20180429 De ware wijstok

De rank en de stam

Vorige week hoorden we dat Jezus van zichzelf zei: Ik ben de Goede Herder.

In het evangelie van Johannes zijn zeven van die uitspraken waarin Jezus iets over zichzelf zegt: bijvoorbeeld ook Ik ben het brood des levens; of Ik ben het levende water.

Jezus kiest steeds weer een ander beeld om duidelijk te maken hoe belangrijk het voor ons mensen is om in contact te blijven met hem.

Nu is dat het beeld van een wijnrank -dat zijn wij dus- en de wijnstok, of de stam.

Een zijtakje, een wijnrank kan nooit genoeg voeding en water uit zichzelf halen om de druiven te laten groeien.

De sappen komen uit de stam en die haalt ze weer uit de grond.

In dit beeld zijn wij mensen dus de takjes, Jezus is de stam en God is de aarde waar alles vandaan komt.

Wat is de voeding?

In dit beeld van de wijnstok moeten wij als takjes doen wat Jezus doet, namelijk de sappen doorgeven, zodat de druiven kunnen groeien.

Wat zijn die sappen dan? Die voeding waardoor de druiven kunnen groeien?

Die sappen zijn het leven dat we van God hebben gekregen.

Christenen, dus mensen die Christus volgen, geloven dat ze het leven van God hebben gekregen.

Natuurlijk weten wij ook wel hoe kinderen geboren worden, nadat ze negen maanden in een baarmoeder gegroeid zijn.

Maar daarnaast is er een ander besef mogelijk.

Het besef dat je niet alleen door je eigen ouders gewenst werd, maar ook door God.

Wij christusvolgers geloven dat God niet alleen Jezus graag zag leven, maar ook ons.

Hiermee geloven we dus iets heel ongrijpbaars: er is een diepe kracht in het leven, een kracht die ons verstand te boven gaat en die we nooit te pakken kunnen krijgen in het oneindig grote heelal; en die kracht wenste dat op dat onbeduidend speldenprikje dat aarde heet een mens geboren werd met de naam die ik draag, of met de naam die u draagt. Het klinkt bijna absurd.

Vergeten

Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel mensen dat juist niet kunnen geloven.

Ze zeggen: Ik ben niet zo belangrijk, zeker niet als je bedenkt hoe oneindig groot het heelal is en hoeveel mensen er al niet op de aarde hebben geleefd.

Maar de hele bijbel gaat juist over het uitkiezen van mensen die door anderen en zichzelf niet zo belangrijk werden gevonden.

En Jezus zelf kwam uit Nazareth, een dorpje in een achterlijke provincie van het land Israel.

Jezus zegt dus tegen de leerlingen en tegen ons: Geloof nu maar dat je dat leven van God gekregen hebt en nog steeds krijgt. Vergeet het niet, want anders ben je net een takje aan een stam die denkt dat het wel los van de voedingsstroom kan leven en druiven kan laten groeien. 

Als ik overdreven bescheiden ben en denk: Nou, dat kan toch niet dat er een kracht is in het heelal die zich om mijn kleine persoontje bekommert; dan snijd ik me af van de levenskracht van God. Ik kan dat doen, want ik ben vrij. God maakt geen robots, maar wil een relatie met vrije mensen.

Als ik overdreven opschepperig ben en denk: Kijk eens wat ik allemaal in me heb en wat voor moois ik allemaal uit mijn handen laat komen; dan snijd ik me af van de levenskracht van God.

Dat is de waarschuwing van Jezus.

Wat zijn de druiven?

Wat zijn dan die druiven? Die vruchten van mijn leven?

De druiven zijn niet mijn goede daden, want goedheid en aardige, behulpzame en vriendelijke mensen bestaat ook buiten de kerk.

De druiven zijn de overtuiging dat wij mensen -net als Jezus- opstaan uit de dood.

Bij Jezus gebeurde dat na drie dagen en in onze geschiedenis.

Dat was een teken. Iets waardoor we de moed kunnen vatten om te geloven dat het waar is wat Jezus zelf aan zijn leerlingen zei: De Vader heeft jullie lief zoals hij mij heeft liefgehad. En zoals ik ben opgestaan uit de dood, zo zullen ook jullie opstaan aan het einde van de tijd.

Weer zoiets dat we ons misschien maar moeilijk kunnen voorstellen: Dat er ooit een eind komt aan het eeuwig doortikken van de minuten.

Moeilijk voorstelbaar, maar wel te ervaren

Wij staan voor de uitdaging om JA te zeggen tegen wat we diep in ons hart verlangen:

-Dat ons bestaan niet toevallig en zinloos is, maar dat er een kracht diep in het leven is die ons heeft gewild.

-Dat ons bestaan niet ophoudt als ons fysieke lichaam niet meer functioneert.

Elk mens op aarde kent deze diepe verlangens en tegenwoordig zeggen veel mensen dat ze nergens op slaan.

Wij komen bij elkaar om samen de moed te vinden om te zeggen dat ze wel ergens op slaan, omdat we dat leren uit het leven, sterven en opstaan van Jezus. En omdat we dat vieren in de eucharistie. 

Laat me afsluiten met een persoonlijke ervaring. Het koffiedrinken na de kerkdienst.

Dat is voor mij een teken dat we wel degelijk samen iets ervaren van die moeilijk te grijpen waarheid.

De kerkdienst en het koffiedrinken horen bij elkaar; het is ondenkbaar dat we hier wekelijks gezellig zouden koffiedrinken als er geen mis aan vooraf zou gaan.

In de mis, in de eucharistie bidden we dat de Heilige Geest bij het brood en de wijn komt zodat wij worden tot één lichaam. 

Dat zie ik soms een beetje als we koffiedrinken.

Het is een sfeer waarin niks hoeft en waarin we bij elkaar horen en waarin iedereen zichzelf kan zijn.

Het is de sfeer waarin ikzelf kan geloven dat het ooit goed komt met ons mensen op deze wereld waar de chaos lijkt te heersen.

Omdat we het niet alleen gezellig hebben met elkaar, maar ook omdat we ons verbonden voelen met Jezus en met God die ons het leven heeft gegeven.

Amen