Voorafgaande aan de preek vertelde ik over een studiedag met collega-pastoors. Op deze dag verdiepten we ons in de mogelijkheden om vanuit de liturgie van de mis aandacht te besteden aan een maatschappelijk thema als milieuvervuiling. We werden uitgenodigd om als stimulans voor gesprek te bedenken hoe we op de zondag van de Derde Advent aandacht zouden kunnen besteden aan het milieu.
God kan van stenen kinderen van Abraham maken.
Dat Abraham kinderen kreeg wordt wel gezien als biologisch wonder: een vrouw ver na de overgang wordt toch nog moeder.
Maar het permanente wonder dat al miljoenen jaren op de aarde gebeurt is dat er leven is, terwijl de rest van het heelal uit dode stenen bestaat.
Dat leven komt ergens vandaan. Wij hebben het gekregen.
We hebben tegelijk de vrijheid gekregen om er iets mee te doen. Iets moois graag.
Maar uit angst om het leven te verliezen schieten mensen vaak in een kramp om ‘alles uit het leven te halen’.
Dat put de aarde uit. En de mensen trouwens ook: oorlog, honger en eenzaamheid.
Die angst wordt verbrand. Dat is het oordeel. Dus zorg dat je niet mee verbrandt en maak je los van de angst. Zoals een graankorrel zich losmaakt van het kaf.
Mensen hebben de vrijheid om zich los te maken van loos gedrag, dat nooit vruchtbaar kan zijn.
Dat is reden tot blijheid.
Maar de grootste reden is dat Christus kwam om te laten zien dat dit waar is: mensen kunnen zich echt losmaken van loos gedrag, angst is niet nodig, want het leven is eeuwig en God blijft het eeuwig geven, ook na de dood.
Wij kunnen met deze gedachte oefenen, om ons geloof te versterken door ruimhartig en vriendelijk te zijn.
En door ons respect voor het leven op aarde te tonen. Aandacht voor het milieu te hebben.
Op dit moment pakte ik uit een mand die op de grond naast de katheder stond een lege plastic fles, legde die op een doek op het altaar en besprak -in gewone spreektaal-hoe die symbool zou kunnen zijn voor alle onnodige afval dat wij mensen produceren: zonde van het milieu. Maar ik besprak ook de mogelijkheid dat de fles symbool kan staan voor het gegeven dat je nu eenmaal niet kunt leven zonder een ecologische voetafdruk achter te laten. Je kunt geen mens zijn zonder te zondigen. In de spreekstijl van de preek vatte ik dat samen en verbond het met de eucharistie.
Maar we kunnen niet leven zonder iets achter te laten. We laten onze voetafdruk achter. We zullen altijd iets doen dat zonde is voor het milieu.
Deze fles is symbool voor totaal overbodig afval, totaal overbodige vernieling van het milieu. Dat moeten we proberen te vermijden.
Maar ook voor de onvermijdelijke schade die het milieu lijdt doordat wij mensen gewoon bestaan, leven.
In elke mis beginnen we met een schuldbekentenis. Dat gaat niet alleen over dingen die we verkeerd hebben gezien, over verkeerde beslissingen. Het gaat ook over het idee dat we mensen zijn en DUS niet kunnen leven zonder zonde.
Straks bidden we in het eucharistisch gebed
Zend over deze gaven uw Geest
en bemoedig ons zo
dat wij in een wereld zonder hoop
een sprekend teken kunnen zijn
van uw aanhoudende zorg
en uw liefdevolle leiding
op weg naar uw toekomst,
de stad van ons hart.
Om de kwestie scherp te maken vroeg ik aan de gemeente of de plastic fles op het altaar kon blijven staan als symbool van ons zondige bestaan en als teken van het gegeven dat we kwetsbare mensen zijn die niet kunnen leven zonder schade toe te brengen aan het milieu. Er was iemand die dit een goed idee vond en iemand die meende dat alleen brood en wijn op de altaartafel hoorden te staan bij het eucharistisch gebed. Uiteraard heb ik de fles weggehaald met het argument dat iedereen aan de fles als symbool kon denken, maar dat het niet de bedoeling is dat mensen zich eraan storen. Bovendien is het niet goed om dingen te veranderen zonder gesprek vooraf.
Tenslotte rondde ik af in de stijl van de preek.
Christus is niet gekomen om ons in te peperen dat we zondige mensen zijn, maar om ons te bemoedigen te blijven zoeken naar het leven zoals dat bedoeld is. En dat is reden tot blijdschap. Verblijdt u! Amen.