Ik weet niet hoe het met u ging toen u het verhaal van vanochtend hoorde, maar ik moest even achter mijn oren krabbelen toen ik het las.
Toen het huwelijk tussen Maria en Jozef was afgesproken, bleek ze zwanger te zijn van de heilige Geest. Omdat ik onlangs opa geworden ben klonk dat een beetje als een mededeling van het consultatiebureau die de echo nog eens goed bekeken had. Alsof mijn dochter me gebeld had met een aanvullend nieuwtje: alles is goed, hoor, alleen ze zagen iets in het vruchtwater en toen hebben ze nog een punctie gedaan en ja, toen bleek dat ik zwanger was van de heilige Geest.
Het kan ook klinken als een mooie verhullende omschrijving van het ongehuwde moederschap: o, die, ja die is zwanger, ja, van de heilige Geest, ja, ja, het is me wat.
Wat was er toch aan de hand met die Maria? Zou er iets te zien zijn geweest als ze toen een echo had kunnen maken? Of zou ze ‘gewoon’ tussen aanhalingstekens met iemand anders dan haar toekomstige man naar bed zijn geweest?
Op deze vragen geeft Mattheus geen antwoord.
Wel komt er een verklaring die bij mij nog meer vragen oproept.
Jozef was een rechtvaardig man; hij wilde zijn vrouw niet in opspraak brengen en besloot stilletjes te vertrekken. Waarom besloot Jozef niet om te blijven als hij zijn vrouw niet in opspraak wilde brengen? Wie zou er een vraag stellen als er bij dat echtpaar een kindje geboren zou worden?
Mattheus vertelt hoe Jozef door een droom op andere gedachten wordt gebracht. Hij komt tot een inzicht dat kennelijk belangrijker is dan alles wat hij daarvoor gezien en bedacht heeft, vanuit het perspectief van het dagelijks leven met al zijn problemen en uitdagingen. En hij blijft.
De engel maakte hem in de droom duidelijk dat dit kind in een bepaalde traditie staat. Een bevrijdende traditie waarin het leven sterker blijkt dan de dood. En hij blijft.
Lieve mensen, ik wil u uitnodigen om het verhaal nog eens te bekijken, maar dan bijna zoals je een sleutelroman leest. Ik stel u voor dat we bij alles wat van God komt, dus de heilige Geest, de engel en God zelf, invullen ‘alles wat van het leven komt’. Het zal dan duidelijk zijn dat het leven iets anders is dan ons dagelijks leven met de dagelijkse beslommeringen. Meestal houden we ons niet zo bezig met de vraag wat ‘leven’ nu eigenlijk is, omdat we zo bezig zijn met de dagelijkse beslommeringen. Maar die dagelijkse zorgen kunnen we niet eens opmerken en voelen zonder dat we leven. En terwijl we het idee hebben dat ons dagelijks leven geregeld moet worden en dat we hierin onze verantwoordelijkheid moeten nemen, kunnen we ook bedenken dat we niets hebben kunnen regelen aan het gegeven dat we in ons leven geroepen zijn. Het is ons gegeven, door het leven zelf.
Wie dit soort gedachten serieus kan nemen zal merken dat het belang van de dagelijkse beslommeringen een beetje minder lijkt te worden. De zichtbare wereld van het dagelijks leven wordt een beetje gerelativeerd ten opzichte van de onzichtbare wereld van het leven zelf.
Ik merk zelf als kersverse opa dat alle dingen die zichtbaar en meetbaar zijn aan de kleine baby me eigenlijk niet veel doen. O, kijk, ze kan al lachen! O, ze lijkt op haar vader! O, ze kan al met een rammelaar zwaaien, ze weegt al een kilo meer! Wat een klein wondertje toch.
Ik merk dat ik dat soort dingen niet zo snel zal opmerken en ik weet voor mezelf waarom. Ik ben meer onder de indruk dat dat kindje leeft, omdat ik daarachter het grote en onbegrijpelijke wonder van het leven proef. Hoe kan het dat er leven is? En dat geldt niet alleen voor een baby; het geldt ook voor mijzelf.
