Moeilijk: Opstanding uit de dood
Het is weer zover: we vieren de opstanding van Jezus uit de dood.
Een moeilijk verhaal.
Het is al moeilijk om je voor te stellen dat 2000 jaar geleden iemand die echt doodgegaan is, weer ging leven.
Maar dan is het bijna nog lastiger om te bedenken wat dat dan met ons te maken heeft. Helaas hebben wij nog nooit meegemaakt dat iemand uit de kerk, ook al was hij of zij nog zo gelovig, weer ging leven nadat hij of zij was overleden.
Soms zeggen we dan in de kerk, maar veel vaker ook daarbuiten, dat je het verhaal van de opstanding niet letterlijk hoeft te nemen. Het verhaal kan ook beeldspraak zijn. En dan kun je geïnspireerd worden.
Je kunt bijvoorbeeld het gevoel hebben dat je leven op een dood spoor is beland en dan kun je het verhaal van het lijden sterven en opstaan van Jezus als een aanmoediging zien. Waardoor je toch een uitweg ziet en waardoor je opgewekt verder kunt leven.
Of je kunt heel somber en angstig zijn en helemaal geen plezier in het leven hebben. Je kunt dan het verhaal van de opstanding zien als iets waardoor je opleeft en op-ademt en voortaan leeft zoals leven bedoeld is.
Het is mooi als mensen zich kunnen laten inspireren door de verhalen uit de bijbel. Het overkomt mij gelukkig ook vaak. Maar ik heb het gevoel dat de schrijvers van die verhalen iets meer wilden vertellen dan deze zo kostbare inspiratie.
Vandaag hebben we twee verhalen gehoord over de opstanding: Simon Petrus preekt erover in de tempel en Johannes beschrijft de ontmoeting tussen de opgestane Jezus en Maria van Magdala. Wat willen ze ons vertellen?
De preek van Petrus
Petrus vertelt over Jezus dat God hem gezegend heeft met bijzonder kracht. De kracht van de heilige Geest, waardoor Jezus wonderen ook doen. Die wonderen die Jezus deed hadden te maken met onze fysieke kwetsbaarheid. Wij mensen worden soms ziek, we hebben honger, we kunnen blind zijn, of doof, of lam. Allemaal tekenen dat we kwetsbaar zijn, gewoon omdat we nu eenmaal een lichaam hebben. En iedereen weet dat dat lichaam uiteindelijk ook zal sterven.
Het is volkomen begrijpelijk dat wij mensen bang zijn om ziek te worden, of blind en dat we angstig zijn bij de gedachte dat we ooit overlijden. En het is ook begrijpelijk dat we als reactie dan proberen om zo lang mogelijk te leven, desnoods ten kosten van anderen. Die angst is de oorzaak van heel wat oorlog en haat. En dat is zonde van het leven.
Petrus noemt die angst, waardoor ons leven eigenlijk al behoorlijk verpest wordt, het werk van de duivel. Wij mensen zouden er ook voor kunnen kiezen om te zeggen: Ik weet dat ik ooit zal overlijden, maar ik probeer daar niet al te bang voor te zijn, omdat ik geloof dat ik ook na mijn dood op een of andere manier door God zal worden opgevangen. God heeft me in het leven geroepen, dus God zal me heus niet loslaten als mijn fysieke bestaan ophoudt.
Maar die houding tegen de angst in is heel moeilijk voor ons mensen: steeds weer kiezen wij mensen voor de korte termijn, voor de dingen zo regelen dat wij ten minste langer kunnen leven, desnoods ten koste van anderen.
Petrus zegt dat Jezus is gestorven en opgestaan om ons mensen te laten zien dat die angst eigenlijk niet echt nodig is. Jezus liet zien dat je als mens je angst niet op anderen hoeft af te reageren op anderen. Je kunt er ook voor kiezen om de agressie van anderen te ondergaan, dus om te lijden. En dat kun je als mens omdat je kunt geloven dat God te ook vasthoudt in het lijden en zelfs in de dood. Dat is de betekenis van de opstanding van Jezus uit de dood. Dus Petrus belooft niet dat degene die gelooft na het overlijden weer gaat leven. Petrus zegt dat mensen die in Jezus geloven, dus in de boodschap die Jezus met zijn lijden en sterven heeft willen vertellen, vergeving van hun zonden zullen ontvangen.
Vergeving van zonden
Wat is nou zonde?
Zonde is dat je in de angstreactie schiet bij de gedachte dat je kwetsbaar bent als mens.
En dat betekent twee dingen.
Ten eerste ben je dan je gevoel kwijt dat je op God kunt vertrouwen die je altijd zal opvangen, wat er ook gebeurt.
Ten tweede ga je dingen doen die je diep in je hart eigenlijk niet wilt. Je wordt bijvoorbeeld egoïstischer, je wilt de vragen en noden van ander mensen niet zien. Maar ook veel ingrijpender dingen: je gaat vechten tegen mensen die gewoon hun recht willen hebben. Dat kan je bijvoorbeeld gebeuren als je woont in een land waar de machthebber zijn eigen volk onderdrukt.
De verkeerde dingen die je doet en die je gedaan hebt, kunnen als een last op je ziel drukken. Maar als je kunt geloven dat God met jou hetzelfde doet als met Jezus, namelijk bij je blijven wat er ook gebeurt, dan kan die last van je afvallen. Je kunt weer vrij ademen en leven zoals leven bedoeld is.
En dan kun je ook merken dat God er echt is, dat je iets van God merkt in je leven en dat je dus op God kunt vertrouwen.
Nog een keer: opstanding uit de dood
Aan het begin zei ik dat het lastig is om je iets voor te stellen bij de opstanding uit de dood en dat wij mensen dan soms of vaak zeggen dat het niet letterlijk bedoeld is.
Ik zei: Je kunt heel somber en angstig zijn en helemaal geen plezier in het leven hebben. Je kunt dan het verhaal van de opstanding zien als waardoor je opleeft en op-ademt en leeft zoals leven bedoeld is.
Je kunt zeggen: Die opstanding vind ik een beetje te moeilijk, het verhaal van de opstanding is gewoon een mooi beeld van het weer zien zitten in je leven, van licht in het donker. Dat is prima, niks op tegen. Maar dan mis je de boodschap die iemand als Petrus heeft willen vertellen.
Voor Petrus was Jezus niet alleen een mooi voorbeeld. Jezus was ook een voorganger. Zoals Jezus door God werd teruggehaald uit de dood, zo zal dat ook met ons gebeuren.
Inderdaad totaal onvoorstelbaar voor ons mensen, maar niet voor God die ons in dit leven heeft geroepen.
Amen