Preek 20220828 De truc van de al te bescheiden mensen

Kent u ze ook? Die mensen die alle aandacht naar zich toetrekken door ijverig te roepen: Nee, hoor, doe voor mij geen moeite, nee, ik red me wel, hoor!
Ik zat een keer in de tram toen er een vrouw binnenkwam met een stok.
Dus ik stond op om haar mijn plaats aan te bieden.
Maar nee, ze bleef staan. Zuchtend en steunend.
Iemand anders die dichterbij haar zat stond ook op.
Nee, hoor, doet u geen moeite, ik red me wel, let niet op mij, zei ze met een van pijn vertrokken gezicht.
Inmiddels had ze alle aandacht van de hele coupé.

Ik moest aan dat voorval denken toen ik het verhaal van vandaag las.
Jezus geeft een tip aan mensen die niet goed kunnen beslissen waar ze aan tafel gaan zitten.
Kennelijk was het in die tijd eervol om dichtbij de gastheer of gastvrouw te zitten en die plaatsen werden dan de hogere, eervollere plaatsen genoemd.
Je kunt beter een plek kiezen die wat lager is, want het is gênant als de gastvrouw of gastheer zegt: Wat doe je op deze hoge plek, die had ik voor een goede vriend in gedachten.
Leuker is het als je te horen krijgt: Wat doe je daar zo ver weg, kom wat dichterbij!
Als je de tip van Jezus helemaal uit wilt spelen, dan ga je een beetje pruttelen: Nee hoor, let niet op mij, ik zit hier goed. Dan wordt er aangedrongen: Ja maar ik zie je graag, om wat dichterbij, kom maar naast me zitten!
Als je het slim speelt krijg je alle aandacht en alle eer, dankzij je al te bescheiden opstelling.

Maar dat is de bedoeling van Jezus natuurlijk niet.
Zijn bedoeling kunnen we een beetje afleiden uit de verhalen die om het verhaal van de eerste en de laatste plaats heen staan.
De evangelielezing begon vandaag met een verhaal over een genezing. Iemand komt op de sabbat bij Jezus en die geneest hem. Mag je op de sabbat wel werken, mag je wel genezen?
Natuurlijk, want het leven gaat altijd voor.
De regels zijn er om het leven leefbaar en menselijk te maken en het leven mag nooit ondergeschikt worden gemaakt aan de regels.

Hieruit kun je een les leren over de houding waarmee je naar een feestmaal toe gaat.
De tip van Jezus is niet bedoeld om te leren hoe je met een bescheiden opstelling veel meer eer naar jezelf toe kunt halen dan met een opschepperige opstelling.
Het is de bedoeling van Jezus dat je het soms belachelijke van die regels inziet en ze aan de kant schuift.
Het is de bedoeling dat je inziet dat je niet naar een feestmaal komt om gezien te worden en eer te krijgen, maar om feest mee te vieren. Je moet bij een feest helemaal niet bezig zijn met de vraag of je wel op een eervolle plek terecht komt. Je moet het feest vieren, het leven vieren.

Het verhaal dat volgt op het verhaal over de eerste en de laatste plaats is meer een les voor degene die een feestmaal geeft.
Want de tip die Jezus geeft aan een gast kun je makkelijk vertalen naar de gastheer of gastvrouw.
Die kan namelijk bepalen waar iemand komt te zitten.
Die heeft dus heel veel macht en het is voor sommigen heel plezierig om die macht te voelen.
Om te kunnen zeggen: Beste man, je moet toch een paar plaatsen opschuiven hoor, want deze plek is bestemd voor een goede vriendin van me die bovendien directeur is van een groot bedrijf.
Of: Zeg, wat doe je daar, dat is toch geen plek voor een gevierd kunstenares, ik heb je toch niet uitgenodigd om in een donker hoekje te gaan zitten, kom maar naast me zitten. Zometeen komt de fotograaf en je ziet er vandaag weer fantastisch uit.

Jezus zegt: Als je een feestmaal geeft om een mooi moment van het leven te vieren, hou je dan niet bezig met wie je uitnodigt en waarom. Want dan ben je in feite vooral bezig met teruggevraagd worden. Je bent bezig met de vraag wat je moet doen om zoveel indruk op de directeur of de kunstenares te maken dat je vergeet wat er te vieren valt.

En zo komen we van de etiquette vragen bij de vragen van het leven.
Etiquette vragen kun je opsturen naar een tijdschrift of een krant en dan krijg je een antwoord dat misschien lijkt op de tip die Jezus gaf.
Dan weet je hoe je je het beste op een feest kunt gedragen.
Maar de diepere vraag is natuurlijk: als er een feest is, wat vier je dan?
Als je je verjaardag viert, wat vier je dan?
Als we eucharistie vieren, wat vieren we dan?

Uiteindelijk vieren we dat we leven en dat het leven dat we gekregen hebben bijzonder is en zeker niet vanzelfsprekend.
Het gaat om iets dat dieper ligt dan de vraag of we een goed leven hebben; dieper dan de vraag waarom bepaalde verdrietige, of moeilijke dingen op ons pad zijn gekomen.
Het gaat om de vraag wat dat leven is dat ons bewoont. Dat leven dat iets anders is dan ons fysieke bestaan en dat – zo geloven we in de kerk – niet verloren gaat als ons fysieke bestaan ophoudt.

U weet misschien wel dat ik in het afgelopen jaar bezig ben geweest met die vraag wat het leven nu eigenlijk is. Op twee manieren.
Ik bestudeer een Franse filosoof die zich vanuit zijn vakgebied met die vraag bezig houdt.
En ik heb over die vraag een aantal gesprekken gehad met min of meer bekende Heldenaren.
De gesprekken staan op onze parochie website, omdat ik het gevoel heb dat het misschien de taak van de kerk kan zijn om aandacht te vragen voor het bijzondere van het leven. Om bezoekers van onze website te stimuleren om zelf ook na te gaan wat zij dan vinden van het leven.
Veel mensen die niet naar de kerk gaan vinden de kerk overbodig.
Ze hebben hooguit enige waardering voor de kerk vanwege het vrijwilligerswerk dat nuttig is voor de maatschappij, zoals het organiseren van een voedselbank bijvoorbeeld.
Maar het zou kunnen dat we ook een andere rol kunnen hebben, gewoon door te doen wat we wekelijks doen: omgaan met en aandacht besteden aan de vraag wat het leven nu eigenlijk is.
Omdat het vieren van de eucharistie eigenlijk niets anders is dan het stilstaan bij het feit dat het leven niet vanzelfsprekend is, maar bijzonder.