20180318 De tarwekorrel die sterft

De Grieken

Het verhaal van vandaag heeft een wat ingewikkelde inleiding.

Er zijn Grieken naar Jeruzalem gekomen om het Joodse Paasfeest mee te vieren.

Dat zijn dus mensen die het geloof niet met de paplepel hebben binnengekregen.

Ze zijn op een of andere manier geïnteresseerd geraakt in die Joodse God.

En nu hebben ze kennelijk ook van Jezus gehoord.

Iemand die mensen kan genezen, boze geesten uitdrijven en die het koninkrijk der hemelen verkondigt. Nu ze toch in Jeruzalem zijn, willen ze die Jezus ook graag zien.

Wie weet kunnen ze hun geloof in de Joodse God nog wat verdiepen.

Aarzeling

De Grieken gaan met hun verzoek naar Filippus.

Vermoedelijk was Jezus in de tempel en daar mochten de Grieken niet komen. 

Ze hadden dus een tussenpersoon nodig.

Filippus gaat dan naar Andreas en niet direct naar Jezus.

Kennelijk durfde Filippus het niet aan om Jezus direct aan te spreken. Misschien voelde hij ook wel dat Jezus misschien vandaag niet zo in de stemming was om gezellig met Griekse toeristen te praten.

Het dienen van Jezus

Jezus gaat niet in op de beleefde en bescheiden vraag van de Grieken.

Hij is bezig met zijn einde. Hij heeft zijn leven gewijd aan het vertellen over God, die hij Vader noemt.

Hij wilde duidelijk maken hoe God van ons mensen houdt. Duidelijk maken dat we ons in feite geen zorgen hoeven maken over de manier waarop ons leven loopt. Zelfs niet over de manier waarop ons leven af loopt.

God heeft ons in het leven geroepen en zal ons ook na onze fysieke dood vasthouden.

Jezus weet dat hij niet alleen geleefd heeft om die boodschap duidelijk te maken, maar dat hij er ook voor zal sterven.

En hij weet dat het allemaal gemakkelijker gezegd dan gedaan is.

Wie zijn leven lief heeft, zal het verliezen

De boodschap is zo duidelijk.

God is niet een hogere macht die wij mensen met allerlei offers en goed gedrag gunstig moeten stemmen.

God is geen voor-wat-hoort-wat God: Als jij braaf bent, dan krijg je voorspoed.

Hoe meer mensen zich bezig houden met de vraag hoe die God gunstig gestemd kan worden, zodat er goede oogsten komen, zodat ziekten wegblijven, zodat je in goede gezondheid oud wordt, hoe meer mensen het contact met de ware levenskracht verliezen.

En die ware levenskracht is ons geloof dat we niet zomaar bij toeval op de wereld terechtgekomen zijn en er dan maar het beste van moet maken; maar dat wij mensen door God in dit leven geroepen zijn. God ziet ons graag leven.

Als je dat diep in jezelf door kunt laten dringen, hoef je je nergens meer zorgen over te maken.

Als je vanuit dat perspectief kunt leven, zul je ook vertrouwen aan je omgeving kunnen geven.

Dan lijk je op de tarwekorrel die sterft en vrucht voortbrengt.

Makkelijker gezegd dan gedaan

Jezus zegt dat allemaal zo duidelijk: wie zijn leven wil verliezen, zal het bewaren tot eeuwig leven.

Maar als hij zich realiseert dat hij nu zelf aan de beurt is, zegt hij: Mijn ziel is ontroerd.

Dat woord ontroerd betekent hier niet zoiets als geëmotioneerd.

Je moet het bijna letterlijk zien: zijn gevoelens en gedachten worden flink door elkaar geroerd, gehutseld. Hij weet even niet goed meer wat hij moet doen, moet denken, moet voelen.

Dan realiseert Jezus zich dat hij op dit punt van radeloosheid moest belanden om het leven dat ook hij zo lief heeft, toch los te kunnen laten.

Stem

En net als bij de doop in de Jordaan en bij de verheerlijking op de berg klinkt er ook nu weer een stem uit de hemel: Ik heb hem verheerlijkt en ik zal hem nogmaals verheerlijken.

Jezus legt aan de omstanders uit dat die stem juist voor hen is bedoeld. 

Het is de bedoeling dat de omstanders goed zien en goed begrijpen wat er met Jezus gebeurt.

Op het eerste gezicht zal hij worden gemarteld en op vreselijk pijnlijke manier worden terechtgesteld aan het kruis. 

Op het eerste gezicht zal het erop lijken dat God hem niet meer bijstaat en dat hij sterft als een doorsnee misdadiger.

Maar de stem heeft het aangekondigd: in al die gebeurtenissen zal God hem niet loslaten. Zelfs niet in de dood. Hij zalop wonderbaarlijke wijze opgewekt worden uit de dood.

De Grieken

Intussen zijn we de Grieken met wie het allemaal begon bijna vergeten.

Misschien is Filippus bij hen teruggekomen en heeft hij verteld hoe Jezus juist in een crisis was en daar ook weer uitkwam.

Misschien hebben ze zich gerealiseerd dat Jezus niet een persoon is met wie je even kennismaakt en gezellig babbelt. 

Als je met Jezus kennismaakt, houdt dat een zeker risico in. Namelijk dat je gaat geloven wat hij zegt.

En dan kun je in dezelfde soort crisis terechtkomen als Jezus zelf.

Je kunt je dierbare rust kwijtraken waarin je tegen jezelf zegt: ach, als ik maar een beetje fatsoenlijk leef en regelmatig naar de kerk ga, dan moet God ook wel aardig tegen mij zijn.

Jezus zegt dat die gemoedsrust schijn is.

God is altijd al goed voor je, ook als je niet braaf bent. Dat is rust en vertrouwen op een dieper en onaantastbaarder niveau. En dat voel je pas als je echt in het nauw komt, als alles je uit handen geslagen wordt en je het niet meer weet. Precies zoals Jezus zelf heeft meegemaakt.

De Grieken hebben de stem niet gehoord. Wij ook niet.

Het enige teken dat God ons mensen altijd vasthoudt, is de opstanding van Jezus.

Op naar Pasen dus.