20190217 Verjaardag van de Kerkwijding

Verjaardag van de Kerkwijding

Zomaar een dak

We hebben vandaag drie beelden gehoord om ons het huis van God voor te stellen. Op de verjaardag van de kerkwijding wil ik bij deze beelden stilstaan om wat meer idee te krijgen bij deze gewijde ruimte waar we elke week voor de kerkdienst samenkomen. Wat betekent het nou dat deze ruimte gewijd is?

We begonnen met een mooi lied dat vertelt dat de kerk Zomaar een dak boven wat hoofden is.

Bij mij blijft altijd de gedachte hangen dat een kerk pas goed kerk wordt als wij er inderdaad binnengaan om recht voor God te staan. Zoals een taart pas echt een taart wordt als ie in een feestelijke stemming aangesneden en rondgedeeld wordt. Ik kom aan het eind terug op onze rol in het hele proces van kerkwijding, waardoor zomaar een dak boven wat hoofden echt een kerk wordt.

Bethel, huis van God

Het eerste verhaal dat we vandaag hoorden gaat over een plaats waar God is. 

Jacob voelt en beseft dat niet onmiddellijk. En dat is best te begrijpen, want hij heeft wel wat anders aan zijn hoofd. Hij is op de vlucht voor zijn broer Esau die hem wil doden omdat hij de erfenis heeft afgepakt. Jacob zoekt aan het eind van de dag een beschut plekje om te slapen. 

Hij krijgt een droom en dan merkt hij dat dit een bijzondere plaats is. Die plaats is niet bijzonder omdat hij daar een mooie bemoedigende droom heeft gehad, nee, hij beseft dat hij die droom krijgt omdat er iets van die speciale plek uitgaat. Hij zegt ook: God verblijft hier op deze plaats en ik had dat niet in de gaten.

Afgelopen week las ik een boek van een antropoloog, dus iemand die goed thuis is in andere culturen. Zij schrijft dat er overal op de wereld in alle culturen plaatsen zijn waar iets mee aan de hand is, iets bijzonders, alsof er speciale kracht van uitgaat. Ze schrijft ook dat sommige mensen daar gevoeliger voor zijn dan andere. Zij krijgen dan vaak een rol als spiritueel leider en worden priester, of sjamaan, of kluizenaar. Maar ook gewone mensen kunnen dat speciale van bepaalde plekken voelen, namelijk als ze in een andere bewustzijnstoestand komen. Mensen die bijvoorbeeld in stress leven, doordat ze heel moe zijn, of heel dicht bij de dood zijn en dus als het ware op een heel dun touwtje lopen, maken soms mee dat er als het ware een luikje opengaat waardoor ze dingen zien die ze in hun normale alledaagse bewustzijn niet zien. Ze zien bijvoorbeeld een goede bekende naast zich zitten terwijl ze echt weten dat deze persoon daar helemaal niet kan zijn.

Bij Jacob ging er dus ook een luikje open waardoor hij engelen zag en begreep dat dit een verblijfplaats van God is.

Jacob heeft iets ervaren, een dimensie van de werkelijkheid die normaal gesproken verborgen blijft, omdat hij meestal -zoals wij allemaal- via zijn alledaagse bewustzijn naar de wereld kijkt en dus gewoon de alledaagse werkelijkheid ziet. Jacob weet zeker dat wat hij heeft ervaren ook echt bestaat, want hij zegt niet: O wat heb ik een mooie, bemoedigende droom gehad. Hij weet dat hij niet gefantaseerd heeft, maar dat hij in zijn droom een andere dimensie van de werkelijkheid gezien heeft.

De stad uit de hemel

In het tweede verhaal dat we hoorden ging het over een stad van God die uit de hemel naar de aarde zakt. Het gaat over een visioen van de toekomst.

Het bijzondere van dit visioen vind ik dat de stralende toekomst waarin alles goed is geworden op aarde zal zijn. Die hemelse stad is niet een soort visuele wereld waar alle goede mensen naar toe kunnen stijgen. Dat is eeuwenlang het beeld geweest van het hiernamaals: na je dood stijg je als ziel zonder je lichaam omhoog naar een plaats die we hemel noemen en waar je bij God leeft voor eeuwig. 

Hier is het zo dat God met een nieuwe stad om zich heen naar de aarde komt om de tranen van ons mensen af te wissen. Dat betekent twee dingen.

De opstanding uit de dood die ons mensen te wachten staat, lijkt behoorlijk veel op de opstanding van Jezus zelf. Opstanding uit de dood betekent niet dat de ziel omhoog vliegt, maar dat we op aarde voortleven op een lichamelijke manier, maar dan zonder de nadelen van die lichamelijke manier van leven. Zoals Jezus ook op aarde verscheen aan zijn leerlingen.

Daarnaast is het duidelijk dat we nu alvast kunnen beginnen met tranen van de ogen van mensen afwissen, dingen recht zetten, barmhartig zijn. Niet om alvast die goddelijke stad op aarde te maken, maar om alvast in die geest aan de slag te gaan. We kunnen geloven dat het zin heeft om goed te zijn, op te komen voor mensen die niemand hebben om hen te helpen en ons in te zetten voor een betere wereld, omdat het uiteindelijk inderdaad goed komt. Mensen zonder geloof zullen soms verzuchten dat het allemaal geen zin lijkt te hebben, maar dat hoeven wij als christenen niet.

Zacheus

In het laatste verhaal zien we hoe dit kan werken op persoonlijke schaal. Zacheus voelt wel dat hij zijn leven zou moeten veranderen en onwillekeurig heeft hij ook het idee dat Jezus daar belangrijk bij is. Jezus komt eerst bij hem in zijn huis en daardoor verandert hij. Het is dus niet andersom. Jezus zegt niet: Als jij nou eens ophoudt met mensen uitzuigen en als jij nou eens wat armen zou helpen dan kom ik misschien een keer koffie bij je drinken. 

Als wij dus goede, rechtvaardige en barmhartige mensen proberen te zijn met elkaar, dan doen we dat niet om de kans groter te maken dat we God kunnen ontmoeten, dat we een mooie religieuze ervaring krijgen. Nee, we ontmoeten God, hier in de kerk en dat maakt dat we goede mensen proberen te zijn. Omdat we weten dat God met ons is en dat het uiteindelijke goed komt met ons en de wereld.

Zomaar een dak

Ons gebouw is niet zomaar een dak boven wat hoofden. We kunnen ervan uitgaan dat God hier verblijft. Teken daarvan is een reliek dat in het altaar is ingemetseld. In ons altaar zijn relieken van de H. Agatha en de H. Odulfus ingemetseld. Dat dit een heilige plaats is, hebben we natuurlijk lang niet altijd in de gaten.

Maar we kunnen het soms voelen of beseffen als we samen een viering hebben. Ik zal niet zeggen dat we elke week allemaal visioenen van hoog spiritueel niveau hebben, maar soms kunnen we merken dat er iets is. Misschien de light versie van wat Jacob meemaakte. 

En dan gaat het erom dat we dat serieus nemen. Of we dat nu ervaren bij binnenkomst, tijdens een lied, gebed, stilte, orgelspel, de eucharistie; het moment maakt niet uit. Maar het is goed om het niet af te doen als dromerij of fantasie.

En het gaat erom om die ervaringen mee te laten spelen in de manier waarop je leeft. Een bekering zoals bij Zacheus is niet realistisch voor de meesten van ons, maar we kunnen de wekelijkse kerkdienst op zijn minst gebruiken om steeds weer te beseffen dat het zin heeft om een goed mens te zijn en te geloven dat het inderdaad goed komt met de wereld. Amen