Preek 20220917 Is rijkdom onrechtvaardig?

Als je in de onrechtvaardige rijkdom niet trouw bent geweest, wie zal je dan het ware goed toevertrouwen?
Het evangelieverhaal van vandaag staat vol met zinnen die zo op een tegeltje aan de muur kunnen hangen. Je kunt niet God dienen en tegelijk het grote geld. Wie in het kleine trouw is, is dat ook in het grote.
En die wijsheden komen na dat verhaal over de rentmeester – zeg maar de manager – die fraudeert en door zijn baas, de eigenaar, geprezen wordt, omdat hij met overleg gehandeld heeft.
Het gaat in het verhaal van vandaag over geld, over rijkdom en de macht van rijkdom en geld.

Je kunt met geld problemen oplossen.
We weten bijvoorbeeld dat Oikocredit al jaren kleine bedragen uitleent aan arme mensen in bijvoorbeeld Ghana om een mini onderneminkje op te zetten. Ik heb daar vroeger wel eens een reportage over gemaakt toen ik nog bij de IKON TV werkte.
We ontmoetten een vrouw die goed kon naaien en een naaimachine huurde van iemand. Die huur was zo hoog dat ze net in leven kon blijven als ze hard werkte. Laten we zeggen dat de naaimachine € 200 kostte en dat ze er € 100 per maand mee kon verdienen. Maar de vrouw had geen € 200 en dus moest ze een naaimachine huren voor € 30 per maand. Zo bleef er maar € 70 overbleef, iets meer dan € 2 per dag.
Als die vrouw een lening van € 200 kon krijgen, zou ze de machine in 2 jaar af kunnen lossen en daarbij ook een behoorlijke rente van € 40 betalen. Daarna kon ze dan al haar verdiensten zelf houden.
De lening door Oikocredit hielp een probleem oplossen, namelijk het probleem dat ze nooit genoeg geld zou kunnen sparen om een naaimachine te kunnen kopen.

Maar geld kan ook profiteren van de problemen van anderen. De persoon die de naaimachine verhuurde zag wel dat de vrouw net genoeg verdiende om de machine te blijven huren en nooit genoeg om hem over te kunnen nemen. Die persoon profiteerde van de machteloosheid van de vrouw en kon door die machteloosheid geld verdienen.
Ik heb toen ook aan Oikocredit gevraagd waarom ze 20% rente vroegen aan degenen die een lening kregen. Ze vertelden dat dit een lage rente was en dat er in Ghana wel hogere renten werden gevraagd. Maar het belangrijkste was dat ze graag wilden dat ze hun geld snel opnieuw konden uitlenen en dat de som geld die ze uit konden lenen steeds iets groter werd. Ze maakten natuurlijk ook kosten om de leningen goed in de gaten te houden en om ervoor te zorgen dat de mensen op tijd terug betaalden. Ze hadden mensen in dienst die adviezen gaven en ook langsgingen als betalingen achterbleven. Dat moest allemaal betaald worden. Om als bank te overleven hadden ze simpelweg die 20% rente nodig.
Ze vertelden me ook dat niet alleen verhuurders van naaimachines profiteerden van de machteloosheid van de armen, maar ook kleine banken die voor een geldlening zoveel rente vroegen dat het wel tien tot vijftien jaar kon duren eerde lening was afbetaald.

Aan dit voorbeeld kunnen we zien dat je op twee manier met overleg rente kunt berekenen. Je kunt berekenen wat je zelf nodig hebt om steeds opnieuw weer andere mensen te helpen met een lening. Maar je kunt ook berekenen hoeveel iemand anders bereid is te betalen als je die persoon maar goed uitknijpt en als die persoon geen kant op kan.

De onrechtvaardige rentmeester had kennelijk altijd voor die tweede manier gekozen. Hij was een geldwolf en verkwistte zelfs het geld dat hij voor zijn heer verdiende.
Maar toen hij doorkreeg dat zijn heer hem zou kunnen gaan ontslaan koos hij voor een andere benadering. Hij liet de mensen die schulden hadden komen en verlaagde de schulden. Misschien haalde hij het grootste deel van de rente op de schuld er wel van af.
En zijn heer prees hem omdat hij met overleg had gehandeld.
Hij had voor een andere berekening van de schuld gekozen. Hij schold niet alles kwijt, maar koos voor een eerlijke rente, een rente die het bedrijf van zijn heer nodig had om te kunnen blijven bestaan. Hij koos er niet langer voor om te berekenen hoeveel iemand maximaal zou kunnen betalen als die persoon maar goed uitgeknepen werd.

Met geld kun je problemen helpen oplossen, of je kunt profiteren van de problemen van anderen.
Je kunt ervoor kiezen om geld in dienst te stellen van het leven van anderen; daarbij kun je best bedenken dat je zelf ook iets moet verdienen met je bedrijf om ook in de toekomst anderen te kunnen helpen met je geld.
Je kunt ook het leven van anderen in dienst stellen van geldverdienen.
Maar je kunt niet beide. Je kunt niet God dienen en het grote geld.

We zien dat aan Sywert van Lienden. Hij beweerde dat hij mensen wilde helpen door snel mondkapjes op te kopen in China. Hij beweerde dat hij dit belangeloos wilde doen.
Maar in werkelijkheid profiteerde hij van de onmacht waarin onze samenleving zat.
Misschien wilde hij echt mensen helpen, maar hij wilde tegelijk ook zelf erg rijk worden.
Hij wilde dus God dienen en het grote geld. En dat gaat niet samen.

Het evangelieverhaal van vandaag lijkt over economie en geld te gaan.
Het lijkt te gaan over de keuze om te profiteren van iemands ellende of om iemand te helpen met de middelen die je hebt.
Maar dat geld is niet het belangrijkste. Het is een middel om te helpen of te profiteren.
Die keuze is belangrijk: zie je iemands nood en geef je dan wat je in huis hebt, of niet.
En ook als we geen bedrijf hebben en niet rijk zijn dient die keuze zich gewoon in het dagelijks leven aan.