Johan Cruyff werd een keer geïnterviewd waarbij hij heel snel en kort op vragen moest antwoorden.
Een van die vragen was: Hoe belangrijk is geld voor je?
Hij zei zonder met zijn ogen te knipperen: Geld is totaal niet belangrijk als je genoeg hebt.
Ik vind dat een prachtige uitspraak die veel zegt in weinig woorden.
Geld is natuurlijk heel erg belangrijk als je niet genoeg geld hebt voor je dagelijks leven.
Vandaag de dag zijn er nog steeds vaders en moeders die niet weten waar ze een fatsoenlijke maaltijd voor hun kinderen van moeten betalen.
In Nederland zijn er nog veel kinderen die niet op een sportclub of op muziekles kunnen omdat daar geen geld voor is.
Eén op de dertien kinderen leeft in armoede en in totaal zijn er volgens de overheid 1 miljoen Nederlanders die maar net, soms alleen door schulden te maken kunnen rondkomen.
Voor hen telt elke euro.
Maar als je geen zorgen hebt over hoe je de huur en de elektra moet betalen, als je bij de boodschappen alleen maar na hoeft te denken wat je lekker vindt om te eten en niet wat in de aanbieding is, dan ga je anders over geld denken.
Okee, als je veel geld hebt kun je vaker en verder op vakantie, maar het is helemaal niet zeker dat je daar zo gelukkig van wordt.
Je kunt je familie op de verjaardagen een groter cadeautje geven, maar iedereen voelt wel aan dat het eigenlijk veel kostbaarder is als je in goede onderlinge verhoudingen met elkaar om kunt gaan.
Ik denk dat Cruyff iets in die richting bedoelde: als je moet zien te overleven is geld natuurlijk heel belangrijk, maar als je dagelijks leven op orde is, wordt dat anders.
Jezus gaat nog een stap verder.
Hij zegt dat geld je in de weg kan gaan zitten.
In het verhaal dat we net hoorden viel me meteen een zinnetje op. Jezus kreeg hem lief.
Er staat een rijk man voor Jezus die graag het eeuwige leven zou beërven.
Tegenwoordig lezen we dat al snel als: Ik zou graag na mijn dood eeuwig doorleven in de hemel.
Maar in de tijd van Jezus kan dat best anders begrepen zijn geweest. De mensen hadden toen nog niet allemaal zo een duidelijk idee van een onsterfelijke ziel. Ze vonden het misschien wel veel belangrijker om nu contact te hebben met het leven zelf. Te leven op een manier waarvan je kunt zeggen: Dit doet ertoe. Ik geniet, ik word gewaardeerd, ik heb een goede band met de mensen om me heen, ik ben niet bang of verdrietig, of zorgelijk, ik leef vol vertrouwen de dag in.
Jezus zegt tegen de man: Als je zo wilt leven dan kun je toch de aanwijzingen van Mozes volgen? De Tien Geboden?
Maar dat heeft de man al gedaan. En toch krijgt hij dat gevoel dat zijn leven eeuwigheidswaarde heeft maar niet te pakken. Hij staat daar maar.
En dan -schrijft Marcus- ziet Jezus hem aan en krijgt hem lief.
Jezus ziet de worsteling van de man. En Jezus krijgt met hem te doen.
Hij raadt wat de man in de weg zit. Hij is namelijk rijk.
En geld is wel gemakkelijk, maar het bezit van geld levert vaak ook zorgen op.
Vooral de zorg: Hoe voorkom ik dat ik mijn geld kwijt raak.
Je komt in een houding terecht waarin je wilt vasthouden wat je hebt.
En je bent vergeten dat je alles wat je hebt uiteindelijk gekregen hebt.
Omdat je het leven zelf al hebt gekregen zonder dat je er iets voor hebt kunnen doen.
Natuurlijk is het goed om je best te doen, zuinig te zijn, te sparen voor de oude dag, je geld verstandig te besteden. Maar vergeet niet dat je alles wat je bent en wat je hebt uiteindelijk hebt ontvangen.
Niemand heeft zichzelf gemaakt.
Die gedachte kan misschien leiden tot onzekerheid: als je zelf niks aan je bestaan kunt doen, waar moet je dan je zekerheid vandaan halen?
Maar dezelfde gedachte kan ook leiden tot een vaste grond onder je voeten: als je je bestaan hebt gekregen zonder dat je daar iets aan kon doen of hoefde te doen, dan zal die macht die jou je leven heeft gegeven je altijd wel vast blijven houden. Wat er ook gebeurt.
Zo kunnen wij mensen kiezen tussen het ene geloof, of het andere geloof.
Het ene geloof zegt: Je leven is door jezelf opgebouwd en moet dus ook door jezelf in stand worden gehouden.
Het andere geloof zegt: Je hebt je leven gekregen, je moet daar zorgvuldig mee omgaan, maar verder hoef je je geen zorgen te maken.
Het ene geloof zoekt het in opgebouwde zekerheden waar je je aan vast kunt klampen. Geld is een van de belangrijkste. Maar zelfs geld kan je niet behoeden tegen verdriet, verlies, ziekte en dood.
Het andere geloof zoekt het in vertrouwen en geloof dat jou het leven is gegund door een macht die je liefheeft. Bij verlies, verdriet, ziekte en dood zul je daar je heil in moeten zoeken.
Jezus heeft met de rijke man te doen, omdat hij wel ziet dat het voor hem heel moeilijk is om uit het ene geloof in het andere te stappen. Om de met geld opgebouwde zekerheden los te laten, omdat die je nooit bij het eeuwige leven zullen brengen.
Hij adviseert hem dus om dat geld weg te geven.
En dat is te moeilijk voor die man. Hij gaat bedroefd heen.
De les voor ons mensen van nu is niet dat je geen geld mag hebben.
Ook niet dat je slordig met je geld om moet gaan.
Zelfs niet dat je wat meer in de collecte van de kerk moet stoppen.
Al moeten we er wel samen voor zorgen dat we het wegvallen van de zondagse collecte opvangen met een digitale gift, maar dat terzijde.
De les voor vandaag is dat we na moeten gaan wat ons in de weg zit om gelukkig te zijn, om contact te maken met het leven, om vol vertrouwen het leven van alledag in te gaan.
Als dat verdriet en zorgen en onzekerheden zijn, kunnen we bidden tot degene die ons het leven heeft gegeven.
Als dat de zorg is om opgebouwde zekerheden te verliezen, kunnen we bedenken hoe belangrijk of onbelangrijk die zekerheden uiteindelijk zijn voor ons geluk.
En we kunnen nagaan of die zekerheden en de angst om die te verliezen ons in de weg zitten.
En ook dan kunnen we bidden.