Preek 20201129 Niemand kent de toekomst

Deze preek is een reflectie op de volgende bijbelgedeelten:
Jesaja 64, 1-9, 1 Korintiers 1, 1-9 en Marcus 13, 24-37; hij is ook als podcast te beluisteren:

Listen to “Preek 20201129 Niemand kent de toekomst” on Spreaker.

De DAG komt, maar niemand weet wanneer

Als je het evangelieverhaal van vandaag samen zou vatten, dan zou je kunnen zeggen:

Op een dag komt de Zoon des mensen op de wolken aanzeilen en dan gebeurt er iets groots, maar niemand weet wanneer die dag er zal zijn. Leef dus zo dat je er elke dag rekening mee kunt houden.

Maar de vraag wanneer die dag zal komen is niet de enige vraag die bij mij opkomt als ik dit allemaal lees.

Voor vandaag haal ik twee andere vragen naar voren om kort te bespreken.

-Wie is die Zoon des Mensen?

-Wat kunnen we doen om ons voor te bereiden?

Maar eerst wil ik het hebben over de vraag hoe we het evangelie verhaal moeten lezen.

Hoe het evangelie te lezen

De evangeliën zijn geschreven lang nadat Jezus was gestorven en opgestaan. En ze zijn niet bedoeld als een soort levensbeschrijving, zoals je dat wel hoort bij iemands uitvaart. Dan gaat het over iemands karakter, hobby’s, goede en misschien minder goede kanten. Een levensbeschrijving heeft als bedoeling dat je iemand als persoon weer voor je ziet: O ja, dat was zij of hij helemaal, mooi!

Een evangelie verhaal wil niet een beeld geven van de persoon Jezus. Het verhaal wil vooral vertellen hoe die Jezus de Zoon van God kan zijn. Die man die at en dronk met zijn vrienden was ook God, die we niet kunnen zien, die eeuwig leeft en het leven geeft.

Die twee kanten van Christus krijg je niet makkelijk bij elkaar en dat blijkt ook uit de evangelieverhalen zelf. Jezus wordt tijdens zijn leven niet of nauwelijks herkend als de Zoon van God. Ja, door de wonderen krijgen de mensen om hem heen wel in de gaten dat hij iets bijzonders is, maar zelfs na de opstanding uit het graf valt het kwartje niet, zelfs niet bij de trouwste leerlingen.

Jezus moet hun nog een paar keer verschijnen en dan moet hij de bijbel erbij pakken om te laten zien dat hij al eerder aangekondigd was en dat dat lijden er echt bij hoorde en dan zien de leerlingen het. Maar dan duurt het nog eens een paar weken voordat dat zo is doorgedrongen dat ze er ook over gaan praten. Dat is met Pinksteren als God zelf de heilige Geest stuurt om hen te inspireren.

Bevrijding van het kwaad; niet waar je last van hebt

Ik kan heel goed met de tijdgenoten van Jezus meevoelen. Ze zien iemand die hen bevrijdt van de dingen waar ze last van hebben: boze geesten, ziekten, bazige priesters en bijbelgeleerden. Ze hopen dat hij ook een revolutie tegen de Romeinen gaat organiseren, want dan zou hij best eens die beloofde messias kunnen zijn die het volk bevrijdt.

Maar Jezus wil de mensen niet bevrijden van dingen waar ze last van hebben. Hij wil ze bevrijden van het kwaad, dat al sinds het paradijs in de mensheid zit ingebakken.

En hij wil niet alleen het Joodse volk bevrijden, maar de hele mensheid. 

Wat Jezus wil bereiken is zoveel groter dan wat de mensen om hem heen verwachten.

Het is helemaal niet zo onbegrijpelijk dat ze hem niet meteen snapten, vind ik.

Stel je maar eens voor dat iemand zoals Anne Frank midden in de oorlog en de onderdrukking een boek schrijft over vrede. En dat die persoon zich ook inzet voor vrede. Dan denk je toch ook dat het gaat over ‘als eerst maar eens die bezettingsmacht weg is’. En stel dan eens dat die persoon zou zeggen: Nee, nee, ik heb het over wereldvrede. Daar hoort dan ook inzet voor een beter milieu bij, een heel andere economie waarin iedereen genoeg heeft en de hebzucht is verdwenen, geen discriminatie meer, geen eenzaamheid, geen jaloezie. Er is dan zelfs vrede met de dood, omdat die zijn kracht heeft verloren. Dan denk je toch al gauw: Dat kan gewoon allemaal niet, je bent God zelf niet! Wees eens realistisch! Het is al lastig genoeg om die bezetter eruit te krijgen.

De eerste leerlingen hebben de conclusie getrokken dat die Jezus inderdaad God zelf was en dat zijn verhaal wel degelijk realistisch is, maar ook dat het veel verder en veel dieper gaat dan zieken genezen en de Romeinen het land uit vechten.

Zoon des mensen

We komen nu toe aan de eerste vraag: Wie is die Zoon des Mensen. Over die term valt heel wat te zeggen, maar ik hou het nu bij: dat is een mens zoals mensen bedoeld zijn. Dus het beeld van God. Een soort ideale mens, zoals je het ook wel kunt hebben over een ideale schoonzoon. Bijvoorbeeld iemand die het jongensachtige van Herman van der Zand heeft, het gezellige van Frans Bauer en het degelijke van Mark Rutte. 

Bij zo’n ideale mens zou je toch al snel zeggen: Ja, op papier ziet het er wel ideaal uit, maar denk erom: het is gewoon een mens van vlees en bloed, hoor! Met andere woorden: ook de ideale schoonzoon heeft zijn zwakke trekjes en zijn gebruiksaanwijzing.

Maar de mensen die het in bijbelse tijden hadden over de Zoon des Mensen zagen hem als een persoon dicht bij God en dus zonder nukken en zwakke trekjes. 

Ze verwachtten iemand die net zo wijs en rechtvaardig was als God zelf, net zo machtig en net zo barmhartig voor arme en kansloze mensen. 

Deze ideale mens, zoals mensen zijn bedoeld, zou namens God zelf komen om de boel voor eens en voor altijd recht te zetten.

En de eerste leerlingen hebben na de dood en de opstanding van Jezus gezien dat hij die ideale mensenzoon is. Hij is het vleesgeworden ideaal. 

Waakzaam

Die mensenzoon die namens God na de onderdrukking op aarde komt, komt op een onbekend tijdstip. Toch kunnen mensen zich op zijn komst voorbereiden.

We kunnen opletten op de wereld om ons heen.

Jezus gebruikt het beeld van een vijgenboom: als er blaadjes aan de boom komen, weet je dat de winter bijna voorbij is en het zomer wordt. Zo zijn er ook in onze tijd tekenen dat onrecht en onderdrukking niet per definitie eeuwig hoeven te duren. Alleen moeten we bedenken dat het voor ons niet een kwestie van een paar weken of een paar jaar zal zijn voordat de wereldvrede gekomen is. Het gaat wat langer duren. Belangrijk is dat we blijven geloven dat het kan. Vrede op aarde.

Iets dergelijks geldt ook voor dat waakzaam zijn. We hoeven niet dag en nacht op te blijven voor je weet maar nooit. Wel moeten we niet geestelijk indutten en denken: het zal allemaal wel, het wordt toch nooit wat met deze wereld. We moeten in die zin wakker blijven dat als we iets zien dat de goede kant opgaat we daarbij aan kunnen sluiten. Want we hoeven geen ideale mens te zijn om te herkennen wat goed is en om daarbij aan te sluiten. Amen.