Verhalen over de geboorte van Maria
We vieren vandaag de geboorte van Maria, de moeder van Jezus, maar we hebben in de lezingen niet gehoord over die geboorte.
Er staat in de bijbel niets over de geboorte van Maria en ook niets over haar ouders.
Maar buiten de bijbel zijn die verhalen er wel.
Een heel oud verhaal vertelt dat Maria geboren werd op 8 september in Jeruzalem, op een plek waar later de Sint Annakerk werd gebouwd. Anna was getrouwd met Joachim en die namen zijn op zich veelzeggend. Joachim is genoemd naar een rechtvaardig man die voorkomt in het boek Daniël en Anna is vernoemd naar Hanna, de moeder van Samuel.
Die moeder van Samuel kon jarenlang geen kinderen krijgen en kwam vaak in de tempel om te bidden. Ze beloofde dat als ze een kind zou krijgen, ze dat kind naar de tempel zou brengen om daar verder te leven. Dat is inderdaad volgens de bijbelverhalen over Samuel zo gebeurd. Samuel werd een van de belangrijkste profeten in het oude Israel.
Ook de ouders van Maria konden jarenlang geen kinderen krijgen en ook moeder Anna beloofde dat als ze wel een kind zou krijgen, ze het naar de tempel zou sturen. Volgens de oude legende is dat inderdaad gebeurd.
Die oude legende over Maria wil vertellen dat Maria aan de ene kant een gewone vrouw was, maar dat haar bestaan te maken heeft met een bijzondere aandacht van God. Dat ze geboren werd was bijna een wonder. Daarnaast wil de legende vertellen dat ze vanaf haar jeugd in de tempel was en dat haar leven dus altijd in dienst van God had gestaan.
Dubbelheid in het leven van Jezus
Waarom wilden de gelovigen dit zo graag over Maria vertellen?
Dat had te maken met de manier waarop ze Jezus zagen.
Aan de ene kant was Jezus een man geweest die gewoon had rondgelopen in het land Israel. Hij had weliswaar wonderbaarlijke genezingen gedaan en boze geesten uitgedreven, maar dat deden meer mensen met magische krachten in die tijd.
Aan de andere kant bad men tot Jezus en ervoor men kracht van Jezus.
En men wist en geloofde dat hij door God uit de dood was opgewekt. Jezus werd Zoon van God genoemd en Zoon des mensen: aan de ene kant dus een mens zoals mensen bedoeld zijn en aan de andere kant een persoon die eeuwig leven heeft en met God een vader-zoon relatie heeft.
Er waren in die eerste eeuwen veel gelovigen en theologen die beweerden dat Jezus niet echt als mens geleefd had, maar een soort schijnlichaam heeft gehad. En anderen die beweerden dat Jezus niet echt God was, maar meer een heel goed mens.
De kerk heeft altijd gekozen voor die onlogische en lastige oplossing door te beweren dat Jezus God en mens tegelijk was. En om je daar een voorstelling bij te kunnen maken werd het verhaal van de maagdelijke geboorte gebruikt: een echte vrouw van vlees en bloed werd echt zwanger en baarde echt een kind dat in doeken werd gewikkeld, maar er kwam geen normale biologische voortplanting aan te pas, omdat de Heilige Geest het kind verwekt had.
Het bijzondere van Maria is niet het wonderlijke
Mensen hebben over het algemeen de neiging om wonderverhalen te vertellen bij bijzondere personen. In de bijbel zijn er nogal wat verhalen over onvruchtbare ouders die een kind krijgen door een wonderlijke ingreep van God. Het risico bestaat dat je door het wonderverhaal niet meer goed in de gaten hebt hoe bijzonder die mensen zijn afgezien van het wonder dat hen is overkomen.
Hanna en Anna willen dolgraag een kind, maar beloven dit kind af te staan aan de tempel. Dat betekent dat ze dat kind niet wensen om aan een moederlijke behoefte te voldoen. Ze weten dat als ze hun belofte houden, ze het kind niet zien opgroeien, ze geen gezelligheid hebben, niet naar de verhalen en dromen van hun kind kunnen luisteren, niet iets van zichzelf terug kunnen zien in het doen en laten van dat kind. Zakelijk en bot gezegd: ze hebben eigenlijk niks aan dat kind.
Uit hun belofte blijkt dan ook een diepere drijfveer dan de behoefte om te moederen. Ze willen graag dat die nieuwe mens er is. Punt.
Dat is voor elk mens weggelegd, maar het is ook precies de drijfveer van God waardoor wij er zijn: God heeft helemaal geen behoefte om eens iets om handen te hebben en vaderlijke gevoelens te kunnen uiten; God wil gewoon dat wij mensen er zijn. Punt.
Ook Maria zelf zal beseft hebben dat ze wel een zoon zou baren, maar dat ze weinig gezelligheid van hem zou hebben: hij zou een grote taak gaan vervullen. En in alle vrijheid zegt ze Ja tegen de engel die de geboorte van dit kind aankondigt. Ze zegt niet Ja tegen een leven als moeder van een beroemde landgenoot. Ze beseft dat zij haar leven gekregen heeft omdat haar ouders graag wilden dat ze er was en omdat God ook graag wilde dat ze bestaat. Ze beseft dat het leven een geschenk is en dat de Gever van dat geschenk er een bedoeling mee kan hebben. Ze zegt dus Ja uit dankbaarheid dat ze bestaat.
Dat is bijzonder en daarom vieren we de geboorte van deze bijzondere vrouw.
Maar dat ja-zeggen is niet wonderlijk: wij kunnen het ook.
En daarom vieren we deze dag.
Amen.