Ik kan me een telefoongesprek herinneren met mijn zwangere dochter die vertelde hoe ze het kindje al voelde bewegen. Ze raakte er ineens van doordrongen dat dat heel kleine wezentje al zelf leeft. En dat ze ooit zelf ook zo klein begonnen was. En jij ook, pap!
Als we dit soort overwegingen inlezen in het verhaal van Mattheus kunnen we ons misschien voorstellen dat ook Jozef in zijn droom inzag wat leven is en dat onzichtbare leven zelf veel groter is dan ons zichtbare dagelijks leven. Dat alle overwegingen vanuit het dagelijkse leven, bijvoorbeeld dat Maria misschien wel vreemd was gegaan, van relatief belang zijn naast het overweldigende inzicht dat in elke geboorte het leven zichzelf geeft in een mens die gaat leven.
Ook de aankondiging dat het hier gaat om een jongetje dat zijn volk van de zonden gaat verlossen is van relatief belang. Zou je zelfs kunnen zeggen. Mijn idee is dan ook dat Jozef bleef omdat hij het grote wonder van het leven had ingezien en niet zozeer dat hij de carrière van zijn zoon wilde faciliteren.
Mijn idee is ook dat er niet alleen vroeger Jozeffen waren, maar nu ook nog. Bijvoorbeeld in de kerk, in deze parochie van de heiligen Fredericus en Odulfus.
Mensen die heel goed weten wat de beslommeringen zijn van het dagelijks leven. En daarbij hoort ook al het regelwerk van het kerkelijk leven. Zoals Jozef na zijn inzicht deed wat de engel zei, zo pakken heel veel mensen taken op die er gewoon liggen om gedaan te worden.
In de Nieuwsbrief van deze parochie lees ik: lectio divina, kribbedienst, koper poetsen, kerstconcerten, parochielunch, Driekoningen met de speciale zegen en daarbij de aandacht voor het straatpastoraat, dubbele kinderkerk volgens een nieuw ontwikkelde methode, actief beheer en onderhoud, dus niet wachten met iets te doen als het dak lekt, presentatie op de erfgoeddag, aanwezigheid bij de nacht van Willibrord, kaarsen halen voor de parochie in Almere, de adventskrans ophangen, een benefietconcert, open kerk, het krat voor de voedselbank.
Ik kan natuurlijk niet in de harten kijken van de mensen die hier allemaal bij betrokken zijn. Ik weet dus niet vanuit welke motivatie dit allemaal gebeurt. Maar ik gun ons allemaal de droom die ook Jozef had. De droom die hem het inzicht gaf dat zijn zorgen te maken hebben met een oude traditie van bevrijding. Dat zijn dagelijks leven met al zijn beslommeringen te maken heeft met het leven zelf dat zich elke dag weer geeft aan ons levende mensen op een manier die we op geen enkele manier kunnen regelen en die we alleen in dankbaarheid kunnen ontvangen. Het leven zelf dat we nauwelijks in woorden kunnen vangen en waarover we misschien de engel nazeggen met de woorden: het is uit de heilige Geest.
Ik gun ons allemaal die extra motivatie dat de dingen die we doen ‘uit de heilige Geest zijn’, ons ingegeven worden door het leven zelf en ook bijdragen aan het goede leven voor iedereen.
Zelf zie ik dat de dingen die hier in de parochie gebeuren gedragen worden door een mooie groep vrijwilligers die hun verantwoordelijkheid nemen en hun beste beentje voorzetten. Dat is het perspectief vanuit het zichtbare dagelijks leven.
Maar ik geloof ook dat dit allemaal op een of andere manier uit de Heilige Geest is. Dat is het perspectief vanuit het leven zelf.
Misschien lijk ik wel wat op die Jozef uit het verhaal van vandaag. De naam ‘Jozef’ betekent ‘God doet toenemen’. Dat klinkt toch wel bemoedigend, dacht ik.