Preek 20210808 Iedereen is uitverkoren

Het prachtige verhaal waarin Jezus onaards ging stralen staat vlak na een toekomst voorspelling door Jezus zelf.
En die voorspelling staat weer vlak na een vraag die hij aan de leerlingen stelt: Wie ben ik volgens jullie?
Petrus geeft het antwoord: Jij bent de Gezalfde van God.
Jij bent degene die door de profeten is aangekondigd.
Degene die het volk zal redden.
Niet door de buitenlandse vijanden te verslaan, maar door het volk te laten zien wat er echt toe doet in het leven.
Door te laten zien waar het in al die wetten en voorschriften om gaat.
Jij bent die bijzondere mens die zo goed weet wat de bedoeling van God is met ons mensen,
dat jij dat niet alleen goed kunt vertellen,
maar dat jij dat als het ware van moment tot moment in je leven laat zien.

De reactie van Jezus op die belijdenis is verrassend: Hij verbiedt de leerlingen hierover in het openbaar te praten. Het moet nog even geheim blijven.
En meteen gaat hij vertellen dat deze Gezalfde van God door de religieuze leiders afgewezen zal worden, zal moeten lijden, zal sterven en na drie dagen opgewekt zal worden uit de dood.
Jezus zegt er niet bij wat er met de leerlingen gaat gebeuren.
Hij zegt dat iedereen die hem wil volgen zijn kruis op zich moet nemen.
Hij zegt dat wie zijn leven wil behouden het zal verliezen en omgekeerd; wie bereid is zichzelf te verloochenen zal het leven krijgen.

Na deze raadselachtige woorden vertelt Lucas dus het verhaal van de stralende Jezus.
Hij had de drie belangrijkste leerlingen meegenomen de berg op.
Terwijl hij in gebed verzonken was ging zijn gezicht stralen en kregen zijn kleren een witte glans.
Dan gaat Jezus in gesprek met de traditie. Met de Wet en de Profeten in de personen van Mozes en Elia.
En ze hebben het over zijn exodus in Jeruzalem. Exodus -dat woord staat er in het Grieks- betekent uittocht. Het is hetzelfde woord dat gebruikt werd voor de verlossing van het volk uit Egypte. Het is de naam van het tweede boek in de bijbel waarin die oerbevrijding verteld wordt. En het belangrijkste stuk uit die uittocht was de ontsnapping. Het volk stond voor de zee, de Rietzee. En als je niet kunt zwemmen betekent de zee de dood. Aan de horizon zagen ze de stofwolken van het leger van de farao. Ze konden geen kant uit. Maar ze ontsnapten dwars door de dood heen. Er was een pad door de zee, een uitweg.
Het leger van de farao verdronk en het volk Israel was eindelijk vrij.

Iedereen die een beetje weet hoe de bijbel in elkaar zit, of iedereen die een beetje weet hoe het leven in elkaar zit, weet dat vrijheid van buitenlandse vijanden wel vrede brengt, maar dat het dan pas allemaal begint. In een land van vrede is niet iedereen automatisch gelukkig.
Mensen zitten zichzelf in de weg zoals die Olympische sporter die na zijn verloren wedstrijd vertelde dat hij eigenlijk al jarenlang tegen zichzelf aan het vechten is en dat hij dat gevecht niet kan winnen.
Mensen zitten ook elkaar in de weg door jaloezie, hebzucht, ijdelheid, onverschilligheid en wat al niet.
Mozes had destijds de Wet opgeschreven om mensen te helpen zichzelf en anderen niet onnodig in de weg te zitten en ruimte te houden voor menselijkheid, vriendelijkheid.
De profeten, onder aanvoering van Elia hadden keer op keer de mensen de ogen willen openen voor deze bedoeling van de wet.
Maar de geschiedenis leert dat mensen hardnekkig zijn en niet gemakkelijk toegeven aan de waarheid die ze vaak diep van binnen beschikbaar hebben.
En die hardnekkigheid houdt mensen gevangen. Mensen hebben een bevrijding van zichzelf nodig.

