Preek 20201115 De schapen en de geiten

Deze preek is ook te beluisteren als podcast:

Listen to “Preek 20201115 Schapen en geiten” on Spreaker.

De preek is een reflectie op de bijbelgedeelten:
Ezechiel 34, 11-17
1 Thessalonicenzen 4, 9-12
Matteus 25, 31-46

De burgemeester van Valkenswaard
Ik ben opgegroeid in Eindhoven en we woonden in een flat tegenover de Gereformeerde kerk waar we elke zondag naar toe gingen.
En ook op Eerste Kerstdag.We kwamen uit de kerk en staken de Rondweg over. Het sneeuwde een beetje, zoals dat hoort in een kerstverhaal. 

We zagen een mooie donkergrijze auto, die wachtte voor het stoplicht, maar het vreemde was dat die auto niet optrok toen het groen werd. Er stapte een oude man uit en daarna een oude vrouw. Het bleek dat hun auto stuk was. Mijn vader vroeg hun om met ons mee te gaan om warm te blijven totdat de Wegenwacht zou komen en een kopje koffie te drinken. Eenmaal thuis vroeg de man of hij mocht bellen. Dat was goed. De vrouw zei: En zeg ze maar goed wie hier staan! Raadselachtige woorden voor het jochie van zes dat ik toen was.

Het bleek dat we te maken hadden met de burgemeester van Valkenswaard, die samen met zijn vrouw op weg was naar familie om de kerst door te brengen. Dat hele feest ging niet door en het eind van het liedje was dat mevrouw een grote pan uit de auto ging halen en aan ons vroeg of we van fazant hielden. Tuurlijk! Nooit geproefd, maar we dachten dat dit wel heel bijzonder was. Denk om de loden kogeltjes, zei ze nog vriendelijk toen ze opgehaald werden door de een of andere dienst van de gemeente Valkenswaard.

Een kerstavontuur dat me is bijgebleven omdat mijn ouders iets heel normaals hadden gedaan dat achteraf een beetje bijzonder was geworden, omdat je niet elke week een echte burgemeester over de vloer krijgt, laat staan fazant met loden kogeltjes!

Bedrieglijk duidelijk
Het evangelieverhaal van vandaag is erg duidelijk. Mensen die iets moois hebben gedaan voor arme sloebers krijgen een beloning van de koning.Maar zoals wel vaker in de bijbel is het verhaal bij nader inzien toch ook een beetje raadselachtig.

Het begint bij de scheiding die de Zoon des Mensen aan gaat brengen als hij terugkomt op aarde met al zijn engelen. Hij scheidt de mensen zoals een herder schapen en geiten uit elkaar haalt. Ik kan me voorstellen dat de herder dat doet als er bijvoorbeeld schapen geschoren moeten worden. Als je ze allemaal alvast bij elkaar hebt, werkt dat lekker door.
Feit is wel dat de schapen en de geiten uit elkaar gehaald worden op grond van hoe ze zijn.  Niet op grond van wat ze doen, of gedaan hebben. Er worden geen gehoorzame schapen apart gezet van ongehoorzame weglopers.
Maar de koning uit het verhaal maakt wel een scheiding op grond van wat mensen gedaan hebben en niet op grond van wat ze zijn. Hij brengt degenen bij elkaar die goed geweest zijn voor arme sloebers en die nooit iets terug zouden kunnen doen.
Zij krijgen te horen dat ze goed waren geweest tegen de koning zelf. De mensen krabbelden zich achter de oren: wanneer was dat dan geweest? 
En dan zegt de koning: Weet je niet meer dat je die zieke hebt opgezocht, dat je die verdrietige man hebt getroost, dat je iemand in de gevangenis hebt opgezocht? 
Ik stel me zo voor dat de mensen elkaar aankeken met een gezicht van: Ja, maar dat soort dingen doe je toch gewoon af en toe? Als het in je mogelijkheden ligt? Zo zitten we toch in elkaar?

Moeilijk na te volgen
En die andere groep krijgt juist te horen dat ze vervloekt worden, omdat ze nooit omgekeken hebben naar iemand die juist een goed woord, of wat gezelschap, of wat troost nodig had. Je hoort ze bijna denken: Nou daar zijn we mooi ingestonken. Als we dat van tevoren hadden geweten dat onze koning dit belangrijk zou vinden, dan hadden we zeker wel de een of andere gevangene opgezocht, of iemand die ziek is een pannetje soep gebracht. Maar het gaat er natuurlijk niet om dat we vriendelijk en sociaal zijn tegen de mensen om ons heen, omdat we dan een mooi complimentje van God krijgen.Wat dat betreft is het een hard verhaal.

Als wij het verhaal zo zouden lezen dat we elkaar aansporen om elke week een paar mooie dingen te doen voor de armen en machtelozen van deze wereld om later in de hemel te komen, dan lezen we het verkeerd.Het gaat erom dat we het verhaal zo lezen dat we nagaan waarom we af en toe iets moois doen, of ‘gewoon iets doen’ voor iemand. Omdat we nu eenmaal zo in elkaar zitten. We kunnen uit het verhaal leren dat we op het goede spoor zitten met ons leven als we gewoon iemand helpen omdat die persoon dat nodig heeft.Dan zitten we namelijk op het spoor van de naastenliefde die volgens Jezus de samenvatting is van de wet. 
Als wij het verhaal zo zouden lezen dat we elkaar aansporen om elke week een paar mooie dingen te doen voor de armen en machtelozen van deze wereld om later in de hemel te komen, dan lezen we het verkeerd.Het gaat erom dat we het verhaal zo lezen dat we nagaan waarom we af en toe iets moois doen, of ‘gewoon iets doen’ voor iemand. Omdat we nu eenmaal zo in elkaar zitten. We kunnen uit het verhaal leren dat we op het goede spoor zitten met ons leven als we gewoon iemand helpen omdat die persoon dat nodig heeft.

Dan zitten we namelijk op het spoor van de naastenliefde die volgens Jezus de samenvatting is van de wet. Het verhaal is er om ons aan te sporen belangstelling te hebben of te houden voor de mensen om je heen; en die belangstelling blijkt soms uit iets dat je dan voor iemand doet. Uit naastenliefde. Oftewel, omdat je nu eenmaal zo in elkaar zit. En dat is het harde van het verhaal. Het gaat er niet om dat je zo af en toe iets moois doet eom een beloning of een complimentje te krijgen. Maar dat je nagaat of je nog steeds zo in elkaar zit dat je het goede doet, Dat je handelt uit naastenliefde.

En naastenliefde is de toekomst. Voor onszelf en voor de wereld als geheel. Amen.