Wat een wonderlijk verhaal: Jezus die spreekt met de man die het symbool was van de wet, Mozes, en de man die het symbool was van de profetie, Elia.
En dan dat lichtgevende gezicht, die stem uit de hemel.
Maar het wonderlijkste vind ik nog wel dat de leerlingen die erbij waren sliepen toen dit alles gebeurde.
Stel je voor dat Mark Rutte met de partijleiders van de VVD, het CDA, D66 en de Christenunie een bosdag heeft om te bedenken of ze vanuit Nederland iets kunnen doen aan de oorlog in Oekraïne. Dan blijken ineens Nelson Mandela en Moeder Theresa aan tafel te zitten om uitvoerig met Rutte van gedachten te wisselen.
Maar de partijleiders waren te moe om hun ogen open te houden.
Hoe vreemd is dat.
Ik ga ervan uit dat Lucas, die dit verhaal opschreef, heel goed wist dat dit vreemd over zou komen bij de mensen die het zouden lezen.
Ik ga ervan uit dat Lucas bewust vragen op heeft willen roepen.
Niet alleen de nieuwsgierige vraag waar die leerlingen dan zo moe van waren.
Maar vooral: waarover zou dat gesprek tussen Jezus, Mozes en Elia gegaan zijn?
Ik ga ervan uit dat Lucas zich ervan bewust was dat mensen later zouden gaan bedenken waar het gesprek over gegaan zou kunnen zijn.
En dat wil ik nu doen: hardop bedenken waar dat gesprek over zou kunnen zijn gegaan.
Lucas geeft een hint: het ging over de ‘exodus’ die hij in Jeruzalem zou volbrengen. Het woord exodus wordt hier vertaald met ‘uitgang’. Maar we kennen het ook van de uittocht uit het Angstland Egypte, de bevrijding uit de slavernij.
Laten we eens aannemen dat Lucas dat beladen woord ‘exodus’ bewust gebruikte om aan te geven dat Jezus iets zou gaan doen om de mensen van zijn volk ergens van te bevrijden.
Je kunt dan natuurlijk meteen denken aan de bevrijding van de Romeinse overheersing.
Maar als dat het gespreksonderwerp was geweest, dan was het veel logischer geweest dat koning David aan tafel had gezeten. Hij was het symbool van de militaire successen. Hij vocht met succes tegen de Filistijnen en zorgde ervoor dat het volk een eenheid werd.
Maar kennelijk gaat het – in de visie van Lucas – om een bevrijding waar de wet en de profeten een rol bij spelen en niet militaire strategie.
Je zou kunnen zeggen dat de wet een geheel van regels is waardoor mensen elkaar niet om niks de hersens inslaan. Dat de wet ervoor zorgt dat niet het recht van de sterkste steeds maar wint. Dat de wet – kortom – zorgt voor humaniteit, menselijkheid.
Maar mensen hebben de neiging om steeds weer regels te overtreden als dat beter uitkomt en daarom zijn er de profeten die mensen oproepen om zich niet te verliezen in eigenbelang en wreedheid, maar om rechtvaardig te zijn en zich aan de regels van de menselijkheid te houden.
Maar wat brengt mensen ertoe om steeds weer de regels te overtreden, om hun eigen belang na te streven? Iedereen weet inmiddels wel dat je niet echt gelukkig wordt van heerszucht, van egoïsme, van pakken wat je pakken kan.
Ridouan Taghi stuurde destijds wel filmpjes de wereld in waar hij te zien was in prachtige zwembaden en met een duur horloge om zijn pols. Hij wilde hiermee vertellen: wie doet me wat; ik kom overal mee weg; ik hoef me niet aan de wet te houden, want ik heb macht.
Maar toen hij gearresteerd werd bleek dat hij al maandenlang in een huis woonde met de gordijnen dicht. Hij kwam in werkelijkheid zijn huis nauwelijks uit en moest altijd waakzaam zijn of hij zichzelf niet op een of andere manier zou verraden.
Je kunt wel een mooi horloge hebben, maar op de lange duur brengt dat geen rust en geluk.
Er is dus kennelijk een diepe en sterke drijfveer in mensen om toch voor het korte termijn succes te kiezen, hoewel men weet dat dit geen geluk op de langere termijn brengt.
Wat is die diepere drijfveer die mensen weghoudt van het geluk op de langere termijn?
Ik denk dat dat angst voor de dood is.
Veel mensen leven met het idee dat er niks anders is dan de langere of kortere tijd die we op aarde zijn tussen onze geboorte en ons overlijden.
Dat is ook wel logisch, want we kunnen met onze kennis niet veel zeggen over ons leven voor onze geboorte. En een leven na de dood wordt vaak gezien als pure fantasie.
Onze wetenschap leert ons in feite dat er voor onze geboorte niets is en na onze dood ook niet.
Als je dat serieus neemt, dan is ons hele bestaan zinloos en ook beangstigend, want waar blijf je als er ineens niets is?
Ik denk dat dat beangstigende gevoel van zinloosheid maakt dat veel mensen denken: Dan moeten we maar zoveel mogelijk genieten. Vaak gaat dat best vriendelijk: mensen willen genieten zonder anderen teveel weg te drukken. Maar vaak gaat dat ook grof en onmenselijk.
Dan moet er steeds meer geld verdiend worden, ook al kan dat niet meer worden opgemaakt. En dan moet er ook land veroverd worden, ook al zijn er geen problemen rond de veiligheid.
Ik denk en geloof dat Jezus op die berg heeft ingezien dat hij op een of andere manier dat dodelijke mechanisme duidelijk kon maken. Hoe mensen hun vaak onbewuste angst voor het grote, zinloze niets op elkaar afreageren en dan vooral op anderen die zich niet kunnen verweren.
De wet en de profeten hebben geprobeerd dat diepe kwaad van je angst afreageren op zwakkeren in de hand te houden.
Jezus wil ons bevrijden van die angst zelf.
Eerst door te laten zien hoe het lijden dat mensen elkaar aandoen gebeurt uit angst voor de dood.
Daarom koos hij vrijwillig en onschuldig voor dat lijden.
En vervolgens door op te staan uit de dood als teken dat met ons fysieke bestaan niet alles ophoudt. We komen terug in het eeuwige leven dat ons in dit tijdelijke leven geroepen heeft.
Die gedachten zijn zo groot dat het goed is om er een paar weken voor te nemen, de Veertigdagentijd en de Goede Week met Pasen zelf.
Fantastisch dat we dat dit jaar weer samen in de kerk kunnen vieren.