Dat was de bevrijding waar de drie mannen in dit topoverleg op de berg het over hadden.
Dat was de exodus, de uittocht waardoor de mensheid ooit gered zal worden.
Dat was het pad door de dood waar Mozes, Elia en Jezus het over hadden.
En Jezus had de kern ervan al samengevat in zijn gesprek met de leerlingen; vlak na de belijdenis van Petrus en vlak voor de verheerlijking met straling en al.
De Zoon des mensen moet veel lijden, wordt verworpen en afgewezen, zal sterven en wordt na drie dagen weer opgewekt uit de dood.

Dat is de boodschap van de Gezalfde van God aan ons mensen van nu. Dat heeft op een of andere manier met onze redding te maken.
Maar hoe dan?
Is het de bedoeling dat wij mensen van nu ons zo moeten gaan gedragen dat we ook door alles en iedereen afgewezen worden? Is het de bedoeling dat wij het lijden op moeten gaan zoeken?
Nee, dat is niet de bedoeling. Het volgen van Jezus is iets anders dan proberen te doen wat hij gedaan heeft.
Als het de bedoeling was geweest dat wij mensen van na Jezus het lijden en de afwijzing op zouden moeten zoeken dan zouden er van die miljoenen mensen die vermoord zijn omdat ze christen waren -soms zelfs door medechristenen- toch wel mensen na drie dagen opgestaan zijn uit de dood. En dat gebeurt niet op onze wereld. Voor ons is de opstanding iets van de andere wereld, waar de tijd niet is, maar alleen eeuwigheid.

Jezus heeft met zijn woorden en zijn doen en laten iets willen laten zien waar wij mensen van nu onze conclusies uit kunnen trekken.
Hij vertelde aan zijn leerlingen dat hun leven wel van hen is, maar dat ze dit van God gekregen hebben. Het leven is geen neutraal gegeven, maar een gift waartegen niemand NEE heeft kunnen zeggen. Wij mensen zijn dus in eerste instantie totaal passief. We hebben er niks aan kunnen doen om in dit leven te komen en er was ook geen moment waarop we hadden kunnen zeggen: liever niet.
Dat passieve is voor mensen altijd moeilijk. Je wilt toch een beetje controle en sturing. En dat kan ook: iedereen moet zelf bedenken hoe zij of hij zijn leven inricht. Maar dat allereerste begin, dat moeten wij mensen niet vergeten. We moeten niet vergeten dat we met al onze zorg en aandacht voor onszelf en onze medemens bezig zijn een cadeau vorm te geven.

Jezus heeft in zijn ontreddering, het afgewezen zijn door alles en iedereen, het lijden en de uiterste machteloosheid van de dood iets laten zien dat hij ook al met woorden had beschreven.
Als alle controle, alle sturing, alle waardering wegvalt, dan blijft alleen het kale bestaan over en dan zie je pas goed wat de bodem is onder ons kale bestaan: ons bestaan is ons gegeven door een kracht die ons verstand te boven gaat en die we God noemen.
Dat is de betekenis van die raadselachtige zin: Wie zijn leven wil behouden die zal het verliezen en wie het wil verliezen zal het behouden.
Als je je leven wilt behouden zoek je het in alle aandacht, controle en sturing die je kunt verzinnen. Maar uiteindelijk ben je kansloos tegen de dood. Maar als je -in de lijn van wat Jezus liet zien- ervan doordrongen bent dat je je leven hebt gekregen van een macht die je dus ook vasthoudt na je fysieke bestaan, dan sta je open voor de kracht waardoor je leeft, voor de liefdevolle God die jou het leven heeft gegeven.
Wat God tegen Jezus zegt: jij bent mijn uitverkoren kind, dat zegt hij ook tegen ons; laten we daar naar luisteren, al is dat soms moeilijk.