Verschillen en overeenkomsten tussen God en Sinterklaas
Sint Nicolaas
Er was eens een arme man met drie dochters.
De vader was zo arm dat zijn dochters waarschijnlijk nooit zouden kunnen trouwen.
Sterker nog: hij was zo arm dat hij zijn dochters misschien wel als slaven zou moeten verkopen.
Maar drie keer achtereen werd er een zakje goud door het raam gegooid.
Precies in de schoenen van de dochters die stonden te drogen voor de kachel.
Dat had Sint Nicolaas gedaan.
Eind goed al goed.
Voor wat hoort wat
We weten allemaal wel dat de legende zich nog verder ontwikkelde en dat wij samen met vele andere kinderen op een gegeven moment onze schoen hebben gezet met een wortel erin voor het paard.
En in mijn schoen zat dan de volgende ochtend wel eens een beestje met chocolade aan de buitenkant en iets heel zoets en groens aan de binnenkant.
Een mooie ruil.
In mijn jeugd had het Sinterklaasfeest te maken met de grote vraag hoe de pieten hun pakjes zo goed vanaf het dak via de schoorsteenbuis in de juiste schoen konden mikken, met de vraag wat er over mij in het grote boek zou staan en of ik wel een gepaste beloning kon krijgen voor mijn goede gedrag en voor de wortels die ik trouw in mijn schoen stopte.
Ik haalde God en Sinterklaas ook wel eens door elkaar en dan moest bijvoorbeeld Gehazi, de slechte knecht van Elisa, in de zak en mee naar Spanje.
Maar later merkte ik dat veel volwassenen in feite zo met God omgaan zoals ik destijds met Sinterklaas omging: je moet je best doen en iets voor God over hebben om in dit leven, of later na je dood beloond te worden.
En als ik eerlijk ben, doe ik daar stiekem ook aan mee. Ik kan het bijvoorbeeld niet uitstaan als een goed iemand getroffen wordt door iets vervelends, een ernstige ziekte, of enorme maatschappelijke tegenslag of zo. Ik vind -als ik diep in mijzelf kijk- dat het kwaad slechte mensen moet treffen, die er maar op los leven en zich van niemand iets aantrekken.
Wie zoet is, krijgt lekkers, wie stout is de roe.
Sint Nicolaas begon als redder, niet als beloner
Maar de heilige Nicolaas is niet begonnen als iemand die in een boek bijhoudt of de kindertjes wel zoet zijn geweest.
Ruilde geen wortels om voor gouden munten of chocoladebeesten.
Hij zag de nood en hielp mensen uit de penarie waar ze buiten hun schuld in terecht gekomen waren.
Eigenlijk zoals we God ook graag zien optreden. Gewoon mensen helpen die het moeilijk hebben.
Maar doet God dat ook?
Jesaja zegt: hij geeft de geringe hun recht. Mooi, dat klopt met wat ik graag zie.
En even verder: Hij kastijdt de verdrukkers met de roede van zijn mond en de bozen doodt hij met de adem van zijn lippen.
ook dat bevalt me wel: slechte mensen moeten tegenslag hebben in het leven.
Is God dan toch een soort Sinterklaas geworden met een groot boek waar alles in staat en waarmee hij kan bepalen wat het verdiende loon is voor ons mensen?
Nee. Dat staat er net niet.
God kijkt om naar mensen die niemand meer hebben om hen te helpen. Wat dat betreft lijkt hij op de oorspronkelijke Heilige Nicolaas. Dat is iets anders dan mensen belonen vanwege hun goede gedrag.
Vervolgens haalt God de oorzaak van onrecht weg door onderdrukkers te vernietigen.
Dat is het beeld uit de bijbel en dat is ook het beeld dat Johannes de Doper de mensen voorhoudt.
Bekering gaat dieper dan een paar goede dingen doen
Johannes houdt de mensen voor dat je niet het goede moet doen om daar later voor beloond te worden, of om te ontsnappen aan de vernietiging van de aarde. Je doet het goede omdat je geen onrecht kunt verdragen. Je hebt er alles voor over als die vreselijke beelden van oorlog en geweld en verdronken vluchtelingen maar ophouden. Je zou alles wel willen doen om de wereld wat beter te maken als je maar wist hoe. En je doet er samen met anderen iets aan, hoe klein ook.
Dat is de instelling die Johannes de mensen voorhoudt. Dat is bekering.
Johannes scheldt de Farizeeën en de Sadduceeën uit. Ze moeten niet denken dat ze goed zijn, omdat ze afstammen van Abraham. Ze moeten zich bekeren.
En of die diepe innerlijke verandering echt is, zien we aan hun daden.
Johannes haalt er het beeld van een boom bij. Een goede boom brengt goede vruchten voort. Die boom kan niet anders. Als je een goede boom bent, is het eigenlijk geen prestatie om goede vruchten af te leveren.
Dat is een verschil met mensen die uit angst om verkeerd beoordeeld te worden of uit verlangen om een mooie beloning te krijgen ineens hun best gaan doen om iets goeds te doen.
Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe.
Johannes eist veel. Je moet het goede doen omdat je dat niet kunt laten. Als een goede boom.
En zoals een goede boom geen beloning verwacht, maar niets liever wil dan dat zijn vruchten met smaak gegeten worden, zo denkt iemand die van binnen uit iets goeds doet, helemaal niet aan een beloning voor zichzelf, maar eerder aan een beter leven voor iedereen.
Amen.