er leven mogelijk is op dit kleine korreltje aarde in het enorme heelal.
Maar degenen die iemand aan de dood hebben moeten afstaan weten wel beter. Zij beseffen de kostbaarheid van ons kwetsbare bestaan maar al te goed.
Dat geldt natuurlijk ook voor mensen die pas een kind hebben gekregen. Ook dan spreekt iedereen wel over een wonder, of men ergens in gelooft of niet.
En toch valt het niet mee om dit respect voor het leven, dat elk mens in principe kan kennen, ook om te zetten in ander gedrag.
Gedrag dat de aarde wat meer ruimte geeft, dat het leven op onze kleine aarde wat meer ruimte geeft.
We zien dit aan de politici op de klimaattop die heel goed weten wat er moet gebeuren om het klimaat in de hand te houden. Maar die zelfde politici aarzelen om de bekende maatregelen ook te nemen, want ze willen ook volgend jaar weer gekozen worden en maatregelen voor een beter klimaat zijn niet populair.
Zelf weten wij vast ook wel wat we kunnen doen voor een beter klimaat.
Wat we kunnen doen om ons respect voor het leven vorm te geven.
Wat we kunnen doen om God die de bron is van alle leven te dienen.
Want gebrek aan respect voor het leven is ongeveer hetzelfde als goddeloosheid, als we de redenering van Michel Henry volgen. En ik heb zelf sterk de neiging om dat inderdaad te doen.
We zijn zo van de ene vraag in de andere gekomen.
Aan het begin vroeg ik me af: ‘Wat moeten we dan geloven van die beschrijvingen in de bijbel van het einde van alles wat leeft? Komt er wel een grote vernietiging en een laatste oordeel over de mensen?’
De vraag of we de bijbel moeten geloven, omdat de grote vernietiging nog steeds niet heeft plaatsgehad wordt steeds onbelangrijker.
Wetenschappers voorspellen tegenwoordig de rampspoed. Het gaat dus steeds meer om ‘de feiten onder ogen durven zien en daar iets mee doen’. De mensheid graaft feitelijk zijn eigen graf en de maatregelen om daar iets tegen te doen zijn niet leuk.
Ik denk dat we als mensheid op een andere manier moeten leren denken.
Niet de afweging van ‘hoeveel willen we inleveren voor een iets beter milieu’? Maar: aandacht en respect voor het wonder dat we leven, dat het leven op aarde mogelijk is en dat we daarvan kunnen genieten.
En als je goed kijkt heb je eigenlijk niet zo heel veel nodig om van het leven te genieten.
Misschien is dat wel de boodschap die Jezus kwam brengen.
In de gedaante van een klein baby’tje, een klein wondertje van leven.