We zijn gewend om Jezus te zien als de Goede Herder en daar hoort het plaatje bij van een stoere man die een lammetje op zijn schouders draagt.
Alles doet die goede herder om dat arme lammetje dat de weg was kwijt geraakt te vinden en terug te brengen.
De herder had ook kunnen denken: ik heb nog 99 schapen over, als ik die onbeheerd achterlaat kan ik er wel meer kwijt raken en de kans dat ik dat verdwaalde lammetje vind is ook niet zo groot.
Dat zou verstandig en goed beheer zijn.
Het lijkt erop dat Lucas ons wakker wil schudden door deze herder zo te schetsen.
Dit is een herder die helemaal niet denkt in economische termen.
Deze herder denkt alleen maar aan het leven dat misschien verloren gaat.
Misschien denkt hij wel dat de andere schapen wel keurig bij elkaar zullen blijven en hoopt hij dat er geen rovers langs zullen komen.
Maar vooral laat Lucas zien dat de herder even helemaal bezig is met het leven van dat ene schaap.
Hij kan nergens anders meer aan denken.
Net als de vrouw die een drachme kwijt is en even alles aan de kant zet om juist dat ene muntje terug te vinden.
Waarschijnlijk herkennen we deze situatie wel.
Ikzelf kan het in elk geval soms niet uitstaan als ik iets niet kan vinden. Bijvoorbeeld een nietmachine.
Soms zoek ik dagenlang, zo lang dat ik denk: waarom loop ik niet even naar de winkel om voor een paar euro een nieuwe nietmachine te kopen?
Maar ik voel wel dat er iets anders aan de hand is: ik kan het niet uitstaan dat ik iets kwijt ben.
Misschien is dat ook wat er aan de hand is met de herder en de vrouw.
En misschien wil Lucas ons ook vertellen dat iets vergelijkbaars aan de hand is met God.
Als een mens de weg kwijt is, kan God dat niet uitstaan.
Dat beteken niet dat mensen die keurig op het pad blijven geen belangstelling van God hoeven te verwachten.
Het betekent dat mensen die zich verloren voelen, die de weg kwijt zijn op belangstelling van God kunnen rekenen.
Want misschien wil Lucas ons vooral vertellen wat je als verloren schaap kunt verwachten.
Juist als je de weg kwijt bent, juist als je je verloren voelt, juist als je denkt: alles loopt mis en waarom zou iemand zich nog om mij bekommeren, juist dan kun je erop rekenen dat er kracht beschikbaar is.
En dat is inderdaad vaak de ervaring van mensen die in een uitzichtloze situatie zitten.
Vaak vertellen ze na afloop dat ze op een of andere manier toch de kracht gevonden hebben om door te gaan met hun leven.
Maar meestal is het ook zoeken.
Afgelopen weekend was ik in Bonn op het Internationale Congres van de Oud-Katholieke Kerk.
Het mooie van zo’n bijeenkomst is dat je allerlei mensen spreekt die je anders nooit zou tegenkomen. Ik heb in gesprekken ontdekt dat je op veel verschillende manieren Oud-Katholiek kunt zijn en dat ook een kerkdienst die er wat anders uitziet dan de onze toch gewoon Oud-Katholiek blijft.
Ik raakte in gesprek met een echtpaar uit Zuid-Duitsland.
In de loop van dat gesprek vertelden ze dat ze twee zonen hadden en één dochter. Een van die jongens woonde in Dusseldorf; honderden kilometers uit de buurt en ze verheugden zich erop om hun kleinkind van zes maanden voor het eerst te zien.
Toen ik opmerkte dat we in Nederland gelukkig met kleinere afstanden te maken hebben, vertelden ze over hun dochter. Die was enkele jaren geleden naar Oeganda gegaan om als pedagoge zich in te zetten voor weeskinderen. Haar zagen ze maar heel af en toe.
Ze vertelden dat ze het daar erg moeilijk mee gehad hadden, maar dat ze begrepen dat hun dochter deze stap als een roeping zag. Ze hebben gebeden en voor hun gevoel de zaak verder aan God overgelaten.
Ze vertelden ook dat hun dochter inmiddels een Oegandese man had en al enkele jaren had geprobeerd had om ook kinderen te krijgen. Ze had inmiddels diverse miskramen achter de rug. Maar ze had ook last van allergieën, malaria en pijn.
Vorige week zondag hadden ze hun dochter nog even via FaceTime gesproken. Ze was met barstende hoofdpijn uit de kerkdienst gekomen. Er was een lange en enthousiaste kinder-activiteit geweest en de dominee had een uur lang over de zegening van het moederschap gepreekt.
Toen ik in de ogen van de moeder keek, zag ik de pijn.
‘Moeten we niet op zoek naar een andere God?’ vroeg ze zich hardop af.
En toen kwamen de bekende geloofsvragen op tafel.
Is dit de bedoeling van de roeping die hun dochter gevoeld heeft?
Hebben ze niet genoeg gebeden om gezondheid en vruchtbaarheid voor hun dochter?
De moeder haalde een bijbeltekst aan waarin gezegd wordt dat als je maar dringend bidt God wel geeft wat je vraagt.
Ik heb heel stellig gezegd dat dit gewoon niet waar is. Zo werkt het niet.
Die vragen waarom iemand die zulk goed werk wil doen zoveel tegenslag krijgt is gewoon niet te beantwoorden.
Het viel me op dat het echtpaar ondanks alles niet terneergeslagen was. Ze hadden belangstelling voor alles wat om hen heen gebeurde, ze keken uit naar de kerst waar alle kinderen in het land zouden zijn en ze lieten me foto’s zien van hun dochter, hun zoons en hun kleinkinderen.
Met het verhaal van vandaag in de hand zou ik kunnen zeggen dat ze een beetje lijken op het verloren schaap. Niet omdat ze gezondigd hebben en de weg kwijt zijn geraakt in het leven. Maar meer omdat ze niet meer goed wisten waar de weg van hun leven naartoe leidde en waar ze de kracht vandaan moesten halen om verder te gaan.
Ik hoop dat ze inderdaad een andere God vinden.
Niet de God die lijkt op Sinterklaas. Je stuurt een verlanglijstje op en je moet maar afwachten of je krijgt wat je vraagt.
Maar de God die lijkt op een Goede Herder, die het niet kan uitstaan dat een schaap verloren is.