Daar zitten we dan. Eindelijk weer met elkaar in de kerk.
En we zijn gekomen, ondanks dat we niet zingen.
Onlangs zei iemand tegen me: Als er niet gezongen mag worden, hoeft het van mij niet.
Ik dacht: Die heeft gelijk.
Iemand anders zei: Ik mis het zo om echt naar de kerk te gaan, ik kijk wel de streamingsdiensten, maar dat is toch anders.
Ik dacht: Die heeft gelijk.
Zelf heb ik getwijfeld de afgelopen weken: Aan de ene kant dacht ik dat we de kerk niet open moeten doen als maar heel weinig mensen dat zien zitten; aan de andere kant voelde ik dat ik de kerkdienst nodig heb en vond ik dat we ook niet te makkelijk moeten zijn.
Het is misschien wel leuk om naar de kerk te gaan en elkaar weer te zien, maar er is toch meer aan de hand in de kerkdienst?
Daar wil ik vandaag, op Pinksteren, iets over zeggen.
Ik kom naar de kerk om samen iets te beleven dat ik vaak wel begrijp, maar niet zo goed uit kan leggen.
Als we samen zingen gebeurt er soms iets bijzonders.
Er kunnen zomaar woorden of zinnen binnenkomen die me raken. Ik noem dat begrijpen met mijn hart.
Ik word dan op een of andere manier geraakt en dan voel ik dat het op een of andere manier waar is wat we hier met elkaar doen.
Geen twijfel mogelijk.
Als iets mij raakt, dan is dat gewoon zo.
Daarom heeft degene die zegt: Als we niet mogen zingen, hoeft het voor mij niet in zekere zin gelijk. Waarom zou je naar de kerk gaan als je toch niet geraakt wordt?
Maar ik kan ook geraakt worden door het simpele feit dat we er weer staan, rond het altaar.
Dat we aan elkaar laten zien dat we het brood en de wijn willen ontvangen, alsof we het leven zelf willen ontvangen.
Ook op die momenten kan ik soms geraakt worden en voelen dat ik hier met de waarheid te maken heb.
De waarheid van mijn leven.
Daarom geef ik degene die zegt: Ik mis het zo om echt naar de kerk te gaan ook gelijk.
Dat geraakt worden is de werking van de heilige Geest. Dus de werking van God.
En nu kun je zeggen dat de heilige Geest ook aan het werk is als ik een mooi lied hoor op het Eurovisie Songfestival.
Want ook liedjes buiten de kerk kunnen me raken.
En ze kunnen me ook het gevoel geven dat ik te maken heb met de waarheid van mijn leven.
Ik denk zelf dat de heilige Geest ook buiten de kerkmuren en buiten de misvieringen om aan het werk is in onze wereld.
Maar in de kerk en in de mis zit er altijd iets vast aan dat geraakt worden.
Ik voel niet alleen dat ik te maken heb met de waarheid van mijn leven.
Maar door al het moois heen voel ik ook dat ik mijn leven gekregen heb.
Ik weet dat mijn leven van mij is en van niemand anders.
Ik ben vrij om mijn eigen keuzes te maken.
Maar ik weet ook dat ik op geen enkele manier mijn leven heb kunnen maken. Ik heb er zelf niks aan kunnen doen dat ik in dit leven terecht kwam.
En dan kan ik denken dat mijn bestaan stom toeval is, het gevolg van de wetten van de evolutie en willekeur.
Maar dat klopt helemaal niet met mijn diepe gevoel dat mijn leven er op een of andere manier toe doet.
Ik geloof dus dat ik in dit leven geroepen ben door iemand die mij dat gunt, iemand die graag ziet dat ik leef.
En die iemand is uiteindelijk God.
En nu komen we bij het woord Vader, waar Jezus het over had in het verhaal van vandaag.
God de Vader.
We weten dat God onzichtbaar is en geestelijk.
God heeft geen lichaam.
Dus we moeten een paar bijgedachten van het woord Vader loslaten.
Als je aan een Vader denkt en je haalt alles wat lichamelijk en zichtbaar is weg, dan houd je een persoon over die leven voortbrengt.
Het woord Vader betekent niks als daar geen kind bij hoort.
Dat is wat Jezus steeds wil zeggen met die ongrijpbare zinnen over de Vader en de Zoon.
God is geen energiebron die per toeval een heelal heeft laten ontstaan.
God is een persoon die personen in het leven heeft geroepen.
En de aarde en de rest van het heelal is de leefomgeving die we als personen nodig hebben en waar we zuinig op moeten zijn.
Over die Vader, Zoon en Heilige Geest is natuurlijk nog heel wat meer te vertellen.
Er zijn boeken over vol geschreven.
Er is eeuwenlang gestreden door theologen om de juiste woorden te zoeken om die drie personen recht te doen in onze belijdenis.
Maar laten we het vandaag eenvoudig houden.
De heilige Geest voelen we als we geraakt worden.
Dat kan ook buiten de kerk.
Maar in de kerk zit er aan dat geraakt worden altijd iets vast dat met de oorsprong van ons persoonlijke leven te maken heeft.
We hebben ons leven gekregen van een macht die ons verstand te boven gaat, die zich als een persoon gedraagt en die ons graag ons leven gunt.
En omdat ons leven met liefde gegeven is, zijn we ook vrij.
Er is misschien één probleem: wat als je niet geraakt wordt?
Dat gebeurt mij ook regelmatig: dan ben ik naar Den Helder gereden, heb samen met jullie de mis gedaan, maar er is niks bijzonders gebeurd.
Ik kan dan het gevoel krijgen dat ik net zo goed thuis had kunnen blijven. Natuurlijk is het fijn om iedereen weer te zien en te horen hoe het met iedereen gaat. Maar dat is op den duur niet genoeg.
Uiteindelijk kom ik naar de kerk om geraakt te worden door het vuur van de Geest.
Ik denk dan: Als er tien kaarsen branden en er waait eentje uit, is het niet zo’n probleem om die ene weer aan te steken.
En dat is de waarde van onze gemeenschap.
Dat we op elkaars geraakt worden mee kunnen liften.
Elke week weer. Amen