Redeneertruc?
Jezus wordt door de Farizeeërs getest. We zitten in dit verhaal aan het eind van het evangelie, vlak voor het moment dat hij gevangen wordt genomen. Jezus roept verzet op en kennelijk wil nu een van de godsdienstigen leiders weten hoe Jezus ten opzichte van de wet staat. Of Hij de wet wel serieus neemt.
En dan komt Jezus terug met een vraag die er op het eerste gezicht niets mee te maken heeft, namelijk of de messias een zoon van David is. Er volgt een woordenwisseling waarna niemand hem meer een vraag durft te stellen. Hier kom ik straks op terug. Eerst kijken we naar die naastenliefde.
God liefhebben van binnen uit
Het eerste verhaal dat we vandaag hoorden ging over de wet. In het boek Deuteronomium is Mozes aan het woord. Hij benadrukt dat de wet niet een serie regels moet zijn waar je je als mens maar aan te houden hebt.
De basis van de wet is het gebod om God lief te hebben met heel je hart heel je verstand en al je kracht.
Iemand lief hebben is iets heel anders dan je auto in het juiste parkeervak te zetten. Als je je auto verkeerd parkeert, krijg je een boete.
Maar liefde kun je eigenlijk niet afdwingen door te dreigen met een boete.
Daarom zegt Mozes in het boek Deuteronomium: Probeer het voor elkaar te krijgen dat het allemaal van binnenuit komt. Laat het je hele leven doordrenken. Probeer vol te zijn van de liefde voor God, die jou het leven heeft gegeven, zoals je ook vol kunt zijn van een nieuwe baan, een nieuwe keuken, een huisdier, een dierbare. Alles wat je doet herinnert je aan het mooie, het nieuwe dat je leven beheerst. Probeer het -zo adviseert Mozes- voor elkaar te krijgen dat je helemaal je best niet hoeft te doen om God lief te hebben.
Jezus voegt daar zelf de naaste liefhebben aan toe
In zijn antwoord aan de testende Farizeeër voegt Jezus een ander gebod toe aan het grote gebod om God lief te hebben met alles wat in je is. Hij zegt dat je naaste liefhebben als jezelf even belangrijk is.
Daar zit weer het woord liefhebben in. Weer gaat het dus om iets dat je niet af kunt dwingen door met een boete te dreigen.
En je naaste liefhebben gaat verder dan iets over hebben voor een ander. Denk maar eens aan iemand die je heel graag mag en die het moeilijk heeft. Bijvoorbeeld doordat zij of hij ziek is. Je zou er wel alles voor over hebben om diegene een beetje te helpen. Dat gevoel gaat dieper dan wanneer je gewoon doet wat goede buren doen voor elkaar als ze ziek zijn. Je belt op en vraagt of je misschien iets mee kunt nemen van de supermarkt en misschien bel je daarnaast nog af en toe op hoe het gaat. Naastenliefde gaat verder dan de sociale plicht die je voor elkaar als buren voelt. Het gaat erom dat we voor mensen die je nauwelijks kent een zekere liefde opvatten, alsof je met een dierbare te maken hebt.
Het is de vraag of wij gewone mensen wel iedereen die ons dagelijks leven binnenkomt kunnen zien en behandelen als iemand die ons heel erg dierbaar is. Is dat niet wat veel gevraagd, wordt er niet iets bovenmenselijke verwacht?
Naastenliefde is bovenmenselijk
Dat is precies waar Jezus op doelt met zijn vraag over de Christus. Christus is de Griekse vertaling van Messias en dat betekent Gezalfde. Het gaat om de persoon die ooit komen zal om het volk te verlossen door de wet van God te vervullen, dus door te leven zoals God menselijk leven bedoeld heeft.
Dat wil zeggen dat hij of zij een mens is die God, maar ook de naaste helemaal van binnenuit liefheeft.
Dat is iets bovenmenselijke en mensen kunnen dat alleen als ze totaal vervuld zijn van de Heilige Geest.
De gezalfde, de messias werd door de Joden verwacht. Men dacht dat hij een afstammeling van Koning David zou zijn. Dat betekent dat hij een gewoon mens zou zijn, net als betovergrootvader David zelf.
Maar Jezus ziet dat anders. Hij geeft aan dat David in een van zijn psalmen het al over de messias heeft gehad en dat hij hem Heer noemt. En dat ‘Heer’ is de normale manier om God aan te duiden.
Jezus legt dus uit dat de schriftgeleerden de messias een afstammeling van David noemen, maar dat David zelf hem op 1 lijn zet met God zelf.
Liefde voor alle mensen is de kern van God
Jezus is niet bezig de Farizeeërs met een paar scherpe argumenten in een hoe te drijven, zodat ze hem verder met rust laten.
Hij laat hen zien dat de gezalfde, de messias, die ooit komen zal om het volk te verlossen God zelf is die in mensengedaante op aarde komt.
Hij laat ook zien dat de verlossing van het volk niet een kwestie zal zijn van een groot leger, van natuurgeweld om vijanden uit te roeien, of van een serie wonderdaden waar niemand tegenop kan.
De verlossing zal uiteindelijk komen doordat de messias gaat doen wat de wet al eeuwenlang voorschrijft: de naaste liefhebben.
Jezus laat dus ook zien dat God op aarde zal komen om te laten zien dat hij van ons mensen houdt en er alles voor over heeft dat het ons goed gaat.
Wij weten inmiddels dat Jezus zelf de messias was en dat hij gedreven werd door naastenliefde.
Hij begreep hoe mensen het voor zichzelf en anderen verpestten doordat ze eenvoudigweg bang zijn voor de dood en die angst op elkaar afreageren. Door te lijden zei Jezus: Reageer je angst nu niet op elkaar af, laat mij het slachtoffer zijn. Door op te staan uit de dood zei Jezus: Kijk, het is begrijpelijk dat je als mens bang bent voor de dood, dat zit in je botten. Maar het is niet nodig, want God die Jiu in het leven heeft geroepen is er ook in de dood.
En dat vieren we elke week hier in de kerk. Amen.